Unicef
Sri Lanka: moord op hulpverleners veroordeeld 10 augustus 2006, New York - De recente moord op 17 Sri Lankaanse hulpverleners is wereldwijd veroordeeld. Joanna Van Gerpen, directeur van Unicef in Sri Lanka, noemde de moorden, die veel weghadden van een executie, 'ongekend en wellicht een van de ernstigste incidenten in de geschiedenis van de humanitaire hulpverlening'.
Joanna Van Gerpen, directeur Unicef Sri Lanka, in gesprek met een vrouw die voor het geweld tussen de Tamil Tijgers en de regeringslegers is gevlucht. Foto: Unicef Sri Lanka/2006/Dunbar Joanna Van Gerpen, directeur Unicef Sri Lanka, in gesprek met een vrouw die voor het geweld tussen de Tamil Tijgers en de regeringslegers is gevlucht. Foto: Unicef Sri Lanka/2006/Dunbar
De hulpverleners waren in dienst van 'Action Against Hunger', een organisatie die hulp verleent aan de slachtoffers van de tsunami op Sri Lanka. Ze werden gedood tijdens een missie in de stad Muttur, in het noordoosten van het land. In dit gebied zijn enkele weken geleden gevechten uitgebroken tussen regeringstroepen en de Tamil Tijgers. Toen de hevigheid van de gevechten toenam, is praktisch iedereen Muttur ontvlucht.
Volgens Van Gerpen zijn de gevechten ontstaan door een geschil over de verdeling van het water. Mogelijk heeft de moord op de hulpverleners hier ook mee te maken. "De Tamil Tijgers hebben de watertoevoer naar de door de regering gecontroleerde gebieden afgesloten," zegt Van Gerpen. "Daardoor verdroogden de rijstvelden. De Tamil Tijgers vonden dat het water niet eerlijk over alle gebieden werd verdeeld."
Een meisje tapt water uit een tank die door Unicef is geleverd. Foto: Unicef Sri Lanka/2006/Dunbar Een meisje tapt water uit een tank die door Unicef is geleverd. Foto: Unicef Sri Lanka/2006/Dunbar
Tienduizenden vluchtelingen
De nieuwe uitbraak van geweld is een van de ernstigste schendingen van het staakt-het-vuren, dat de regering en de Tamil Tijgers in 2002 hebben ingesteld. Ongeveer 41.000 mensen, waarvan de helft vrouwen en kinderen, zijn in het noordoosten door het conflict van huis en haard verdreven. "We kunnen in twee gebieden niet komen, maar we denken dat daar nog eens 25.000 ontheemden zijn," zegt Joanna Van Gerpen.
Unicef zorgt in opvangkampen voor noodhulp, zoals voorzieningen voor veilig drinkwater en sanitair en medicijnen. Ook worden er kindvriendelijke centra opgezet, waar kinderen hulp krijgen bij het verwerken van hun ervaringen. Daarnaast wordt geprobeerd het onderwijs aan de ontheemde kinderen zo snel mogelijk te hervatten.