Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Justitie

Persbericht ministerraad
6 juli 2006

KWALITEIT UITVOERING PIJ-MAATREGEL WORDT VERBETERD

De ministerraad heeft ingestemd met het voorstel van minister Donner van Justitie om de kwaliteit in justitiële jeugdinrichtingen bij de tenuitvoerlegging van de pij-maatregel (strafrechtelijke maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen) te verbeteren. De voorstellen worden de komende maanden uitgewerkt. Het gaat daarbij om kwaliteitsverbetering van het personeel in de inrichtingen en verbetering van de samenwerking met de GGZ- en tbs-klinieken. Zo wordt overwogen de groepen te verkleinen om aan effectiviteit te winnen. Er komt meer onderzoek naar de effectiviteit van de gedragsinterventies. Uiteindelijk gaan de inrichtingen alleen nog erkende gedragsinterventies aanbieden.

Op termijn vervalt eveneens het onderscheid tussen justitiële behandel- en opvanginrichtingen waardoor er meer behandelruimte komt, wat een gunstige invloed heeft op de wachtlijsten. Het kabinet streeft er tevens naar dat in 2007 alle strafrechtelijke jeugdigen die een justitiële jeugdinrichting verlaten nazorg krijgen, gericht op wonen, werken, sociale omgeving, vrije tijdsbesteding en psychosociale hulp. Verder overweegt het kabinet om via een wetswijziging het mogelijk te maken de pij-maatregel om te zetten naar een tbs-maatregel, wanneer de jeugdige tijdens de behandeling heeft gerecidiveerd en inmiddels meerderjarig is geworden.

De pij-maatregel wordt opgelegd voor de duur van twee jaar en kan ingeval van een geweldsdelict worden verlengd tot maximaal vier jaar. Indien tevens sprake is van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de jeugdige kan de maatregel worden verlengd tot maximaal zes jaar. Hoewel in het spraakgebruik de pij-maatregel vaak 'jeugd-tbs' wordt genoemd, zijn beide maatregelen niet volledig vergelijkbaar. De praktijk laat zien dat jongeren ook voor lichtere feiten een pij-maatregel opgelegd krijgen. De pij-maatregel kan ook worden opgelegd wanneer sprake is van de noodzaak van heropvoeding, terwijl voor tbs de aanwezigheid van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijk stoornis van de geestvermogens een vereiste is.

RVD, 06.07.2006