Antwoorden op kamervragen van Kant over het traag opereren van het College
voor zorgverzekeringen (CVZ)
Kamerstuk, 28-9-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Z/VV-K-U-2714770
28 september 2006
Antwoorden van minister Hoogervorst op Kamervragen van het Kamerlid
Kant over het traag opereren van het College voor zorgverzekeringen
(CVZ) (2050618660).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat door traag opereren van het CVZ
Nederlanders in het buitenland in problemen zijn geraakt, en dat het
trage opereren heeft geleid tot onzekerheid over de zorgverzekering
met als gevolg uitstel van dringende medische behandelingen? 1) 2)
Antwoord 1
De Nationale ombudsman heeft mij het Rapport "Zorg(en) in het
buitenland, over de uitvoering van de Zorgverzekeringswet voor
gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden
in het buitenland" toegestuurd met het verzoek hierop binnen twee
maanden te reageren.
Ik wil nu niet op deze integrale reactie vooruitlopen; uiteraard zult
u deze mettertijd in kopie ontvangen.
Vraag 2
Hoe verklaart u dat het CVZ op dit moment nog te maken heeft met
achterstanden? Welke maatregelen gaat u nemen, zodat deze
achterstanden zo snel mogelijk worden weggewerkt?
Antwoord 2
Het rapport van de Nationale ombudsman betreft de werkzaamheden van
het CVZ tot
1 maart 2006. Dat is al weer enige tijd geleden. In mijn brief over de
actuele ontwikkelingen met betrekking tot de invoering van de
Zorgverzekeringswet van 14 juni 2006 heb ik de Kamer uitvoerig
geïnformeerd over de stand van zaken van de buitenlandactiviteiten
(TK, vergaderjaar 2005-06, 29 689, nr. 99).
Ik heb toen aangegeven dat het verwerken van grote hoeveelheden
poststukken een kwestie van langere adem is en dat ik hierover
periodiek overleg voer met het CVZ. Ik heb toegezegd dat ik over de
voortgang zou informeren. Dat heb ik gedaan in mijn brief van
18 september jongstleden over de ontwikkelingen voortgang
Zorgverzekeringswet (kenmerk Z/M-2716268). Het CVZ heeft mij
medegedeeld dat de achterstand die was opgelopen bij de verwerking van
poststukken die van belang zijn voor het vaststellen van het
bijdragerecht, omstreeks begin augustus is ingelopen. Dit is
overeenkomstig de planning die het CVZ voor ogen heeft gestaan toen
mij begin juni het plan van aanpak voor de buitenlandwerkzaamheden
werd gepresenteerd.
De instroom is echter nog altijd groot: wekelijks komen er nog vele
duizenden brieven en formulieren binnen. Daarnaast is de termijn voor
behandeling van de poststukken inmiddels teruggebracht naar een
kortere termijn, en is ook de gemiddelde ouderdom van de te behandelen
stukken teruggedrongen. Het CVZ acht de voorraad nog steeds te hoog en
werkt naarstig aan efficiencyverbetering bij de verwerking van de
poststukken. Het aantal nog te beantwoorden e-mailberichten is van
bijna 8.500 gedaald naar net 1.700 stuks. Voor het wegwerken van de
voorraad aan overige poststukken hanteert het CVZ nog steeds de
streefdatum van 1 januari 2007.
1) NOS journaal, 5 september 2006
2) Rapport Nationale Ombudsman 'Zorg(en) in het buitenland', 5
september 2006
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport