Ministerie van Buitenlandse Zaken

Kamerbrief inzake verzoek Nederlandse bijdragen aan Sudan en over situatie in Tsjaad

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4
Den Haag | |Task Force Sudan
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag | |

|Datum |7  juli 2006                        |Behand|Meindersma           |
|      |                                    |eld   |                     |
|Kenmer|TFS-135/06                          |Telefo|070 348 6232         |
|k     |                                    |on    |                     |
|Blad  |1/3                                 |Fax   |070-348 5525         |
|Bijlag|                                    |Christa.Meindersma@minbuza.nl|
|e(n)  |                                    |                             |
|      |                                    |Rob.Nijhof@minbuza.nl        |
|Betref|Uw verzoek betreffende Nederlandse  |                             |
|t     |bijdragen aan Sudan en over de      |                             |
|      |situatie in Tsjaad                  |                             |
Naar aanleiding van het verzoek gedaan tijdens het Algemeen Overleg van 13 april 2006 van de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken informeer ik u graag over de Nederlandse bijdragen aan Sudan en over de situatie in Tsjaad.

Nederlandse bijdragen aan Sudan

In 2005 heeft Nederland E 196,514 miljoen bijgedragen aan Sudan. Dit bedrag omvatte een bijdrage van E 38 miljoen aan de Multi Donor Trust Funds (MDTFs) voor wederopbouw van het zuiden en noorden, E 32 miljoen voor aanvullende wederopbouwactiviteiten, E 49,5 miljoen noodhulp en E 27,8 miljoen voor ondersteuning van de Afrikaanse Unie-missie in Darfur en de vredesbesprekingen in Abuja. Daarnaast is in dit bedrag inbegrepen een financiering ter waarde van E 48,2 miljoen uit het programma Ontwikkelingsrelevante exporttransacties (ORET).

In mijn brief van 7 april 2006 informeerde ik de Kamer dat de bijdrage van E 95 miljoen voor 2006 nog substantieel omhoog zou gaan. Inmiddels heeft Nederland voor 2006 een bedrag van E 121,4 miljoen aan Sudan ter beschikking gesteld. Met name de Nederlandse bijdragen voor noodhulp en ondersteuning van de Afrikaanse Missie in Sudan (AMIS) zijn aanmerkelijk verhoogd.

Van de E 121,4 miljoen die Nederland tot nog toe in 2006 voor Sudan beschikbaar heeft gesteld is E 57 miljoen beschikbaar voor de MDTFs, E 8,7 miljoen voor aanvullende wederopbouwactiviteiten via VN en andere organisaties (zgn. 'quick impact activiteiten'), E 1,5 miljoen ter bevordering van de eerbiediging van mensenrechten, E 37,1 miljoen voor humanitaire hulp en E 17,1 miljoen ter ondersteuning van de AU-vredesmissie AMIS in Darfur en voor een bijdrage aan de AU voor de vredesonderhandelingen over Darfur in Abuja.

Situatie in Tsjaad

Zoals bekend opereren in het oosten van Tsjaad sinds eind 2005 door Sudan gesteunde rebellenbewegingen als de "Rassemblement pour la Démocratie et la Liberté" (RDL) en het "Front Uni pour le Changement" (FUC). Een op 8 februari 2006 onder auspiciën van President Khadaffi gesloten akkoord waarbij Tsjaad en Sudan beloven af te zien van inmenging in elkaars interne aangelegenheden, c.q. steunverlening aan rebellenbewegingen op elkaars grondgebied, is tot op heden niet nageleefd.

Op 13 april 2006 voerden rebellen van het FUC een aanval uit op de hoofdstad N'Djamena. Deze werd door het regeringsleger met logistieke steun van Frankrijk afgeslagen.

Op basis van een omstreden grondwetswijziging heeft President Idriss Déby - wiens positie is verzwakt door verdeeldheid binnen het leger en zijn eigen Zaghawa-stam - op 3 mei 2006 verkiezingen laten houden met het doel zich van een derde ambtstermijn te verzekeren. President Déby won met bijna 70% van de stemmen, maar de verkiezingen boetten in aan betrouwbaarheid door het feit dat ze werden gehouden onder slechte veiligheidsomstandigheden en werden geboycot door de belangrijkste oppositiepartijen.

Aan de vooravond van de verkiezingen van 3 mei jl. bracht een EU troika-missie van 27-29 april 2006 een bezoek aan Tsjaad. De missie drong erop aan dat na de verkiezingen een brede politieke dialoog gestart zou worden tussen President Déby en de oppositie. Als follow-up van deze missie werd op 15 mei door het lokale voorzitterschap een gezamenlijke brief van Raad, Commissie en Voorzitterschap overhandigd aan President Déby, waarin nogmaals wordt aangedrongen op een politieke dialoog. Bij deze gelegenheid verklaarde Déby zich bereid tot de gevraagde dialoog met de oppositie.

De ontwikkelingen in Tsjaad worden regelmatig besproken in EU-kader. Zonodig zal de EU bij President Déby blijven aandringen op maatregelen die de interne spanning in het land kunnen verminderen, c.q. de dialoog met de oppositie op gang brengen. Een volgende troika-missie en/of het aangaan van een art. 8 dialoog in het kader van het Akkoord van Cotonou behoren daarbij tot de mogelijkheden.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

---- --