Zeehondencreche Pieterburen

Ontsnapt aan de zeehondenjacht

Zadelrobben worden eind februari, begin maart in het oosten van Canada en de Witte Zee op het ijs geboren. Bij het eiland Jan Mayen in de noordoostelijke Atlantische oceaan is de geboorteperiode iets later: van medio maart tot april. De jongen hebben bij de geboorte een volledig witte vacht die na twee tot vier weken uitvalt. Met die witte vacht kunnen de jongen niet zwemmen; ze blijven met hun moeder op het ijs waar ze ook gezoogd worden. Dit is de fase waarin jaarlijks honderdduizenden van deze zeehonden gedood worden. Jonge verhaarde zadelrobben kunnen verschillende kleurtekeningen hebben. Voor "onze" zadelrob is dat een vacht die licht crèmekleurig tot bruinachtig is waarop zich heel duidelijk vlekken aftekenen. Pas op latere leeftijd krijgen de meeste zadelrobben het karakteristieke zwarte "zadel" op de rug en de zwarte kop.

De zadelrob wordt volgens de regels in volstrekte quarantaine gehouden. Ze is erg vermagerd en doodvermoeid na haar lange reis binnengekomen in de Zeehondencrèche. Maar door de vispap die ze gevoerd krijgt zal ze snel weer op krachten komen. Zodra ze weer goed op gewicht is, zal ze rechtstreeks vanuit de quarantaine vrijgelaten worden, zover mogelijk op de Noordzee. Zeehonden hebben de beschikking over een goede navigatie en als de lichamelijke conditie goed is weten ze de weg naar hun geboortegronden snel terug te vinden. Daar loopt deze zadelrob geen gevaar meer, want de verhaarde dieren zijn voor de jagers niet meer interessant.