Vragen van de PvdA inzake theatervoorziening in Hilversum
8 augustus 2006
Geacht college van burgemeester en wethouders,
Hierbij wil ik u namens de gemeenteraadsfractie van de Partij van de
Arbeid in Hilversum in het kader van artikel 41 van het Reglement van
Orde enige vragen stellen.
In maart jl heeft een kleine onafhankelijke commissie advies
uitgebracht aan de toenmalige wethouder cultuur mevrouw K. Heerschop
over de vraag of en zo ja hoe theater Gooiland een nieuwe toekomst kan
hebben. De hierboven genoemde commissie geeft in haar advies een
zevental conclusies en aanbevelingen die kunnen leiden tot het opnieuw
in gebruik nemen van theater Gooiland. Hierbij gaat het om het maken
van een onderhoudsplan, een aantal aanpassingen en verbeteringen van
het theater i.v.m. ARBO-eisen, het oprichten van een stichting
Gooiland en het beschikbaar stellen van een basissubsidie voor de
programmering van het theater welke hoger dient te zijn dan de nu
beschikbaar gestelde 300.000 euro.
De huidige wethouder E.Boog heeft in de commissie welzijn van juni
aangegeven een onderzoek te willen starten naar de mogelijkheden van
een theater in Hilversum.
Inmiddels staat het nieuwe theaterseizoen weer voor de deur en ziet
het ernaar uit dat Hilversum het wederom zal moeten stellen met een
zeer beperkt aanbod op het terrein van podiumkunsten. Daar komt bij
dat ook Tagrijn in de loop van dit jaar haar deuren tijdelijk zal
sluiten wat een verdere verschraling van dit aanbod met zich mee zal
brengen.
Om meer inzicht te krijgen in de huidige situatie m.b.t. podiumkunsten
in het algemeen en theater Gooiland in het bijzonder, de rol van de
gemeente in deze kwestie en de voortgang omtrent de aanbevelingen die
een onafhankelijke commissie heeft uitgebracht willen wij u graag de
volgende vragen stellen.
1. Wat is er tot nu toe met de aanbevelingen van de commissie door
het college gedaan?
2. Is er, zoals de commissie aanbeveelt, overleg geweest met de
eigenaar om op bepaalde punten tot afspraken te komen, tot een
onderhoudsplan te komen en tot afspraken over de kosten hiervan?
Is er met de provincie contact geweest over de slapende
subsidieaanvraag?
3. Om het theater in gebruik te kunnen nemen dienen er enige
aanpassingen i.v.m. ARBO eisen plaats te vinden. De commissie
beveelt aan dat de gemeente deze kosten voor z'n rekening neemt.
Wat heeft het college met deze aanbeveling gedaan?
4. Tussen eigenaar en huurder van Gooiland is een verschil van mening
gerezen m.b.t. brandpreventieve maatregelen wat een snel gebruik
van Gooiland in de weg kan staan. Welke rol heeft het college
gespeeld om tot een oplossing te komen en zo het mogelijke gebruik
van het theater te versnellen?
5. Inmiddels is er een stichting Gooiland (i.o.). Stelt het college
prijs op zo'n stichting, wil men hiermee samenwerken, onder welke
voorwaarden en welke rol ziet men voor zo'n stichting weggelegd?
6. De commissie vraagt om verhoging van de basissubsidie voor
programmering dat nu 300.000 euro bedraagt. Hoe denkt het college
daarover?
7. Ziet het college mogelijkheden om een deel van de Tagrijn
programmering - pop, jazz en wereldmuziek concerten - in Gooiland
te programmeren waarmee men de programmering van Tagrijn
continueert en de Gooiland programmering nieuw leven inblaast?
8. Op welke termijn denkt het college dat het theater weer optimaal
gebruikt kan worden?
9. Het Gooiland complex staat ook te koop. Heeft het college haar
contacten gebruikt om te kijken of beleggers - in welke vorm dan
ook - met liefde voor cultuurhistorisch erfgoed en theaterwereld
potentiële kopers zouden kunnen zijn?
10. Zou in samenspraak met stichting Gooiland (i.o.), Tagrijn, theater
achterom en anderen een korte termijn beleid (2 jaar) voor de
podiumkunsten en een lange termijn beleid kunnen worden
ontwikkeld?
In afwachting van uw antwoord,
Teken ik met vriendelijke groet,
Jacques van Rooijen
Namens de fractie van de Partij van de Arbeid.
Gemeente Hilversum