Gemeente Amsterdam



Amsterdam wil grachtengordel voordragen voor de lijst van het werelderfgoed van de UNESCO

19 juli 2006
-
Stefan Rutte

Het college van B&W en het dagelijks bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Centrum willen de 17de-eeuwse grachtengordel van Amsterdam laten voordragen voor de UNESCO-Lijst van het Werelderfgoed. In een brief aan minister Van der Hoeven (OCW) geven zij aan dat zij ervan uitgaan dat de voordracht door Nederland, als het Kabinet hiermee instemt, vóór 1 februari 2008 plaatsvindt. De gemeente Amsterdam en de Rijksdienst voor de Monumentenzorg werken samen aan de voorbereiding daarvan.

Wethouder Tjeerd Herrema (Monumenten en Archeologie): "Plaatsing van de Amsterdamse grachtengordel op de Lijst van het Werelderfgoed is een belangrijke erkenning voor de uitzonderlijke en universele waarde van dit 17de-eeuwse deel van de stad. De grachtengordel kan dan in een adem genoemd worden met de Piramides van Gizeh en de Chinese Muur. De plaatsing zal bovendien een belangrijke impuls aan de Amsterdamse toerismebranche geven."

De grachtengordel
De 17de-eeuwse grachtengordel beslaat het gebied rond de Herengracht, Keizersgracht en Prinsengracht. Deze grachtengordel is van grote cultuurhistorische waarde door de unieke stadsplanning waarbij een systeem van eilanden en bruggen werd aangelegd en identieke percelen grond rond open binnentuinen, de zogenaamde keurblokken, werden uitgegeven. De grachtengordel is ook een monument van burgerlijke woonhuiscultuur uit de 17de eeuw.

Volgens de Richtlijnen van UNESCO (uit 2005) moet de voordracht een kernzone en een bufferzone beslaan. De 17de-eeuwse grachtengordel wordt als kernzone aangemerkt en de overige delen van het van rijkswege beschermde stadsgezicht `Amsterdam binnen de Singelgracht' als bufferzone.

Besluitvorming
Een `gebiedsdocument' is onderdeel van de voordracht. In een dergelijk document wordt omschreven en vastgelegd welke taken en bevoegdheden voor een mogelijk toekomstig Werelderfgoed in Nederland van toepassing zijn. Het is de bedoeling dat het gebiedsdocument in september 2006 in concept gereed is, waarna de bestuurlijke besluitvorming plaatsvindt. Als het Kabinet met de voordracht instemt, dan wordt het concept van het nominatiedossier in september 2007 ingediend bij het secretariaat van het World Heritage Committee in Parijs. Dit comité gaat na of het dossier aan de Richtlijnen voldoet. De nominatie kan dan vóór 1 februari 2008 worden ingediend. Voor de behandeling van een nominatie geldt een tijdschema. Verloopt alles naar wens, dan neemt het World Heritage Committee halverwege 2009 een beslissing.

Pb-108