Noordelijk Pakistan: de aardbeving is nog niet helemaal voorbij
De stad Muzaffarabad in noordelijk Pakistan lijdt nog steeds onder de
gevolgen van de aardbeving van 8 oktober 2005. Zo'n 20.000 ontheemden
die niet naar huis kunnen wonen in kampen in en rond de stad. Sinds
kort komt daar zelfs een
nieuwe groep ontheemden bij.
Na de aardbeving kwamen veel inwoners van hooggelegen dorpen naar de
kampen in Muzaffarabad om de winter te doorstaan. In maart konden de
meesten van hen weer terug, maar voor 20.000 mensen was dat niet
mogelijk. Het zijn de mensen van wie het huis in Muzafarrabad zelf
totaal verwoest is, boeren van wie het land volledig verdwenen is bij
de aardbeving of gezinnen waarvan de man omgekomen is, zodat er geen
kostwinner meer is.
Dorpen bedreigd
foto: Ton Koene Daarbij groeien die kampen zelfs weer. Nog steeds
worden dorpen bedreigd door aardverschuivingen, nu als gevolg van de
moessonregens. 6.000 dorpelingen moeten daarom onmiddellijk hun huizen
verlaten; 3.000 van hen zijn al aangekomen in de kampen van
Muzaffarabad.
De nieuwe inwoners van de kampen wordt van alles beloofd: tenten,
water, latrines, bedden etc., maar in de praktijk komt daar weinig van
terecht. Daarbij zullen de nieuwe en oude bewoners nog minstens één
winter in tenten moeten doorbrengen, totdat de overheid hen land
toewijst.
De haast waarmee de regering de nieuwe groep naar Muzafarrabad
evacueert heeft de hulpverleners in de kampen compleet overvallen en
de voorbereidingen om de evacués te ontvangen blijven dan ook achter,
zeker met een nieuwe Kasjmierse winter in aantocht. De
watervoorziening laat te wensen over en door de eerste regens
overstromen de latrines. De voedseldistributies zijn teruggebracht van
iedere twee weken naar éénmaal per maand. De mensen moeten het weinige
spaargeld dat ze nog hebben gebruiken om hun rantsoenen aan te vullen.
Lange rijen
Ook voor medische zorg moet worden betaald, niet alleen voor de
medicijnen, maar ook voor de bus om bij de dokter of het ziekenhuis te
komen. Vaak zijn dan de rijen zo lang dat velen onverrichter zake weer
terug moeten.
`De eerste hulpverlening na de ramp was indrukwekkend, maar het is nu
hartverscheurend om te zien dat zo veel mensen nergens naartoe
kunnen', zegt Joe Belliveau, landencoördinator voor Artsen zonder
Grenzen in Pakistan. `De noodhulpverlening lijkt te zijn doodgebloed
in de drang om met de wederopbouw te beginnen. Daardoor vallen
duizenden mensen in de kampen tussen wal en schip.'
Na de grootschalige hulp direct na de ramp concentreert Artsen zonder
Grenzen in
Pakistan zich nu op Muzaffarabad. In de kampen Mera Tanolian en Ambore
verzorgt ze consulten en medicijnen voor allerlei ziekten. Verder
verzorgt ze ook water en sanitaire voorzieningen in elf kampen. Artsen
zonder Grenzen coördineert haar hulp met de autoriteiten en andere
hulporganisaties om de bevolking zo goed mogelijk bij te staan.
In de hoger gelegen Jhelum Vallei heeft Artsen zonder Grenzen bij het
dorp Hattian een noodhospitaal gebouwd dat de komende jaren dienst kan
doen totdat er een nieuw ziekenhuis is. In en rond Hattian werkt het
team ook aan de verbetering van de hygiëne, onder meer door
voorlichting aan de bevolking.
juli 2006