Levensloopregeling (nog) niet populair onder overheidswerknemers
5 juli 2006
Ongeveer 6% van de werknemers bij de overheid neemt op dit moment deel
aan de levensloopregeling. Nog eens 7% is van plan om dit jaar of
volgend jaar deel te gaan nemen. Overheidswerknemers willen de
regeling vooral benutten om eerder te stoppen met werken. De
spaarloonregeling blijft echter favoriet, zo blijkt uit een peiling
van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Voor
het eerst is voor dit onderzoek gebruik gemaakt van een omvangrijk
Internetpanel van overheidswerknemers,`het Flitspanel'.
---
De deelname bij de overheid aan de levensloopregeling is iets hoger
dan in de marktsector (5%). Aan de spaarloonregeling neemt ruim 54%
van de werknemers bij de overheid deel. Een klein deel hiervan (3%) is
van plan om dit jaar of volgend jaar over te stappen naar de
levensloopregeling. De overgrote meerderheid wil de huidige
spaarloonregeling echter gewoon continueren.
De spaarloonregeling blijft vooral populair omdat men zo fiscaal
onbelast kan sparen. Van degenen die een spaarloonrekening hebben
noemt 72% dit als reden. De meest genoemde reden om niet aan de
levensloopregeling deel te nemen, is voor deze groep dat men twijfelt
aan het voortbestaan van de regeling in de huidige vorm. 37% van de
werknemers die aan spaarloon meedoet, noemt dit als reden om niet aan
levensloop deel te gaan nemen. Verder worden als redenen genoemd dat
men niet voor verlof wil sparen (32%), men te lang moet sparen om met
verlof te kunnen gaan (31%), de regeling geen garantie biedt om met
verlof te kunnen gaan (30%) en de spaarloonregeling fiscaal
aantrekkelijker is (25%).
De deelname aan de levensloop- en spaarloonregeling verschilt
overigens naar leeftijd. Oudere werknemers nemen vaker deel dan
jongere. Verder blijkt dat de deelname stijgt naarmate werknemers meer
verdienen en dat werknemers met een vast dienstverband vaker deelnemen
dan werknemers met een tijdelijk dienstverband.
De voornaamste reden om aan de levensloopregeling deel te (gaan)
nemen, is dat men eerder wil stoppen met werken. Dit geldt in het
bijzonder voor ouderen. Circa 57% van de werknemers die (gaan)
deelnemen aan de levensloopregeling geeft aan dit te doen om eerder
met pensioen te kunnen gaan. Van de werknemers ouder dan 50 jaar is
dit 85%. Verder wil 21% de regeling gebruiken voor ouderschapsverlof
en 12% voor een sabbatical. Zorg- en studieverlof scoren allebei
slechts 3%.
Van alle respondenten vindt 62% dat de levensloopregeling in de
toekomst gebruikt moet kunnen worden om eerder te stoppen met werken.
Van degenen die aan de regeling deelnemen, vindt 85% dat.
Peiling
Het veldwerk is uitgevoerd in de periode van 14 juni tot en met 27
juni 2006. Voor de peiling is gebruik gemaakt van het Flitspanel. Dit
is een Internetpanel van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties, waarvoor zich in de afgelopen maanden ruim 16.000
overheidswerknemers hebben aangemeld. Het panel is representatief voor
de totale populatie van werknemers bij de overheid (rijk, provincies,
gemeenten, rechterlijke macht, defensie, politie, waterschappen en
onderwijs). Aan deze peiling naar spaarloon en levensloop hebben
10.533 overheidswerknemers deelgenomen. Het ministerie van BZK wil in
de toekomst regelmatig enquêtes aan het Flitspanel voor leggen over
arbeidszaken en managementvraagstukken bij de overheid. Zo kan snel
ingespeeld worden op actuele beleidsvragen.
Rechts in de kantlijn kunt u de uitkomsten van het onderzoek in PDF
formaat downloaden.
***
Download het originele bericht in PDF-formaat.
Zie het origineel
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties