Gemeente Nijmegen

Extra aandacht voor voortijdige schoolverlaters

De regio Nijmegen-Arnhem spant zich het komende schooljaar 2006-2007 extra in om voortijdige schoolverlaters voor het onderwijs te behouden. Dat is vastgelegd in een convenant dat de gemeente Nijmegen namens de regio Nijmegen-Arnhem met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap sluit. Het streven is om aan het einde van dit schooljaar in de regio Nijmegen 100 en in de regio Arnhem 162 minder voortijdige schoolverlaters te hebben dan het jaar ervoor.

Het convenant werkt op basis van no cure, no pay. Voor iedere geregistreerde voortijdig schoolverlater minder ten opzichte van een in het schooljaar 2005-2006 gehouden nulmeting keert het ministerie 2000 euro uit, met een maximum van 524.000 euro. Voor de regio Nijmegen is maximaal 200.000 euro beschikbaar, voor de regio Arnhem 324.000 euro.

In de regio Nijmegen (de gemeenten Groesbeek, Heumen, Ubbergen, Millingen, Wijchen, Beuningen, Nijmegen, Druten en West Maas en Waal) werden in 2005 1553 voortijdig schoolverlaters geregistreerd. De extra aandacht die voortvloeit uit het convenant is specifiek gericht op 18- tot 23-jarigen die er niet in slagen een HAVO- of MBO-diploma te halen. Die groep telt de meeste leerlingenuitval.

Om meer voortijdige schoolverlaters voor het onderwijs te behouden wordt in de regio Nijmegen het ROC Nijmegen ingeschakeld. Van de 100 vroegtijdige schoolverlaters moeten er 50 succesvol herplaatst worden via intensieve begeleiding door het RMC-Trajectbureau. De andere vijftig volgen nog middelbaar beroepsonderwijs en moeten daarvoor behouden blijven via extra activiteiten die voortijdig schoolverlaten tegengaan.

Ook met elf andere regios in Nederland heeft het ministerie een vergelijkbaar convenant afgesloten. Arnhem-Nijmegen en de andere elf regios behoren tot de twaalf regios in Nederland met de meeste voortijdige schoolverlaters. In Nijmegen was in 2005 4,1 procent van de jongeren tussen de 12 en 23 voortijdig schoolverlater.