FNV Bouw


datum: 27-07-2006 / bericht: 1 van 41

Na het Bos en Lommerplein bepleit FNV Bouw delen van kennis

'Gaat dat wel goed?!' Heel wat vakmensen op de bouw zien dingen gebeuren waar ze grote vraagtekens bij zetten. Want ze zijn bepaald geen dommekrachten. Maar er loopt meestal niet een deskundige op de bouw rond die ze daarvoor kunnen raadplegen. Toch is dat het moment waarop bouwfouten het snelst en het meest efficiënt kunnen worden voorkomen. FNV Bouw vindt het dan ook de hoogste tijd voor het 'delen van kennis op de bouwplaats'. Anders is het Bos en Lommerplein slechts één incident in een reeks die alleen nog maar verder kan aangroeien. Ten koste van het imago van de bouw.

Sinds de evacuatie van het Bos en Lommerplein roepen veel deskundigen om de terugkeer van de hoofdconstructeur. FNV Bouw denkt dat de oplossing veel lager in de organisatie kan worden gevonden: bij de vakman! Die ziet het snel genoeg als er iets dreigt mis te gaan. Op dat moment heeft die vakman goede raad nodig. Liefst van een ter zake kundige collega van een van de gespecialiseerde bedrijven die op dezelfde bouwplaats aan het werk zijn.

In andere beroepen heet zoiets 'intercollegiale toetsing'. De bouwnijverheid heeft daar helaas nog nauwelijks aandacht voor. Ook de Regieraad Bouw, toch door de overheid opgezet om vernieuwingen in de bouw op gang te brengen, heeft deze vorm van 'integriteit' nog niet opgepakt. PSIBouw (Proces- en Systeeminnovatie in de bouwnijverheid) heeft wel allerlei projecten, maar niet over dit aspect. Te gemakkelijk wordt de belangrijkste 'productiefactor' in de bouw vergeten: de werknemers. Toch moeten daar de vernieuwingen vandaan komen. Want het proces van bouwen is de laatste jaren sterk veranderd. De hoofdaannemer kan het niet alleen af. Hij heeft gespecialiseerde onderaannemers nodig voor fundering, metselen of dakconstructie. De kennis daarover zit bij het gespecialiseerde bedrijf. De hoofdaannemer mag dan de regie voeren, maar hij beschikt allang niet meer over voldoende kennis van de details. Wezenlijk toezicht houdt hij dus niet op wat de ingehuurde specialisten afleveren. Laat staan dat hij in de gaten houdt welke oplossingen er worden gevonden als onderdelen niet bleken te passen. FNV Bouw vindt het al helemaal een illusie om te denken dat 'de overheid' die kennis in huis kan hebben. Maar de bond is er evenmin voorstander van om toezicht te houden in de vorm van 'politiecontrole'.

Dus is het veel zinniger wanneer vakmensen met elkaar in gesprek zijn en blijven over de kwaliteit van hun werk. Dáárover moet de hoofdaannemer ook de regie voeren: 'kennismanagement'. Behalve het voorkomen van fouten heeft dat nog een paar grote voordelen. De vakmensen worden serieus genomen in hun reeds aanwezige vakmanschap. Ze krijgen volop de gelegenheid om dat verder uit te bouwen. Daarmee kunnen ze hogerop in hun eigen bedrijf, of ze kunnen doorstromen van het ene bouwbedrijf naar het andere. Dat komt niet alleen de individuele werknemer maar ook de sector ten goede.

Dus: een vervolg op het 'loopbaantraject', vindt FNV Bouw. De bouwnijverheid toont al de noodzaak aan van verdieping en verbreding van het vakmanschap. Daarbij moet het niet blijven, want de schade aan het imago van de bouw is nu al te groot. De hele keten moet samenwerken: opdrachtgevers, architecten, constructeurs, hoofdaannemers, onderaannemers en gespecialiseerde aannemersbedrijven. Maar nu eens niet met lapmiddelen als het schrijven van een mooi rapport of het aanstellen van een extra ingenieur hier of daar. Nee, gewoon, kennis delen: door die allround timmerman en die ter zake kundige uitvoerder te hulp te komen op het moment dat hij een mogelijke misser op het spoor is. Dat is pas efficiënt!

Lees hierover de opinie van sectorbestuurder Frans Kokke van FNV Bouw in de Staatscourant.