Ministerie van Buitenlandse Zaken

Op 1-2 juni kwam in Port Moresby, Papua Nieuw Guinea, de jaarlijkse ACS-EG Raad bijeen. Met uitzondering van het Oostenrijkse Voorzitterschap waren de delegaties op ambtelijk niveau vertegenwoordigd. Commissaris Michel moest vanwege gezondheidsredenen verstek laten gaan. Tijdens de Raad bereikten de ACS-landen en de EU een akkoord over de financiële enveloppe voor het tiende Europees Ontwikkelingsfonds (EOF). Deze zal ruim E24 miljard bedragen voor de periode 2008-2013, inclusief een bijdrage uit eigen middelen van de Europese Investeringsbank (EIB) ter hoogte van E2 miljard. Dit is een stijging van 35% ten opzichte van het negende EOF. Deze stijging kan mede in het licht van de door de EU-lidstaten overeengekomen interim ODA-doelstellingen worden gezien, zoals geaccordeerd op de Raad van 24 mei 2005.

In de Partnerschapsovereenkomst tussen de EU en de ACS-groep (Afrika, Caraïben, Stille Zuidzee), ook wel bekend als het Cotonou-verdrag, is overeengekomen dat de financiële enveloppe voor de meerjarensamenwerking gemeenschappelijk moet worden vastgesteld in een Financieel Protocol. De EU-positie in de onderhandelingen was van meet af aan duidelijk. De totaalenveloppe van E22,862 miljard voor de periode 2008-2013, die tijdens de Europese Raad in december j.l. was vastgesteld, kon niet worden gewijzigd. De EU-lidstaten waren tevens van mening dat, in lijn met het negende EOF, 1,3% van het EOF voor de Land- en Gebiedsdelen Overzee (LGO) moest worden gereserveerd.

In de aanloop naar de Raad bleek dat de ACS-landen de totaalenveloppe te laag vonden. Zij waren met name zeer gekant tegen de financiering van de LGO uit de bestaande enveloppe. Daarnaast wensten de ACS-landen meer middelen voor de structurele hervorming als gevolg van de geplande invoering van de Economic Partnership Agreements (EPA's) op 1 januari 2008.

Na twee dagen onderhandelen werd besloten de LGO niet meer te noemen in het Financieel Protocol. De financiering van de LGO vanuit het EOF (E286 miljoen voor 2008-2013) blijft echter gewaarborgd, aangezien de LGO-middelen wel zijn opgenomen in het Intern Akkoord dat de Europese lidstaten moeten ratificeren. Deze constructie is ook in het negende EOF gebruikt.

Met een aantal verklaringen heeft de EU de belangrijkste zorgen van de ACS landen over de hoogte van het 10e EOF weg kunnen nemen, zonder het bedrag zoals geaccordeerd door de Europese Raad aan te moeten passen, en kon uiteindelijk een akkoord bereikt worden over het meerjarig financieel kader. De EU nam nota van de impact van de EPA's op de ACS-landen en benadrukte dat de EPA's bedoeld zijn als instrumenten voor ontwikkeling. De invoering van de regionale handelsakkoorden behoeven voorbereiding en aanpassing op nationaal en regionaal niveau. Daarom is in een verklaring bij het financiële kader aangegeven dat de EU rekening zal houden met de behoeften van de ACS-landen in de end of term review van het 9e EOF en in de programmering van middelen vanuit het 10e EOF. De EU heeft E1,4 miljard uit de regionale fondsen van het 10e EOF geoormerkt voor regionale economische integratie. Dit bedrag kan, mits de Raad daartoe besluit, in 2010 worden aangevuld door de inzet van de restanten van het 9e EOF. Tevens is op aandringen van de ACS-landen in dit verband de reeds bestaande toezegging herhaald om een substantiële bijdrage te leveren aan Aid for Trade in 2010. Daarnaast is de EIB tegemoet gekomen aan zorgen van de ACS ten aanzien van de beschikbare middelen om de impact van de EU- suikerhervorming op te vangen. De EIB heeft E100 miljoen van de eigen middelen gereserveerd voor investeringen in de suikersector van de betrokken ACS-landen.

In de bijlage bij deze brief is een voorlopig overzicht van het 10e EOF voor de ACS- landen exclusief de middelen voor de LGO opgenomen. Hiermee is de herziening van het verdrag van Cotonou afgerond en kunnen de wijzigingen van het verdrag van Cotonou (waaronder opname van clausules ten aanzien van de samenwerking op het terrein van terrorisme, massavernietigingswapens en een referte aan het Internationaal Strafhof) voor ratificatie aan de nationale parlementen worden voorgelegd.

Naast overeenstemming over het meerjarig financieel kader is tevens een akkoord bereikt over de allocatie van reserves uit het 9e EOF ter hoogte van E110 miljoen. Hiervan gaat E70 miljoen naar het nog op te richten EU-Afrika Partnerschap voor Infrastructuur, E20 miljoen naar ondersteuning in de WTO-onderhandelingen en E9 miljoen naar de financiering van een studie ten aanzien van noodzakelijke hervormingen van de suikersector.

De openbare discussie op de ACS-EG Raad stond in het teken van migratie en ontwikkeling. Nederland heeft in zijn interventie onder andere gewezen op de beleidsnotitie Ontwikkeling en Migratie van juli 2004 (TK 2003-2004, 29693, nr. 1) en het gezamenlijke bezoek van mij en Rita Verdonk, minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, aan Kenia in januari 2006. De ACS-landen wezen met name op de door hen aangenomen Brussels Declaration on Asylum, Migration and Mobility van 13 april 2006.

Tot slot nam de ACS-EG Raad een gemeenschappelijk document aan over klimaatverandering. Ook waren er verklaringen over de aardbeving op Java en de onrusten in Oost-Timor. De EU nam kennis van de verklaringen van de ACS-landen over suiker (mede in het kader van het Everything But Arms initiatief), EPA's, en bananen.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven


---- --