Wageningen Universiteit

7 sep 2006
Onderdeel: Wageningen UR

Als er niets gebeurt dan sterft de noordkromp in de zuidelijke Noordzee uit. Dat stelde dr. Han Lindeboom van Wageningen Imares, onderdeel van Wageningen UR, tijdens het symposium over duurzaam beheer van de Noordzee, dat het nieuwe instituut organiseerde op 5 september.

Het gaat slecht met de noordkromp in de Oestergronden en het Friese Front. Uit onderzoek van Rob Witbaard van het NIOZ en Wageningen Imares blijkt dat de noordkromp, een meer dan tien centimeter groot schelpdier, hier nu in dichtheden van maximaal 35 dieren per honderd vierkante meter voorkomt, terwijl in de Oostzee dichtheden voorkomen van 150 dieren per vierkante meter. Uit modelberekeningen blijkt dat als alles blijft zoals nu, er in 2017 nog maar één noordkromp per hectare zal leven. Dan is de noordkromp praktisch uitgestorven.

Op de vraag of we ons zorgen moeten maken over de achteruitgangzegt Witbaard: âWereldwijd is er niets aan de hand. Maar het is een indicatiesoort. Als langlevende soort - leeftijden van tachtig tot honderd jaar zijn geen uitzondering - zegt hij iets over de stabiliteit van het ecosysteem in een gebied.'

Daarnaast is de noordkromp op het Nederlands Continentaal Plat genetisch anders dan andere populaties in de Noordzee. Dat kan volgens Witbaard betekenen dat de populatie zichzelf in stand houdt, en geen zaad ontvangt van andere populaties. Als de dichtheid zo sterk daalt dat de Nederlandse populatie zich niet meer vernieuwt, kan dit genotype daardoor voorgoed verdwijnen.

De grootste bedreiging voor de noordkromp is de boomkorvisserij. 'Tachtig procent van de noordkrompen die als bijvangst worden gevangen zijn zodanig stuk dat ze sterven', stelt Witbaard. âEn ook op de bodem blijven veel dodelijk beschadigde exemplaren achter.'

Witbaard gaat dit jaar opnieuw tellen hoeveel noordkrompen er in de twee onderzochte gebieden leven. Het beste gebied om de noordkromp te beschermen is de Oestergronden, vertelt Witbaard. Dat is echter niet als beschermd gebied aangewezen. Het Friese Front wel, maar zowel Lindeboom als Witbaard verwachten niet dat dat veel zal helpen als het gebied niet ook volledig voor bodemberoerende visserij wordt gesloten. En vooralsnog zit dat niet in de planning.
Martin Woestenburg

Bovenstaand bericht is geproduceerd door de redactie van Resource, het weekblad voor Wageningen Universiteit en Researchcentrum. Het wordt u aangeboden door de afdeling Corporate Communicatie. Meer informatie bij Pers- en wetenschapsvoorlichting van Wageningen UR, e-mail: pers.communicatie@wur of bij de redactie van Resource, e-mail: resource@cereales.nl. Zie archief van voorloper Wb op http://www.wb-online.nl.