ABP


Datum: 12-07-2006

Kwartaalbericht ABP, tweede kwartaal 2006

Beleggingsresultaat 2e kwartaal 2006 -1,5%, over 2006 tot nu toe 1,4%. De financiële positie (dekkingsgraad) op basis van actuele marktrentes is 133,0%. Dit is een verbetering van
1,7%-punten ten opzichte van het vorige kwartaal en van 13,3%-punten ten opzichte van ultimo 2005.

Hoofdpunten

· Na een boven verwachting sterk eerste kwartaal, is de financiële positie van ABP in het tweede kwartaal verder verbeterd door een stijging van de kapitaalmarktrente.
· Voor volledige indexatie is verdere verbetering van de financiële positie nodig.

Heerlen, 12 juli 2006 ­ Stichting Pensioenfonds ABP maakt bekend dat het beleggingsrendement over het tweede kwartaal van 2006 -1,5% bedroeg. Daarmee is het totale vermogen van ABP ultimo tweede kwartaal 194 miljard. Hier staat tegenover dat de waarde van de nominale verplichtingen daalde met 3,8 miljard a.g.v. oplopende kapitaalmarktrente, zodat per saldo de dekkingsgraad verder steeg van 131,3% eind maart naar 133,0% ultimo tweede kwartaal.

De voortgaande positieve ontwikkeling van de financiële positie toont de herstelkracht van ABP. ABP verwacht dat de verbetering van de financiële positie zich verder doorzet. Indien dit het geval is, ligt volledige indexatie van de pensioenen voor 2007 binnen de mogelijkheden. Vooral de ontwikkeling van de kapitaalmarktrente zal hierbij bepalend zijn. De kapitaalmarktrente is de afgelopen maanden verder gestegen, maar het lange termijn evenwichtsniveau lijkt nog niet bereikt. Voor een volledige aanpassing van de pensioenen aan de loonontwikkeling bij overheid en onderwijs is een dekkingsgraad van circa 140% noodzakelijk. Met een verdere stijging van de rente met ongeveer 30bp of een additioneel beleggingsrendement van ongeveer 4% is de bovengrens van de indexatiestaffel bereikbaar. Dick Sluimers (directeur Financiën en wnd. vz. directieraad): "We zijn tevreden over het voortgaande herstel van de financiële positie van ABP. Ondanks de lichte correctie op financiële markten in het afgelopen kwartaal, liggen we met een gemiddeld reëel rendement van bijna 6% sinds 1992 op koers."

Ontwikkeling financiële positie tweede kwartaal
Over het tweede kwartaal van 2006 is de financiële positie verder verbeterd met in totaal 1,7 procentpunten, ondanks het negatieve beleggingsresultaat. De volgende factoren hebben hieraan bijgedragen (in procentpunten dekkingsgraad):
             afname vermogen                                                  -1,7%
             afname verplichtingen door stijging kapitaalmarktrente           +5,1% 
             toename verplichtingen door reguliere oorzaken                   -1,7% 
                                                                              ---------
             per saldo                                                        +1,7%

Belangrijkste kengetallen

t/m 2005 2e kwart. 2e kwart. mutatie 2006 2006 2006

Fondspositie (Nominale dekkingsgraad, %) 119,7 133,0 +13,3

Vermogen ( miljard) 190,6 193,8 +3,2 Verplichtingen ( miljard) 159,2 145,7 -13,5

Rendement beleggingsportefeuille (%) 12,8 -1,5 1,4

Vastrentende waarden 4,3 -0,6 -2,0 Zakelijke waarden 20,8 -2,5 4,0 · Aandelen 20,8 -4,1 1,5 · Onroerend goed en vastgoedfondsen 18,2 -0,9 11,3 · Private equity 27,2 5,9 9,9 · Grondstoffen 23,2 4,9 1,7 Overige beleggingen 4,8 0,6 3,5

Samenstelling beleggingsportefeuille (%) Vastrentende waarden 43,2 43,6 +0,4 Zakelijke waarden 53,6 52,4 -1,2 Overige beleggingen 3,2 4,0 +0,8

- 2 -

Beleggingsrendement tweede kwartaal 2006

In het tweede kwartaal van 2006 heeft de beleggingsportefeuille een negatief rendement behaald. Onder invloed van mondiale renteverwachtingen heeft de aandelenportefeuille 4,1% aan waarde verloren, waarvan het grootste deel in opkomende markten (3,7% van de totale portefeuille). De portefeuille met vastrentende waarden had vooral te lijden onder de gestegen rente in de Verenigde Staten hetgeen resulteerde in een verlies van 0.6% rendement in het tweede kwartaal. De beleggingen in Private Equity en Grondstoffen waren positieve uitschieters met respectievelijk 5,9% en 4,9% rendement. De strategie om het US dollar-risico volledig af te dekken heeft ABP in het tweede kwartaal 2% rendement opgeleverd.

