Den Haag, 12 juli
Vragen van het lid Wagner (PvdA) aan de minister van Justitie
over gesignaleerde problemen in de persoonsgerichte aanpak van veelplegers
1.
Bent u op de hoogte van het feit dat het verschil in definitie van jeugdige veelplegers en die van meerderjarige veelplegers, in de praktijk al diverse keren heeft geleid tot een onderbreking van de persoongerichte aanpak (terwijl het plegen van strafbare feiten niet stopte) op het moment dat een minderjarige veelpleger de leeftijd van 18 jaar bereikt, omdat hij dan weer (even) uit die aanpak moet worden gehaald tot hij qua aantal delicten gaat voldoen aan de definitie voor een meerderjarige veelpleger?
2.
Kunt u met mij eens zijn dat een jeugdige die, op basis van het aantal delicten, eenmaal persoonsgericht wordt aangepakt, ook voor alle volgende delicten binnen die aanpak moet blijven? Ook als hij 18 wordt? Juist om te voorkomen dat hij dan (alsnog) zijn criminele carrière met minder aandacht van politie en justitie kan gaan vervolgen en zo weer kan gaan afglijden?
3.
Past zo'n sluitende aanpak niet meer bij de doelstelling om te voorkomen dat jeugdige veelplegers ook meerderjarige veelplegers worden?
4.
Gaat u actie ondernemen om deze 'breuk' c.q. dit 'gat' te dichten? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Met vriendelijke groet,
Chantal Linnemann
Secretaresse Voorlichting
Tweede Kamer-fractie Partij van de Arbeid
Plein 2
K 104
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Tel: 070 318 2694
Fax: 070 318 2800
c.linnemann@tweedekamer.nl
Partij van de Arbeid