Irrationeel gedrag beïnvloedt woningmarkt

Vereniging eigen huis

http://www.eigenhuis.nl

Irrationeel gedrag beïnvloedt woningmarkt

Irrationeel gedrag van consumenten en geldverstrekkers kan tot grote bewegingen leiden in de woningmarkt. Woningeigenaren die de waarde van hun bezit overschatten, gedragen zich alsof ze de buit al binnen hebben. Banken neigen tot lichtzinnige kredietverstrekking in tijden dat de woningmarkt al lang niet is ingestort.

Dat zegt 'emotie-econome' Henriëtte Prast in een interview op de hypotheekrentewebsite (www.eigenhuis.nl\hypotheekrenteaftrek) van Vereniging Eigen Huis, waarop een reeks deskundigen aan het woord komt over de hypotheekrenteaftrek. Prast, ook werkzaam als onderzoekster bij De Nederlandsche Bank, stelt dat huizenkopers en banken kunnen lijden aan rampbijziendheid. 'Als er net een ramp heeft plaatsgevonden, overschat je de kans heel sterk dat het nog eens gebeurt. Als een ramp langer geleden heeft plaatsgevonden, houden mensen er nauwelijks rekening mee dat het nog eens kan gebeuren.'

Consumenten, aldus Prast, zijn kort van geheugen. 'Dat geldt ook voor banken. Als de woningmarkt lang niet is ingestort, staat die optie niet meer op de agenda van de managers. Dat betekent dat risico's niet meer worden meegewogen bij kredietverstrekking. Dus worden te hoge hypotheken gegeven tegen een te lage rente. Het is best denkbaar dat er een bank is die weet dat dat dom is. Maar als die bank als enige lagere hypotheken verkoopt tegen een hogere rente, dan blijven de klanten weg.'

Volgens Prast ontbreekt echte concurrentie bij de hypotheekverstrekkers en is er daarom ook geen zuiverend mechanisme in de branche. 'De huizenbezitter doet met de banken net alsof de bomen tot in de hemel groeien. Dat een woning kopen heel veel met verliefdheid te maken heeft, bevordert dat mechanisme. Als de entree in de smaak valt, zien ze de minpunten niet meer, ook financieel. Ze willen dat huis koste wat kost hebben. Ze denken er veel te lichtzinnig over dat ze in de toekomst misschien de broekriem moeten aantrekken om dat huis te kunnen blijven financieren.'

De wetenschappelijke theorie van Prast dat de homo economicus, de rationele winstmaximaliserende mens niet bestaat, ziet ze terug in de woningmarkt. 'Stel je koopt een nieuwe woning, maar je weet nog niet wat je voor je oude huis krijgt. Mensen raken dan in paniek. Ze willen te snel van hun oude huis af omdat ze bang zijn dat de markt instort. Ernstiger is het als mensen geloven dat de waarde van hun oude woning wordt bepaald door wat de buurman ooit kreeg. Zelfs als ze een redelijk bod krijgen in een dalende markt, weigeren ze te verkopen, met de buurman in het hoofd. Vervolgens wachten ze zo lang, tot ze genoegen moeten nemen met een veel lagere prijs.'

Volgens Henriëtte Prast kijkt De Nederlandsche Bank al langer met een bezorgd oog naar de woningmarkt. Ze ziet op dit moment geen zeepbel in de markt ontstaan, 'maar een plotselinge omslag kan gevaarlijk zijn voor de stabiliteit'. 'In de tijd dat de aandelenmarkt ging hypen, namen veel mensen een tweede of derde hypotheek op hun huis. We hebben in die tijd een enquête gehouden waarin we mensen bevroegen over de waarde van hun woning. Daarbij bleek dat ook mensen die de waarde overwaardeerden toch een tweede hypotheek namen. Een irrationele inschatting, want als je iets overwaardeert, zou je ook moeten weten dat het in waarde kan dalen, los van de discussie over de hypotheekrenteaftrek. Maar ook als mensen in de enquête geconfronteerd werden met een vraag over beperking van de aftrek, zeiden ze toch een tweede hypotheek te zullen nemen. De reden? 'Ik zie het om me heen gebeuren'. Kuddegedrag dus.'

Prast zegt in het vraaggesprek dat de president van De Nederlandsche Bank, Nout Wellink, weliswaar heeft gezegd dat een volgend kabinet de hypotheekrenteaftrek dient aan te pakken, 'maar ik zou willen benadrukken dat hij gepleit heeft voor geleidelijkheid, een verre horizon. Hij heeft beslist niet de indruk willen wekken dat de hypotheekrenteaftrek van de ene dag op de andere moet worden afgeschaft. Dat moet De Nederlandsche Bank ook niet willen.'