Loonontwikkeling

In dit kwartaalbericht is uitgegaan van een algemene loonontwikkeling, die de basis vormt voor de indexatie van de pensioenen, van 2,65%. Hierin zijn de afspraken verwerkt, zoals die voor 2006 tot nu toe in de CAO's zijn gemaakt. Deze afspraken dekken 85% van de sector Overheid & Onderwijs. In het vorige kwartaalbericht werd nog uitgegaan van de CPB-raming van 1,80% voor het jaar 2006 voor de sector Overheid & Onderwijs.

Economische vooruitzichten

De wereldeconomie nadert een kruispunt en het is nog lang niet zeker welke weg wordt ingeslagen. Een beperkte groeivertraging met op termijn een stabilisatie van de inflatie lijkt het meest waarschijnlijk, maar minder gunstige scenario's zijn zeker niet uitgesloten. De toegenomen onzekerheid heeft in het afgelopen kwartaal geleid tot een grotere volatiliteit op de financiële markten, waarbij met name risicovolle beleggingen als aandelen en obligaties in de opkomende landen hun prijs zagen dalen.

Voor de komende maanden verwachten we dat de onrust aanhoudt. In de Verenigde Staten zijn er duidelijk tekenen van een afkoeling van de economie, maar tegelijkertijd loopt de inflatie langzaam verder op. De centrale bank heeft inmiddels de beleidsrente opgehoogd naar 5,25% en het einde van de reeks renteverhogingen lijkt in zicht. Met een groeivertraging in het vooruitzicht ligt het niet voor de hand dat de Amerikaanse lange rente nog veel zal stijgen.

Dit ligt iets anders voor de Eurozone en Japan. Terwijl het herstel in beide economieën onverminderd doorgaat, is het monetair beleid nog steeds ruim. Zowel de ECB als de Bank of Japan zijn begonnen met het verminderen van de stimulans. We verwachten dat dit in beide regio's gepaard gaat met een verdere normalisatie van de lange rente. De marktcorrectie in het tweede kwartaal heeft de waarderingen op diverse markten iets verbeterd, maar desondanks blijven de vooruitzichten voor zakelijke waarden gematigd positief.

- 3 -

Lange termijn rendement In onderstaande grafiek is het gecumuleerde rendement vanaf 1993 weergegeven, zowel nominaal als reëel. De waarde van iedere in 1993 belegde 100 is per 30 juni 2006 gegroeid naar 281. Het gemiddelde jaarrendement ligt op 7,9%. Het rendement na aftrek van de gerealiseerde looninflatie (het reële rendement) ligt over deze periode 2,8%-punten boven de geraamde 3%, die gehanteerd wordt bij de bepaling van de pensioenpremie.

Rendementen 1993 ­ 2006 Q2 300 7,9% nominaal rendement 250 reëel rendement "prudent" reëel rendement 5,8% 200

150 3,0%

100 ultimo 1992=100 50

0 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05

Profiel
Stichting Pensioenfonds ABP (ABP) is het bedrijfstakpensioenfonds voor werkgevers en werknemers van overheids- en onderwijsinstellingen in Nederland. ABP heeft 2,5 miljoen klanten en een beheerd vermogen van 194 miljard (per 30 juni 2006). Daarmee is ABP het op één na grootste pensioenfonds ter wereld, na het Japanse Government Pension Investment Fund.

Disclaimer
Dit bericht bevat verwachtingen voor de toekomst. Deze zijn gebaseerd op huidige veronderstellingen en inzichten. ABP aanvaardt geen verplichting deze naar aanleiding van toekomstige inzichten of gebeurtenissen publiekelijk te actualiseren. ABP wijst er bovendien op dat de uitgesproken verwachtingen noodzakelijkerwijs onderhevig zijn aan onzekerheden waardoor uiteindelijke rendementen materieel kunnen afwijken bijvoorbeeld door onvoorziene omstandigheden in voor ABP relevante markten, valutakoersen, het renteniveau en ontwikkelingen in wet- en regelgeving. De cijfers in dit document zijn deels gebaseerd op schattingen en niet gecontroleerd door de accountant en externe actuaris.