Volgende week lancering nieuwe Europese weersatelliet
10 juli 2006 - Als alles volgens de planning verloopt wordt a.s.
maandag 17 juli vanuit Baikur in Kazachstan de nieuwe weersatelliet
MetOp-A gelanceerd. De MetOp-A van Eumetsat is Europa's eerste polaire
satelliet.
MetOp wordt klaargemaakt voor lancering
MetOp in laboratorium
EUMETSAT, de Europese organisatie voor de exploitatie van
weersatellieten, lanceert en opereert al tientallen jaren de bekende
METEOSAT satellieten, die zich in een geostationaire baan (op 36000 km
hoogte) om de aarde bewegen. Nederland wordt door het KNMI
vertegenwoordigd in EUMETSAT. De MetOp-A wordt de eerste van een serie
polaire EUMETSAT weersatellieten die in een baan op een hoogte van 800
km van pool naar pool bewegen. In tegenstelling tot de geostationaire
METEOSAT die iedere 15 minuten waarnemingen van Europa en Afrika doet,
hebben polaire satellieten als MetOp de beperking dat slechts een paar
keer per etmaal een waarneming van een bepaald gebied gedaan kan
worden. Daar staat tegenover dat polaire satellieten meer detail en
nauwkeurigheid aan de waarnemingen geven en meer mogelijkheden bieden
om geavanceerde sensoren (zoals radar) aan boord te nemen.
Eumetsat Polar System
De MetOp-A satelliet maakt deel uit van het EUMETSAT Polar System
(EPS) programma, dat voorziet in de lancering en operatie van drie
Metop satellieten in de periode 2006-2020. De MetOp satellieten zijn
ontwikkeld en gebouwd door een gezamenlijk EUMETSAT en European Space
Agency (ESA) team, met EADS Astrium als de prime contractor. In totaal
11 instrumenten worden aan boord van de Metop satellieten geplaatst.
Dit instrumenten pakket is geleverd door EUMETSAT, ESA, de French
Space Agency (CNES), en de US National Oceanic and Atmospheric
Administration (NOAA). EUMETSAT werkt nauw samen met NOAA, niet alleen
door instrumenten onderling uit te wisselen, maar ook door het
MetOp/EPS programma goed te laten aansluiten op het polaire satelliet
programma van NOAA. Polaire NOAA satellieten zijn als sinds eind jaren
zeventig operationeel. Europa heeft hier altijd dankbaar en gratis
gebruik van gemaakt, onder voor operationele taken door de nationale
weerdiensten.Al jaren belooft Europa (EUMETSAT) aan de Amerikanen om
met een polaire satelliet bij te gaan dragen aan het NOAA systeem om
op die manier wat van de schuld in te lossen. Met de lancering van
MetOp-A kan EUMETSAT eindelijk aan deze belofte voldoen.
Betere weersverwachtingen
Polaire satellieten dragen in hoge mate bij aan de verbetering van de
weersverwachting op de korte en middellange termijn. Ze zijn niet
alleen een aanvulling op de geostationaire satellieten, omdat ze in de
gebieden rond de polen beter kunnen meten, maar ook omdat ze
andere metingen kunnen doen. Veel van de instrumenten aan boord van
MetOp zijn (nog) niet geschikt voor plaatsing op een geostationaire
satelliet. Metingen boven zee op verscheidene hoogten van
atmosferische temperatuur, vocht en wind, zijn niet goed mogelijk met
conventionele waarnemingen en dus ook nog niet vanaf geostationaire
satellieten. Deze metingen zijn uiteraard belangrijk om het weer dat
op ons afkomt in Nederland goed te beschrijven, weermodellen bij te
sturen en zo de voorspellingen verder te verbeteren.
De kwaliteit van de weersverwachtingen wordt steeds beter. De
verwachting voor bijvoorbeeld overmorgen is vandaag de dag even goed
als tien jaar geleden de verwachting voor morgen. Die vooruitgang is
voor een groot deel te danken aan weersatellieten waarvan
tegenwoordig intensief gebruik wordt gemaakt. De lancering van MetOp
voegt een nieuwe dimensie toe aan het satelliettijdperk. Met de
lancering van Metop neemt het gebruik van satellietwaarnemingen nog
verder toe.
Klimaatverandering
Verder zijn, vanwege het mondiale karakter van deze satellietgegevens,
de weersverwachtingen op het Zuidelijk halfrond inmiddels even goed
als de verwachtingen op het Noordelijk halfrond. Satellietmetingen
dragen ook bij aan een betere beschrijving van het weer. Daarmee zijn
ze op de langere termijn ook belangrijk voor de detectie van
klimaatveranderingen en -processen. De metingen tot nu toe worden
vooral geleverd door de Amerikaanse NOAA satellieten en ook EUMETSAT
geostationaire satellieten, en vanaf het einde van dit jaar kan Europa
in de komende 15 jaar ook zijn steentje bijdragen middels het
MetOp/EPS programma.
Scatterometer meet wind boven zee
Het KNMI is actief betrokken bij de verdere ontwikkeling van de
mogelijkheden van meteorologische satellieten. Voor MetOp/EPS is het
KNMI verantwoordelijk voor het belangrijkste geophysische product van
de ASCAT scatterometer, de wind boven zee. Ook zal er met Metop/EPS
eindelijk een operationele ozon missie (het GOME-2 instrument)
werkelijkheid worden en ook hier speelt het KNMI een rol in de
geophysische productie. Niet alleen de ASCAT scatterometer en GOME-2,
maar ook diverse instrumenten (IASI, AMSU, ATOVS, GRAS) die vocht- en
temperatuurprofielen met relatief hoge resolutie en nauwkeurigheid
gaan meten zijn van belang voor het KNMI. Vooral van IASI wordt veel
verwacht. IASI is een zeer geavanceerd instrument dat de hoogste
kwaliteit vocht- en temperatuurprofielen van de atmosfeer gaat leveren
maar ook de zogenaamde "trace gases" , zoals ozon, CO, CO2, NO, SO2,
etc. gaat bemeten. Deze metingen zijn belangrijk voor klimaat- en
milieumonitoring.
Eerste uitgave: 10-07-06
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut