GroenLinks veroordeelt Nederlandse passiviteit in Midden-Oosten
31 juli 2006
De situatie in het Midden-Oosten loopt steeds verder uit de hand. Dagelijks
groeit het aantal burgerslachtoffers. De verwoestingen nemen toe. Elke dag
raakt een duurzame vrede verder uit het zicht. GroenLinks vindt dat
Nederland zich veel actiever moet opstellen om deze geweldsspiraal te keren.
Morgen vergaderen de Europese ministers over een oplossing. De
Nederlandse bijdrage blinkt uit door passiviteit. Minister Bot heeft
vandaag zijn inbreng aan de Kamer gestuurd. Zijn bijdrage past op één
vakantiekaartje. GroenLinks verwacht een veel actievere opstelling van
de Nederlandse regering. Daarom heeft GroenLinks verzocht om de Kamer
de gelegenheid te geven schriftelijk te reageren op de Nederlandse
inzet. Het reces mag geen belemmering zijn om de minister te
controleren.
De Nederlandse regering wil een actieve rol voor de Europese Unie,
maar zegt niet hoe die er uit moet zien. Er spreekt geen enkel gevoel
van urgentie uit het optreden van minister Bot. In de brief wordt geen
woord gewijd aan de vele burgerslachtoffers bij de Israëlische
bombardementen op Qana. Nederland spreekt zich ook niet uit over een
onmiddellijk staakt-het-vuren of over de verdere vredesvoorstellen van
Kofi Annan
GroenLinks vindt dat de Nederlandse bijdrage moet bestaan uit de
volgende punten:
1. Een veroordeling van alle militaire acties waarbij
burgerslachtoffers vallen. Er dient een onafhankelijk internationaal
onderzoek te komen naar de burgerslachtoffers in Qana.
2. Een onmiddellijk staakt-het-vuren. Dit is essentieel voor elke
duurzame oplossing: er ontstaat geen vrede tussen de bommen.
3. Steun voor de vredesvoorstellen van Kofi Annan, inclusief een
internationale vredesmacht zodra de bombardementen zijn gestaakt.
4. Een beëindiging van de wapentransporten naar het Midden-Oosten.
Nederland mag geen wapens doorvoeren naar conflictgebieden.
Farah Karimi
«
GroenLinks