Unicef



Kinderen te koop voor een mooie prijs 10 juli 2006, Abuja, Nigeria - Ministers van 26 landen in West- en Centraal-Afrika hebben een overeenkomst getekend, waarin afspraken zijn gemaakt over het bestrijden van de handel in vrouwen en kinderen.

Deze drie jongens uit Benin werkten acht maanden in steengroeven in Nigeria. Gelukkig zijn ze nu weer thuis. Foto: Unicef Deze drie jongens uit Benin werkten acht maanden in steengroeven in Nigeria. Gelukkig zijn ze nu weer thuis. Foto: Unicef

De overeenkomst volgt op een tweedaagse conferentie die eind vorige week in de Nigeriaanse hoofdstad Abuja werd gehouden. De conferentie, geleid door Unicef en een aantal van haar partners, werd ook bijgewoond door vertegenwoordigers van regeringen van Europese landen en de International Labour Organization (ILO).

Esther Gulumbo, Unicef-directeur van West- en Centraal-Afrika: "Alleen met een allesomvattende aanpak kunnen we kinderen beschermen tegen uitbuiting. Een regionaal samenwerkingsverband is een van de meest effectieve manieren om dit te bereiken. Nu kunnen we aan deze samenwerking gestalte geven."

Verkocht voor een mooie prijs Dankzij het akkoord behoren verhalen als die over de vader uit Benin die zijn drie 10-jarige zoons voor 'een mooie prijs' verkocht straks hopelijk tot het verleden. Hij kreeg 10.000 Centrale Franc Africain (ongeveer 16 euro) van een mensenhandelaar als vooruitbetaling. Daarvoor moest hij zijn zoons naar Nigeria sturen. Als zij daar een jaar lang zouden werken, zou de vader nog eens ruim 140 euro ontvangen. Een groot bedrag voor een man met een gezin bestaande uit vier echtgenotes en twintig kinderen; ze zouden er een maand lang van kunnen leven. Maar de drie jongens betaalden in Nigeria een veel hogere prijs.

"Ze vertelden ons dat we met kippen zouden gaan werken en eieren moesten rapen," zegt een van hen. "Maar toen we in Nigeria aankwamen, moesten we in steengroeven het werk van volwassenen doen. Het was vreselijk zwaar. We kregen heel weinig te eten en mochten nergens naartoe."

Ook deze veertien jongens werden in Nigeria aan het werk gezet. Hun ouders kregen daarvoor geld van mensenhandelaren. Foto: Unicef Benin/Crowe Ook deze veertien jongens werden in Nigeria aan het werk gezet. Hun ouders kregen daarvoor geld van mensenhandelaren. Foto: Unicef Benin/Crowe

Misbruik van traditie

Zijn vader legt uit waarom hij de jongens wegstuurde. "Dat is hier de gewoonte. Ik zou een mooi bedrag krijgen als ze een jaar lang zouden werken. We zijn heel arm." Dat ouders hun kinderen een tijdje wegsturen is in Benin een oude traditie. Vroeger gingen ze naar familie in de stad om daar naar school te gaan. In ruil voor de gastvrijheid, hielpen de kinderen mee in het huishouden. Helaas maken mensenhandelaren misbruik van deze gewoonte. Ouders weten niet -of willen niet weten - wat er met hun kinderen gebeurt. Die moeten maar al te vaak slavenarbeid verrichten of komen in de prostitutie terecht.

Weer thuis
Gelukkig zijn de drie jongens weer thuis. Na acht maanden hard werken in Nigeria, werden ze door de politie bevrijd. Unicef en haar partners betalen hun schoolgeld, zodat hun vader niet in de verleiding komt om hen weer aan een handelaar te verkopen.

Elk jaar worden honderdduizenden kinderen in West- en Centraal-Afrika verhandeld. In Nigeria bijvoorbeeld, waar de grenzen met Benin en Kameroen respectievelijk 773 en 1.690 kilometer lang zijn, is het heel moeilijk om mensensmokkel te voorkomen.