Partij van de Arbeid


Den Haag, 12 juli 2006


Vragen van de leden Van Dam, Samsom en Verdaas (allen PvdA) aan de minister van Economische Zaken en de staatssecretaris van Milieu


m.b.t. regelgeving bij milieuvergunningen


(Betreft vervolgvragen op eerdere schriftelijke vragen (2005-2006 / nr. 1423)


1

Bent u bekend met de conclusie uit een TNO-rapport van 2004 waarin gesteld wordt dat met het uitgezonden elektrisch vermogen of het EIRP de milieu-invloed van een zendinstallatie beter kan worden bepaald dan via het hanteren van een norm voor het ingaand vermogen van een installatie?


2

Waarom vindt u ingangsvermogen een geschikte norm voor het maximaal op te nemen elektrisch vermogen bij de toekenning van een milieuvergunning voor een zendinstallatie, wanneer deze norm volgens het TNO-rapport niet direct gerelateerd is aan het de hoeveelheid elektromagnetische output van deze installatie?


3

Ligt het, op basis van de conclusie van TNO, niet meer voor hand om bij zendinrichtingen een norm te hanteren voor de maximale hoeveelheid uit te zenden elektromagnetische golven in plaats van een norm voor het maximum op te nemen elektrisch vermogen?


Met vriendelijke groet,


Chantal Linnemann

Secretaresse Voorlichting


Tweede Kamer-fractie Partij van de Arbeid

Plein 2

K 104

Postbus 20018

2500 EA Den Haag

Tel: 070 318 2694

Fax: 070 318 2800

c.linnemann@tweedekamer.nl


TNO-rapport: EM wetgeving zendinrichtingen; rapportnummer: FEL-03-C069, februari 2004
Kamervragen 2005-2006 / nr. 1423