Gemeente Utrecht
2006 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
57 Vragen van mevrouw drs. F.I. van Iperen en de heer Y. Aydemir
(vragen binnengekomen op 7 juni 2006
en antwoorden van het college verzonden op 11 juli 2006)
Uit een recent onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn onder andere de navolgende conclusies te trekken (zie ook de bijlage):
a. de allochtone ambtenaar verdient gemiddeld 4 procent minder dan zijn autochtone collega, ondanks dezelfde leeftijd en opleiding;
b. allochtone werknemers krijgen vooral bij gemeenten minder betaald;
c. samen met provincies en waterschappen zijn de gemeenten verantwoordelijk voor een beloningsverschil van 27% tussen niet-westerse allochtonen en autochtonen;
d. na correctie van leeftijd en opleiding blijft een onverklaard verschil van 7% over.
Aangezien de PvdA veel is gelegen aan gelijke behandeling van (verschillende groepen van) burgers en werknemers, wil de fractie van de PvdA graag weten in hoeverre de uitkomsten van dit onderzoek van toepassing zijn op de organisatie van de gemeente Utrecht.
Dit leidt tot de volgende vragen aan en antwoorden van het College:
1. Is het College op de hoogte van de uitkomst van bedoeld CBS-onderzoek?
Ja.
2. Er wordt gesproken over een beloningsverschil van 27%, waarvan na correctie van leeftijd en opleiding nog altijd een verschil overblijft van 7%. Hoe groot is het beloningsverschil tussen allochtone en autochtone werknemers bij de gemeente Utrecht en hoe is dat verschil te verklaren?
Dat weten we niet.
Doordat de gegevens over de herkomst van werknemers op grond van de voormalige Wet Samen niet in de loonadministratie van de gemeente Utrecht mochten worden opgenomen, kan het beloningsverschil tussen allochtonen en autochtonen op dit moment niet worden onderzocht.
Een onderzoek is alleen mogelijk als er in de toekomst een koppeling met de Gemeentelijke Basisadministratie gemaakt kan worden. De gegevens komen dan in totaliteit beschikbaar. Nader onderzoek vereist vervolgens capaciteit en middelen.
3. Diverse onderzoeken laten zien dat vrouwen nog steeds minder verdienen dan mannen met dezelfde opleiding en leeftijd. Hoe groot is het beloningsverschil tussen mannen en vrouwen bij de gemeente Utrecht en hoe is dat verschil te verklaren?
Het ongecorrigeerde beloningsverschil tussen mannen en vrouwen bij de gemeente Utrecht is 3,49%.
Een gecorrigeerd cijfer vereist een nader omvangrijk onderzoek op basis van een regressieanalyse (analyse waarmee gecorrigeerd kan worden op kenmerken als leeftijd, opleidingsniveau, dienstverband etc).
4. In hoeverre denkt het College ten aanzien van dit onderwerp goede invulling te kunnen geven aan de voorbeeldfunctie die de gemeente in onze maatschappij heeft of zou moeten hebben?
De gemeente Utrecht streeft naar een gelijke behandeling van allochtonen/autochtonen en mannen/vrouwen. Zij doet dit onder meer door haar medewerkers aan te sturen en te beoordelen op resultaat. Hiertoe is het instrument Resultaatgericht Werken ingevoerd.
Daarnaast wordt het management getraind binnen de Utrechtse Managementschool om op een objectieve wijze met beoordelingen om te gaan en worden alle managers in de komende jaren getraind op de Competentie Ontwikkelingsgericht leidinggeven.
Vindt de medewerker dat er sprake is van ongelijkheid, dan heeft elke dienst een vertrouwenspersoon in dienst waar de medewerker terecht kan en is er de regeling Seksuele Intimidatie en Discriminatie, op grond waarvan de medewerker een klacht in kan dienen.
Met betrekking tot allochtone medewerkers wordt een nadrukkelijk beleid op integratie gevoerd. Hiertoe is onder meer de Integratiewijzer ontwikkeld, aan de hand waarvan binnen de diensten de dialoog op de werkvloer gevoerd kan worden.
5. Wat gaat het College de komende tijd doen om de geconstateerde verschillen in beloning tussen allochtone en autochtone ambtenaren en mannen en vrouwen weg te nemen?
Het College neemt geen extra maatregelen. Het beleid als beschreven onder 4 is er in voldoende mate op gericht mogelijke verschillen in beloning tussen de diverse groepen weg te nemen.
---- --