Gemeente Utrecht


2006 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
67 Vragen van de heer P.F.C. Jansen
(vragen binnengekomen op 23 juni 2006
en antwoorden van het college verzonden op 12 juli 2006)


Afgelopen dagen hebben bewoners van Zuilen veel last gehad van stankoverlast, vermoedelijk van een mengvoerbedrijf op Lage Weide. Veel mensen hebben hun klacht gemeld via de milieutelefoon van de Provincie, zonder dat dit direct zichtbaar effect heeft gehad.

De overlast is niet nieuw. Al ongeveer twintig jaar is er van tijd tot tijd sprake geweest van stof-, geluid- en stankoverlast vanuit het bedrijventerrein Lage Weide. Dit heeft ruim tien jaar geleden geleid tot de oprichting van de actiegroep Zuilen Gezond en vervolgens tot een "geïntegreerde aanpak" van gemeente en provincie Utrecht voor het verminderen van de emissies en de overlast vanuit het industrieterrein. Aanvankelijk vanuit de Kaasstolp-benadering, waarbij de totale emissies op het industrieterrein begrensd worden. Uiteindelijk is in 2005 geconcludeerd dat deze aanpak onhaalbaar is en dat de emissies via de individuele milieuvergunningen van de bedrijven aangepakt moeten worden.

Ondergetekende heeft op 14 maart 2001 schriftelijke vragen gesteld over een eerder incident met stof- en geluidsoverlast vanuit Lage Weide (2001/18). De vragen hadden onder meer betrekking op de afstemming van de handhaving tussen de gemeente en de provincie Utrecht. Dat is van belang omdat bij sommige bedrijven de provincie "bevoegd gezag" is en bij andere de gemeente Utrecht.

De antwoorden wekten vertrouwen in een goede samenwerking. De SP-fractie is benieuwd waarom ondanks deze samenwerking vijf jaar na dato dagenlang stankoverlast kan voorkomen zonder dat wordt ingegrepen.


Wij hebben de volgende vragen:

1. Hoeveel klachten over de recente stankoverlast zijn binnengekomen bij de provinciale milieutelefoon, wanneer was de eerste melding?


Klachten kunnen zowel binnenkomen bij de provinciale klachtentelefoon als ook bij de gemeente zelf. De eerste melding van de recente stankoverlast is van 19 juni jl. In totaal zijn sindsdien 18 klachten gemeld (d.d. 29 juni 2006).


2. Welke actie is hierop ondernomen door de provincie en de gemeente? Zijn er afspraken wie het initiatief neemt voor onderzoek indien er twijfel bestaat of het bronbedrijf valt onder het bevoegd gezag van de provincie, dan wel de gemeente?


De klachten die bij de provinciale milieuklachtentelefoon binnenkomen worden gescheiden in klachten die voor de provincie zelf bestemd zijn en die bij een gemeente thuis horen. Er komen meer dan alleen maar geurklachten binnen bij de klachtentelefoon.

Mocht een en ander met betrekking tot het bronbedrijf waarop de klacht betrekking heeft onduidelijk zijn, dan gaat tot nu toe een provinciaal ambtenaar op onderzoek uit.

De klachten voor de gemeente Utrecht zijn doorgestuurd naar de gemeente. In dit specifieke geval zijn de geurklachten geregisteerd en naar de bedrijven (Agrifirm en De Heus Brokking Koudijs) doorgestuurd. De bedrijven hebben vervolgens de klacht ook zelf onderzocht. In een aantal gevallen waren de klachten niet toe te rekenen aan de mengveevoederbedrijven vanwege de heersende windrichting op het moment van constatering. In andere gevallen kan geconcludeerd worden dat sprake was van een grotere geurconcentratie dan normaal.
Dit is toegestaan indien dit niet meer voorkomt dan in 2% van de tijd (per jaar). Zie antwoord bij vraag 3.


Op voorlichtingsbijeenkomsten en in overleg met de Werkgroep Zuilen Gezond is afgesproken dat bij geurklachten van de mengveevoederbedrijven niet elke klager teruggebeld zal worden. De melding betekent voor de gemeente dat het geurprobleem nog steeds speelt. Indien men daar om verzoekt, dan gebeurt dat natuurlijk wel.


3. Welke afspraken zijn er sinds 1995 gemaakt met de mengvoerbedrijven op Lage Weide ter beperking van de stankhinder? Hoe worden deze afspraken gehandhaafd?


Sinds 1998 is de gemeente bezig om de milieuvergunningen van de mengvoederbedrijven aangepast te krijgen. Op grond van de huidige vergunningen kan de geuroverlast niet afdoende gehandhaafd worden. Het probleem is dat cumulatie optreedt in Zuilen van geur van beide bedrijven. Gepoogd is op basis hiervan de geurnorm voor beide bedrijven in de vergunning vast te stellen. Dit is tot twee keer toe bij de Raad van State vernietigd.

In de recente vergunningaanvragen van de mengveevoederbedrijven wordt verwacht dat voor de situatie in Zuilen cumulatief een acceptabel geurniveau bereikt van 2 geureenheden (bij aaneengesloten woonbouwing). Dat betekent wel dat het geurniveau in 98% van de tijd niet wordt overschreden. En dus in 2% van de tijd wel.

De ontwerpvergunning voor Agrifirm is 14 juni jl. gepubliceerd. De definitieve aanvraag van De Heus Brokking Koudijs wordt op korte termijn verwacht. Nadat de milieuvergunningen definitief zijn, kan handhaving plaatsvinden.


4. Bij de beantwoording van onze schriftelijke vragen in 2001 is aangegeven dat er nog geen geijkt meetinstrument voor geur bestaat. Is er op dit punt al vooruitgang geboekt, waardoor objectiever valt vast te stellen of er sprake is van stankoverlast?


Er is nog geen eenvoudig (noch experimenteel) geurmeetsysteem op de markt verkrijgbaar, waardoor een en ander makkelijk vast te stellen is. Ook is er nog geen zicht op een dergelijk systeem.


5. Zijn er in het kader van het project herstructurering/revitalisering Lage Weide acties voorzien om de milieuhinder van problematische bedrijven terug te dringen? Zo nee, ziet u mogelijkheden om dergelijke acties alsnog toe te voegen aan het programma?


Het terugdringen van hinder en de handhaving van een bedrijf wordt geregeld in de milieuvergunning. In dit geval betekent dat concreet het vastleggen van maximaal toelaatbare niveau.

Getracht wordt een mogelijke beperking van nieuwe geurhinder op Lage Weide via het aanpassen van het bestemmingsplan Lage Weide te laten plaatsvinden. Dit gebeurt dan door de geurhinder veroorzakende bedrijven te schrappen uit de bijbehorende bedrijvenlijst waardoor deze zich niet kunnen vestigen.


---- --