Waterschap Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden


Baggerwerk rondom Fort Jutphaas en kasteel Rijnhuizen in Nieuwegein van start

27 juni 2006 - Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden start in samenwerking met de gemeente Nieuwegein en diverse particuliere eigenaren vanaf 10 juli met het baggeren van watergangen rond Fort Jutphaas en in om het kasteelpark Rijnhuizen te Nieuwegein.

De sanering wordt uitgevoerd door Aannemer A. de Heer BV uit Polsbroek.

Vooruitlopend op het baggerwerk is de aannemer op 26 juni begonnen met voorbereidende werkzaamheden.

In totaal zal circa 23.000 m³ slib worden verwijderd. De werkzaamheden zullen ongeveer 4,5 maanden in beslag nemen.

Waarom baggeren?
Op de bodem van sloten en rivieren verzamelt zich in de loop der tijd bagger. Bagger vormt zich uit onder andere: gevallen blad, plantenresten en zwerfvuil. Door deze bagger worden sloten en rivieren steeds ondieper. Bij warm weer bevat het kleine laagje water nog maar een beperkte hoeveelheid zuurstof. Vissterfte en stank kunnen het gevolg zijn. Een ondiepe watergang kan ook minder water afvoeren wat bij heftige regenval tot wateroverlast kan leiden. Genoeg redenen dus voor de verschillende partijen om in actie te komen.

Verontreinigde bagger
Uit onderzoek is gebleken dat de vrijkomende bagger matig tot sterk verontreinigd is. Deze bagger (klasse 3 en 4) wordt respectievelijk afgevoerd naar de Kaliwaal te Druten en het doorgangsdepot 't Klaphek in IJsselstein. Omdat al het slib tot op de vaste bodem wordt verwijderd wordt het een `sanering' genoemd. Op deze manier worden alle verontreinigingen opgeruimd. De verontreinigingen zijn waarschijnlijk het gevolg van vervuilingen uit het verleden, zoals activiteiten op en rond het fort/kasteel, het inlaten van vervuild water vanuit het Merwedekanaal en oude reeds gesaneerde riooloverstorten.

Uitvoeringswijze
Voor het baggeren van de vervuilde bagger zijn een aantal methoden geschikt. Gelet op de diversiteit van de watergangen in het werk en de omgeving zal voornamelijk worden gekozen voor het baggeren met een schuifboot alsmede voor het baggeren met een graafmachine rechtstreeks vanaf de oever. Het slib dat met behulp van een zogenaamde schuifboot wordt gebaggerd, zal worden opgeschoven naar vaste punten in de watergang. Hier worden overslaglocaties ingericht. Vanuit deze overslaglocaties wordt het slib overgeladen in gereedstaande tractoren met kiepkarren.

De baggerspecie uit de overige watergangen, waar de kraan goed bij kan, zal direct vanaf de kant uit de watergang worden gehaald en worden overgeladen in het gereedstaand transportmiddel.

De watergangen rondom het kasteel zullen worden drooggezet tijdens de werkzaamheden. Zo kan meteen gecontroleerd worden of de fundering van het kasteel nog in goede staat verkeert. Ook wordt de grachtbodem door archeologen geïnspecteerd op vondsten. Eventuele vondsten worden geborgen en of nader in kaart gebracht. Vóór de droogzetting van de gracht worden de waterdieren zoveel mogelijk weggevangen en elders weer uitgezet. Waterdieren die bij de droogzetting nog worden aangetroffen worden alsnog overgezet.

Vanaf de overslaglocatie zal het klasse 4 slib met tractoren en kiepkarren naar een loswal worden gereden en in een schip worden overgebracht. Het schip vaart vervolgens naar Druten (Kaliwaal), waar het slib wordt hergebruikt als verondiepingsmateriaal in oude zandwinputten.

Het klasse 3 slib wordt rechtstreeks getransporteerd naar het eigen doorgangsdepot van het waterschap, 't Klaphek. Dit slib wordt verwerkt tot herbruikbare grond.

Overslaglocaties
Om het baggeren met behulp van een schuifboot mogelijk te maken zal de aannemer meerdere overslaglocaties inrichten. Een overslaglocatie is gemiddeld één week in gebruik. Ondanks dat de aannemer er alles aan zal doen om de overlast van het werk te beperken, zal er toch op bepaalde momenten hinder zijn voor het verkeer. De aannemer zal borden plaatsen om het verkeer te reguleren. Waterschap en gemeente zorgen ervoor dat omwonenden en gebruikers hierover tijdig worden geïnformeerd.

Schade aan oevers en waterplanten
Het waterschap zal tijdens de uitvoering zoveel mogelijk rekening houden met de natuurwaarden en de oevers. De gekozen uitvoeringsperiode is hier ook zoveel mogelijk op afgestemd. Verder zullen, daar waar mogelijk, planten worden teruggezet. Om zoveel mogelijk beschadiging van de wortels van waterplanten te voorkomen wordt niet in de vaste bodem gebaggerd.