Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen

19-09-2006

30 miljoen extra voor exacte kennis van leerkrachten basisonderwijs

Het Programmabureau VTB (Verbreding Techniek Basisonderwijs) is verheugd met de extra investeringen van het kabinet om de kwaliteit van leerkrachten in het basisonderwijs op te krikken. Er is een bedrag van 30 miljoen euro toegekend aan twee projecten die zijn gericht op de bijscholing van leerkrachten en pabo-studenten op het gebied van rekenen, wetenschap en technologie. Het gaat om een eenmalige additionele impuls, gefinancierd uit de aardgasbaten. De KNAW is bij het Programma VTB betrokken via haar oud-president prof. dr. W.J.M. Levelt. Levelt is voorzitter van de commissie Wetenschap en Technologie van het Programma VTB, waarin een aantal vooraanstaande hoogleraren zitting hebben. De KNAW vindt het van groot belang dat jonge kinderen worden aangesproken op hun wetenschappelijk talent, omdat daar de basis wordt gelegd voor de kenniseconomie.

Professionele leerkrachten
De deskundigheid en professionaliteit van leerkrachten zijn cruciaal voor de kwaliteit van het onderwijs. Na ruim anderhalf jaar ervaring van 1330 scholen en 25 regionale steunpunten met het Programma VTB, blijken de competenties van (aspirant-) leerkrachten ook voor de invoering van VTB een belangrijke succesfactor. Door de extra middelen ontstaat er ruimte om versneld een professionaliseringsslag in het basisonderwijs te maken.

Het ontwikkelen van talenten van jonge kinderen op het gebied van science en technologie vraagt van leerkrachten specifieke vakkennis en een bijzondere pedagogisch-didactische aanpak. Een van de toegekende projecten is gericht op de bijscholing van leerkrachten in het primair onderwijs op de gebieden rekenen, science en technologie. Door de extra middelen kunnen er de komende jaren 5.000 leerkrachten worden geschoold in deze domeinen.

Het tweede project richt zich op de versterking van science- en technologiecompetenties van de huidige generatie pabo-studenten. Dit project moet ervoor zorgen dat de komende jaren 5.000 nieuwe leerkrachten het basisonderwijs instromen die in de klas direct aan de slag kunnen met science en technologie. Daarnaast zullen stages worden gerealiseerd voor studenten van universiteiten en hogescholen die samen met pabo-studenten basisscholen ondersteunen met het versterken van hun onderwijs in science en technologie.

Door het Programma VTB zijn het afgelopen jaar diverse scholingstrajecten ontwikkeld en verzameld die zijn te benutten voor professionalisering van leerkrachten en pabo-studenten en er zijn op kleinere schaal stagenetwerken opgezet.

Waardevolle investering
De projecten die zijn toegekend met de FES-middelen zijn als positief beoordeeld door het Centraal Planbureau. Een hoge basiskwaliteit van (bèta)onderwijs kan grote maatschappelijke opbrengsten hebben volgens het CPB. Daarnaast leveren de projecten waardevolle kennis op voor andere sectoren van het onderwijs.

Voor meer informatie over het programma VTB zie www.programmavtb.nl of neem contact op met Carlijn Schendstok, projectleider communicatie van het programmabureau VTB, tel. 070-3119715,
c.schendstok@programmavtb.nl

Voor meer informatie over het Platform Bèta/techniek en het Deltaplan kunt u contact opnemen met Rolf Schreuder, communicatiemanager Platform Bèta/techniek, tel. 070-3119711, r.schreuder@deltapunt.nl, www.platformbetatechniek.nl

U kunt de volgende personen benaderen voor een reactie op bovenstaand bericht:

* Dhr. Ton Duif, voorzitter van de Algemene Vereniging van Schoolleiders, tel. 030-2361010, t.duif@avs.nl
* Frank Rokebrand, voorzitter van het Landelijk Overleg Lerarenopleidingen Basisonderwijs, tel. 06-51601943, frank.rokebrand@introweb.nl

* Dhr. Kerst Boersma, hoogleraar-directeur centrum voor bèta-didactiek van de Universiteit Utrecht, tel. 030-25351 50, k.th.boersma@phys.uu.nl

* Mevr. Carla van den Bosch, Basisschool 't Talent, tel. 024-3604332, carlavandenbosch@planet.nl

BIJLAGE

Aansluiting bij Deltaplan Bèta/techniek
Met het Deltaplan Bèta/techniek heeft het Kabinet vanaf 2004 maatregelen in gang gezet om meer jongeren te interesseren voor een opleiding en een loopbaan in de bèta- en technieksectoren. Dit in lijn met de 'Lissabon ambities' in Europa om structureel meer bètatechnici op te leiden en het innovatieklimaat te versterken. Om dit te bereiken is een aanpak gekozen over de hele keten, van primair onderwijs tot de arbeidsmarkt met als doel het onderwijs en het loopbaanperspectief in bètatechniek aantrekkelijker te maken. De uitvoering van dit Deltaplan verloopt voorspoedig. Er zijn vijf grote innovatieprogramma's ingericht waaraan scholen en bedrijven kunnen deelnemen die ambitie hebben om hun bètatechnische talenten te stimuleren.

* Verbreding Techniek Basisonderwijs. Aan dit programma nemen thans 1330 scholen deel. Dit aantal zal groeien naar 2500 in 2010. Daarnaast nemen alle Pabo's deel en zullen 'science en techniek' worden geïntegreerd in de schoolprogramma's van alle basisscholen.

* Het Universumprogramma is gericht op het voortgezet onderwijs havo-vwo. Honderd scholengemeenschappen gaan zich extra toeleggen op het geven van excellent exact onderwijs.
* Het Ambitieprogramma is gericht op het beroepsonderwijs vmbo-mbo. Er werken nu 35 vmbo-scholen en ruim 40 technische ROC's samen met regionale partners om het technisch onderwijs te vernieuwen.
* Het Sprintprogramma is gericht op het hoger onderwijs hbo-wo. Alle hbo-instellingen met technisch onderwijs en alle universiteiten met technische of bètafaculteiten participeren om instroom, behoud en uitstroom van studenten te verhogen.
* Het programma Aantrekkelijke Carrières Techniek richt zich op werkgevers in publieke en private sector. Doel is om loopbaanperspectieven jonge bètatechnici te verbeteren en het imago van sectoren en branches te verbeteren. In tien branches en zogenaamde innovatiesleutelgebieden zijn actieplannen in uitvoering.

Eerste tekenen van succes
Uit cijfers van de IB Groep concludeert het Platform Bèta Techniek uit de vooraanmeldingen dat universitaire bètatechnische opleidingen flink in de lift zitten. De natuurwetenschappelijk en technische opleidingen groeien gemiddeld 4 procent. Voor het eerst sinds vele jaren is de groei van de bètastudies daarmee groter dan de groei van het gehele wetenschappelijk onderwijs. Vorig jaar groeiden de universitaire bètastudies met 3 procent.