Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties


- Antwoorden op kamervragen over reizen van politiemensen in uniform

Antwoorden op kamervragen over reizen van politiemensen in uniform

22 juni 2006

Antwoorden op kamervragen van het lid Externe link Algra (CDA) over reizen van politiemensen in uniform.
---


1. Vraag Is het waar dat enkele korpsen hun politiemensen hebben verboden te reizen in uniform van en naar het werk?


1. Antwoord Hiervan is mij niets bekend.


2. Vraag Wat is uw mening over het reizen van politiemensen in uniform en de preventieve werking die daarvan uitgaat?


2. Antwoord Mijn mening is dat er geen bezwaar bestaat tegen het reizen (woon-werkverkeer) van politieambtenaren in uniform. Verondersteld kan worden dat van de aanwezigheid van een politieambtenaar in uniform in zijn algemeenheid een preventieve werking uitgaat. Woon-werkverkeer valt overigens niet onder diensttijd. Een politieambtenaar kan het bedoelde traject afleggen in uniform, maar is hiertoe niet verplicht. Het stellen van regels omtrent draagvoorschriften is een decentrale verantwoordelijkheid van de korpsbeheerder.


3. Vraag Zijn er op dit moment nog knelpunten bij de grootschalige invoering van het nieuwe politie-uniform anders dan de kennelijk geconstateerde doorschijnendheid van de witte overhemden?

3. Antwoord
Nee er zijn geen knelpunten bij de grootschalige invoering van het nieuwe politie-uniform. Over die onderdelen die nog niet gerealiseerd zijn, waaronder als belangrijkste de schoenen en de hoofddeksels, vindt nog overleg plaats met de Raad van Hoofdcommissarissen en de politievakorganisaties. Inmiddels is er, in afwachting van een structurele oplossing met betrekking tot de overhemdstof, een tijdelijke oplossing gevonden met betrekking tot de doorschijnendheid van de witte overhemden. Vrouwelijke politieambtenaren, die dit wensen, kunnen vanuit hun persoonlijke kledingbudget maximaal drie vochtregulerende ondershirts bij de dienst Logistiek bestellen. Voorzover bij regiokorpsen al verdergaande afspraken van toepassing zijn gelden deze.


4. Vraag Welke effecten zijn er door de invoering van het nieuwe politie uniform voor de vele BOA's die tot nog toe dienst deden in door de KLPD aangeleverde politie-uniformen?

4. Antwoord
Het project Herziening Uniform Nederlandse Politie (HUNP) nadert het einde. Voor de Nederlandse politie, inclusief de interne BOA's, dit zijn BOA's in dienst bij de Nederlandse politie, betekent dit vooral de uitlevering van nieuwe kleding. De Kledingregeling 1994 wordt hiertoe vernieuwd. Aan de werkgevers van de externe BOA is op 28 oktober 2005 schriftelijk te kennen gegeven dat de uitlevering van politiespecifieke uniformkleding aan derden niet meer toegestaan is, als de Kledingregeling is aangepast. Dit betekent dat op termijn de externe BOA's geen politie uniform meer zullen dragen.


5. Vraag Wordt er voor de kleding van BOA's in dienst van diverse gemeenten en instanties gedacht aan uniformiteit al dan niet overeenkomstig de nieuwe politie-uniformen? Wat vindt u hiervan en hoe stuurt u dit?

5. Antwoord
Er is een BOA Platform met daarin vertegenwoordigers van de ministeries van Justitie en BZK, politie, mobis (branche organisatie openbaar vervoer), vereniging van natuurmonumenten en de VNG. In dit Platform wordt o.a. nagedacht over uiterlijke kenmerken die een externe BOA als zodanig herkenbaar zou moeten maken. De gemeenten zijn
- als werkgever van de externe BOA's - verantwoordelijk voor de kleding van het uniform. Er bestaan geen landelijke kledingvoorschriften. Wel acht ik het van groot belang dat een externe BOA, met name in het publieke domein, landelijk herkenbaar is als zodanig. Een duidelijk herkenbare externe BOA werkt positief ten aanzien van zijn status en uitstraling, hetgeen een positieve uitwerking heeft op het veiligheidsgevoel van de burger. Tevens hoeft de externe BOA dan minder dan nu het geval is tekst en uitleg te geven over zijn of haar positie en bevoegdheden. Derhalve is - in overleg met vertegenwoordigers van de externe BOA's die hebben aangegeven een duidelijke behoefte te hebben aan landelijke (uniforme) herkenbaarheid - besloten om een landelijk insigne in te stellen voor de externe BOA en dit vast te leggen in het Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar. Beoogd wordt het insigne begin 2007 in te voeren.


6. Vraag Welke maatregelen zijn er intussen genomen om in Nederland respect voor gezag en uniform weer vanzelfsprekend te maken?

6. Antwoord
Uitstraling van de politie is van belang voor het terugwinnen van het respect voor het gezag en het uniform. Voor deze uitstraling is een landelijke uniformiteit en eenduidigheid van belang. De politie wil dit bereiken met
* de beroepscode, wat aangeeft hoe de politieambtenaar is (wat zijn waarden en normen zijn);
* het bejegeningsprofiel, dat de beroepscode vertaalt in daaruit voortvloeiend gedrag en
* het kledingreglement, wat het uiterlijk van de politieambtenaar beschrijft.

Het bejegeningsprofiel gaat naar verwachting in de tweede helft van dit jaar naar de korpsen. Voor de invoering hiervan is de ondersteuning georganiseerd.

Op gebied van agressie en geweld heb ik in de CAO politie van 2005 de afspraak gemaakt dat er één landelijke regeling komt voor 1 januari 2007. Deze regeling zal de uniformiteit en de eenduidigheid in het optreden tegen ongewenst gedrag tegen het gezag en uniform verder versterken.


7. Vraag Treden alle korpsen op dezelfde manier op als er sprake is van geweld, dreiging en/of disrespect tegen politiemensen, andere ordehandhavers en opsporingsambtenaren?


8. Vraag Welke maatregelen gaat u nemen als de diversiteit op dit terrein nog steeds groot is?

7 en 8. Antwoord Gelet op uw vraagstelling, heeft u gelijk dat het probleem rondom agressie en geweld breder ligt dan alleen politiefunctionarissen. Op dit moment zie ik dat er overheidsbreed veel verschillen zijn in reacties op agressie en geweld zowel vanuit de organisaties zelf als op het gebied van de strafrechtelijke opsporing en vervolging. Bij de politie is bijvoorbeeld een eerste stap gemaakt om deze verschillen weg te nemen door de handreiking voor "protocol geweld tegen de politie" te introduceren.

Ik wil de komende tijd het overheidsoptreden tegen agressie en geweld nog verder verbeteren en effectiever maken. Daarbij moet centraal staan het vergroten van het bewustzijn bij de burgers dat agressie en geweld onaanvaardbaar is. Daarnaast is het versterken van de effectiviteit van het overheidsoptreden door een eenduidige, daadkrachtige en verzekerde reactie vanuit de overheid van groot belang.