06-07-2006
Akademie pleit voor algemene biobanken
De Nederlandse regering moet investeren in algemene biobanken die
lichaamsmateriaal en informatie bevatten van grote groepen mensen. Die
biobanken moeten zich richten op meerdere ziekten. Dat is nodig om
beter onderzoek te kunnen doen naar chronische multifactoriële
ziekten als kanker, reuma, astma, hart- en vaatziekten en de ziekte
van Alzheimer. Ook is het nodig om te investeren in de ontwikkeling en
toepassing van nieuwe grootschalige genomicstechnieken. Dit zijn de
belangrijkste conclusies uit de verkenning Multifactoriële
aandoeningen in het genomics-tijdperk, die de Koninklijke Nederlandse
Akademie van Wetenschappen (KNAW) vandaag heeft aangeboden aan
minister Van der Hoeven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en aan
staatssecretaris Ross-van Dorp van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Multifactoriële ziekten worden veroorzaakt door een combinatie van
genetische aanleg, mutaties in genen, omgevingsfactoren en leefstijl.
Ze hebben een grote maatschappelijk impact. Toch is de kennis over het
ontstaan van deze ziekten nog grotendeels onontsloten. Die kennis is
nodig om deze doorgaans chronische ziekten te voorkomen en beter te
behandelen en is afhankelijk van wetenschappelijk onderzoek.
Uit de verkenning die de KNAW heeft uitgevoerd komt naar voren dat er
goede kansen en mogelijkheden liggen voor het Nederlandse onderzoek
aan multifactoriële aandoeningen, mits aan een aantal voorwaarden
wordt voldaan.
Allereerst is het noodzakelijk dat nieuw ontwikkelde
genomicstechnologieën op grote schaal worden ingezet in klinisch
onderzoek aan multifactoriële aandoeningen. Een grote stap vooruit is
het gebruik van geautomatiseerde high-throughputsystemen die analyse
van grote aantallen monsters simultaan en in korte tijd mogelijk
maken. Nederland zal zich meer moeten richten op de ontwikkeling en
toepassing van deze high-throughputtechnologieën. Dat is duur, en het
huidige systeem van financiering van onderzoek is hier niet toereikend
voor. Belangrijk is ook dat er voldoende bio-informatici worden
opgeleid om de data die beschikbaar komen te kunnen analyseren.
Een belangrijke andere voorwaarde voor het onderzoek naar
multifactoriële aandoeningen is dat materiaal en gegevens beschikbaar
zijn in biobanken. Het gaat daarbij om goed gedocumenteerde,
kwalitatief hoogwaardige verzamelingen van DNA en lichaamsmateriaal
van zowel patiënten als gezonde vrijwilligers, met informatie over
medische geschiedenis, levensstijl en dergelijke. De Akademie
adviseert dat er in Nederland één of meerdere algemene biobanken
worden opgezet die materiaal en gegevens bevatten van een deel van de
bevolking en die zich niet beperken tot één ziekte. Er is geen
noodzaak voor het opzetten van één nationale biobank die een
representatief deel van de bevolking bestrijkt. Om te komen tot
algemene biobanken moeten al bestaande biobanken beter toegankelijk
worden gemaakt en moet het mogelijk worden deze te koppelen met elkaar
en met nieuw op te zetten biobanken. Om de gegevens te kunnen
vergelijken, is standaardisatie nodig. De KNAW acht het verder gewenst
dat er wetgeving komt voor het gebruik van 'restmateriaal',
weefselmateriaal dat overblijft na diagnostiek of behandeling, voor
wetenschappelijk onderzoek. De gedragscode Goed Gebruik, die een breed
draagvlak heeft onder onderzoekers, artsen én patiënten, kan
hiervoor als basis dienen.
Het verkenningsrapport Multifactoriële aandoeningen in het
genomics-tijdperk is opgesteld door een commissie onder
voorzitterschap van hoogleraar longziekten mevrouw D.S. Postma (RUG).
Het is gratis op te vragen bij Edita-KNAW, tel. 020-5510780, e-mail
edita@bureau.knaw.nl, en hier als pdf te downloaden.
KNAW, Het Trippenhuis, Kloveniersburgwal 29, Amsterdam.
Postbus 19121, 1000 GC Amsterdam.
Afdeling Voorlichting tel. 020-5510733, fax 020-6204941.
voorlichting@bureau.knaw.nl
Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen