Provincie Zeeland


Deskundigencommissie ingesteld ter beoordeling van alternatieven natuurontwikkeling

De provincie Zeeland heeft tot nu toe zes alternatieven ontvangen, in het kader van project Natuurpakket Westerschelde. Om de ideeën te beoordelen is een commissie van onafhankelijke deskundigen ingesteld. Zij zullen toetsen of de ideeën passen binnen de doelstellingen van het project.

De onafhankelijkheid van de commissie is een belangrijke voorwaarde. De uitspraken dienen tenslotte door zowel voor- als tegenstanders van het project serieus te worden genomen. De voorzitter van de commissie dient over ruime bestuurlijke ervaring te beschikken. Gedeputeerde Staten van Zeeland (GS) heeft de heer prof. Drs. F. Maljers bereid gevonden de commissie voor te zitten. In naam wordt nu gesproken over de commissie Maljers.

Samenstelling commissie

De primaire deskundigheden die in de commissie noodzakelijk zijn, betreffen kennis van mariene ecosystemen en geomorfologische processen. De commissie wordt nog aangevuld met een ervaringsdeskundige met betrekking tot de bestuurlijke verhoudingen en processen in Zeeland. Ook kan de commissie ondersteund worden door een onafhankelijke juridische deskundige op het gebied van natuurbescherming.

Taakomschrijving commissie en beoordelingskader

De commissie Maljers zal GS adviseren, door een beoordeling te geven over de kansrijkheid van aangereikte alternatieven, ten behoeve van de milieueffectrapportage (MER) -procedure. Desgewenst kan de commissie actief nagaan of er nog andere alternatieven leven, en deze eveneens beoordelen.

De opdracht aan de commissie kent randvoorwaarden. Zo zal de commissie bijvoorbeeld niet de natuurontwikkelingsplannen of -locaties beoordelen, zij kijkt alleen of er ook alternatieve maatregelen mogelijk zijn om tot hetzelfde eindresultaat te komen. Ook moet de tijdsplanning van het project, zoals voortvloeit uit de bestuursovereenkomst tussen het Rijk en de Provincie, in alle redelijkheid gehandhaafd blijven.

Aanpak en tijdpad

De commissie zal in contact treden met de indieners van de alternatieven. Zo zullen de indieners de mogelijkheid krijgen hun ideeën aan de commissie mondeling toe te lichten.

Bevindingen van de commissie worden uitsluitend voorgelegd aan GS. Vervolgens is het de taak van GS om te bepalen hoe en wanneer de resultaten van een standpunt worden voorzien en bekend worden gemaakt.

Het tijdpad van dit proces blijft gekoppeld aan het tijdpad dat voor de MER vaststaat. Naar verwachting zal eind november 2006 de beoordeling van de alternatieven door de commissie gereed zijn.

Samenhang met het milieueffectrapportage -traject

Het formele traject voor het afwegen van alternatieven vindt plaats binnen de MER -procedure. De toetsing door de commissie Maljers is aanvullend hierop.

De beoordeling van de commissie wordt zo goed mogelijk afgestemd op het formele MER -traject. Indien de commissie tot een positief oordeel komt over een alternatief, kan GS het advies van de commissie overnemen en besluiten om een extra alternatief op te nemen in het MER.

12 september 2006, V.M. Welleman-Cathrine, 0118-631857, nr. 149/06