Artsen zonder Grenzen


De opmars van tuberculose in Oezbekistan
In het westen is tuberculose een rariteit; in Oost-Europa en de voormalige Sovjetrepublieken is de ziekte bezig met een grote opmars. In Oezbekistan, in het dorpje Nukus in het uitgestrekte niemandsland ten zuiden van het Aralmeer, heeft Artsen zonder Grenzen een speciale kliniek om tuberculosepatiënten te behandelen die multiresistent zijn geworden: patiënten die niet meer reageren op één of meerdere tbc-medicijnen. Het is de enige plaats in de voormalige Sovjetregio waar zij terechtkunnen.

Resistentie
Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie stortte de gezondheidszorg in: artsen verdwenen uit ziekenhuizen, medicijnen werden niet afgeleverd. Het gevolg: iemand die tuberculose heeft en aan medicijnen weet te komen, stopt ermee zodra hij zich iets beter voelt of als het geld op is. Om van tuberculose (tbc) te genezen moet een kuur - van zes tot acht maanden - afgemaakt worden. Afbreken leidt tot resistentie. Zonder een speciale medicijnenkuur sterven dit soort patiënten vrijwel allemaal.

foto: Tom Craig

Armeluisziekte
De multiresistente vorm van tuberculose kan juist hier razendsnel om zich heen grijpen omdat veel mensen met zijn tienen of meer opeengepakt in kleine, slecht geventileerde huizen wonen en een slechte weerstand hebben. Doordat het Aralmeer opdroogt is veel bedrijvigheid verloren gegaan en leeft het merendeel van de mensen onder de armoedegrens. Geld voor een gevarieerde maaltijd of behoorlijk sanitair ontbreekt.

Speciale kuur
Artsen zonder Grenzen behandelt patiënten die multiresistent zijn geworden met een speciale, extreem zware, medicijnkuur die twee jaar kan duren. De fysieke en sociale gevolgen van een behandeling zijn zeer groot. Vrijwel alle patiënten klagen over veelvuldig overgeven en hallucinaties. Het langdurige ziekenhuisverblijf zorgt bij echtparen voor problemen: niet zelden wordt bij gebrek aan een kostwinner of kinderverzorger een nieuwe man of vrouw getrouwd. Voortijdig stoppen met behandeling heeft vrijwel altijd de dood tot gevolg.

Nieuwe aanpak
Daarom kunnen patiënten hun behandeling thuis afmaken. Bakhtiyar Jaqsimov (33) mocht na negen maanden naar huis toen bleek dat hij geen besmettelijke variant meer had. Elke dag loopt hij 30 minuten om zijn medicijnen op te halen. Een hele opgave als het twintig graden vriest, maar hij kan wel weer bij zijn dochtertje zijn. Omdat Bakhtiyar nog wel te ziek is om te werken krijgt hij één keer per maand een voedselpakket. Twee keer per week gaat hij naar een praatgroep. Zo motiveren patiënten elkaar om de behandeling vol te houden.

Nasiba
Haar botten zijn duidelijk zichtbaar, haar ogen liggen diep in hun kassen. Als ze kucht, houdt ze haar hand voor haar mond. Nasiba Mambetmuratova, 25 jaar oud, ligt al veertien maanden in de Artsen zonder Grenzen-kliniek in Nukus: 'Bij de apotheek waren de medicijnen wel eens op, vaak kreeg ik om de week een ander merk. Door de tbc konden mijn man en ik veelal niet werken en kwamen we nauwelijks rond, laat staan dat er geld was voor medicijnen.'

Kader: medicijnen uit grootvaderstijd

Sterk
Zelf hoopt ze 'sterker te zijn dan de tbc'. Maar Nasiba's lijf is ziek en genezing lijkt nog erg ver weg. Om de dagen door te komen schrijft ze liedjes over het leven. Een surreëel moment: een uitgemergelde tbc-patiënt die zingt over het leven - haar stem klinkt breekbaar en zachtjes. Als de zware medicijnen niet snel aanslaan, is de kans groot dat de tbc-bacterie het weefsel van haar longen zodanig aantast dat ze steeds minder adem kan halen en langzaam zal stikken. 'We hopen dat ze het redt,' zegt dokter Gerrie Vogel van Artsen zonder Grenzen.

In Nukus behandelt Artsen zonder Grenzen patiënten die niet reageren op één of meerdere soorten tbc-medicijnen. De afgelopen 2,5 jaar behandelden onze medewerkers 208 multiresistente tbc-patiënten, van wie er 16 volledig genezen zijn verklaard.

Tuberculose is een van de dodelijkste ziekten ter wereld. Van de wereldwijd bijna negen miljoen mensen die tuberculose krijgen, sterft ongeveer een kwart. Lees meer >>
(Cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie).

juli 2006