Vragen CDA inzake naturalisaties
28 juli 2006
Geacht college,
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 41 van het Reglement van Orde
van de gemeenteraad van Hilversum stellen wij u de volgende vragen.
1. Heeft u kennis genomen van het aanvankelijk oordeel van de
Minister van Vreemdelingenzaken en Integratie, dat mevrouw Ayaan
Hirsi Ali nimmer het Nederlanderschap heeft ontvangen wegens
identiteitsfraude?
2. Heeft u met ons geconstateerd dat de Tweede Kamer der
Staten-Generaal in een daarop volgend debat met voornoemde
Minister heeft uitgesproken dat betrokkene, ondanks de
identiteitsfraude, nimmer het Nederlanderschap is kwijtgeraakt?
3. Heeft u kennis genomen van publicaties, waaronder in het
VNGMagazin van 7 juli 2006, nr. 18, Gemeenten het bos ingestuurd,
waarin de indentiteitsfraude aan de orde wordt gesteld en waarin
wordt betoogd dat menig ambtenaar kampt met gewetenswroeging nu in
één geval anders is gehandeld dan de wet toestaat?
4. Kunt u meedelen in hoeveel identieke of vrijwel identieke gevallen
van identiteitsfraude door de gemeente Hilversum het aanvankelijke
standpunt van voornoemde Minister is ingenomen?
5. Heeft u inmiddels op eigen initiatief 'foute gegevens' gewijzigd?
6. Bent u bereid uw medewerkers van burgerzaken c.s. zodanig te
instrueren dat zij op gelijkwaardige en op gelijke wijze handelen
zoals de Tweede Kamer voornoemd ten aanzien van mevrouw Ayaan
Hirsi Ali heeft besloten? Indien u de vraag ontkennend
beantwoordt, waarom niet?
7. Zo neen, bent u dan genegen besluiten omtrent alle zaken waarin
sprake is van onjuiste persoonsgegevens en waarin nog geen
definitief oordeel is gevormd over het Nederlanderschap, voorlopig
aan te houden tot het moment dat uitvoering is gegeven aan de
motie-Van der Vlies die een wetswijziging bepleit waarin 'alle
omstandigheden kunnen worden meegewogen'?
Uw antwoorden zien wij met belangstelling tegemoet.
Namens de CDA-fractie,
E.C.N.G. Reijn
Gemeente Hilversum