MINJUS: Vaker veroordeling bezit kinderporno

Ministerie jus

http://www.justitie.nl

Ivo Hommes

070 370 6126

4871
11.10.06

VAKER VEROORDELING BEZIT KINDERPORNO

Na de wetswijziging van eind 2002 is een aantal knelpunten bij de opsporing en vervolging van kinderporno verminderd of weggenomen. Zo is het makkelijker personen te vervolgen die zich schuldig maken aan het bezitten van kinderporno. De opsporing en vervolging van producenten van kinderporno levert echter nog organisatorische en strafvorderlijke knelpunten op. Uitbreiding van de internationale samenwerking is noodzakelijk om dit punt aan te pakken. Er is een permanente investering nodig in digitale opsporingsmethoden, naast de klassieke methoden, evenals in het op peil houden van digitale specialisten en algemene digitale kennis bij politie, OM en rechters.

Dit zijn enkele uitkomsten van een onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut naar de effecten van de wijziging in de zedelijkheidswetgeving. Het onderzoek is verricht in opdracht van het WODC van het ministerie van Justitie. Het voornaamste doel van de wetswijziging was de bescherming te verhogen van minderjarigen tegen vormen van seksueel misbruik. Het rapport bevat een aantal aanbevelingen, gericht op verbetering van de opsporing en vervolging. Deskundigheid, expertise en capaciteit bij politie en Openbaar Ministerie zijn daarbij belangrijke thema's.

Minder bewijsproblemen kinderporno
De belangrijkste veranderingen in de zedelijkheidswetgeving zijn (1) de aanscherping van de kinderpornografiebepaling, (2) het uitbreiden van de extraterritoriale rechtsmacht, (3) het strafbaar stellen van verschillende vormen van seksuele uitbuiting van minderjarigen, (4) de toevoeging van 'verminderd bewustzijn' en (5) het omzetten van het klachtvereiste naar een hoorplicht.

Vooral voor het in bezit hebben en vervaardigen van kinderporno zijn de bewijsproblemen verminderd. Dit blijkt uit een duidelijke afname van het aandeel technische sepots en vrijspraken. De verhoging van de leeftijdsgrens van 16 jaar naar 18 jaar heeft de bewijsvoering vergemakkelijkt voor kinderpornografische afbeeldingen met kinderen van twaalf tot vijftien jaar. Voor de wetswijziging was vaker discussie op de zitting over de leeftijd. De aanpak van het bezit of verspreiden van kinderporno treft nu vooral de eindgebruikers -een groep die vaak het bezit van kinderpornografisch materiaal bekent. Bewijsproblemen rond de opzet op het bezitten van kinderpornografisch materiaal bestaan echter nog steeds. Het enkel kijken naar kinderporno is niet strafbaar. Dit betekent bijvoorbeeld dat internetgebruikers die een gezamenlijke site met kinderpornografisch beeldmateriaal inrichten waar men zonder te downloaden op de eigen computer naar kan kijken, niet strafbaar zijn.

Buitenland
Een andere wetswijziging betreft het in Nederland kunnen vervolgen van personen die zich schuldig maken aan seks met kinderen in het buitenland. Dit kan potentiële daders afschrikken.

Andere kwetsbare groepen
De wetswijziging beoogde ook andere vormen van seksuele dienstverlening door minderjarigen dan prostitutie strafbaar te stellen, bijvoorbeeld het verleiden van een minderjarige tot het verrichten van seksuele handelingen met zichzelf of het exploiteren dan wel bekijken van live seksshows door minderjarigen. Het via de webcam aanzetten van de minderjarige tot seksuele handelingen bij zichzelf is eveneens strafbaar. De wetswijziging had bovendien nog een andere kwetsbare groep op het oog, namelijk personen die, eventueel onder invloed van alcohol, drugs of medicijnen, verkeren in een situatie van (half)slaap. De toevoeging 'verminderd bewustzijn' biedt deze groep extra bescherming. Dit neemt niet weg dat juist in situaties waar voorafgaand (intiem) contact plaatsvond, het lastig is te bewijzen dat verdachte inzicht had in het 'verminderd bewustzijn' en daar misbruik van heeft gemaakt.

Hoorplicht
Tot slot zijn door het afschaffen van het klachtvereiste en de invoering van de hoorplicht belemmeringen voor opsporing en vervolging opgelost. Er is nog wel een knelpunt als de verdachte meerdere (jonge) slachtoffers heeft gemaakt: het naleven van de hoorplicht kan voor slachtoffers traumatiserend zijn en er kunnen groepsprocessen op gang komen die de rechtsgang niet bevorderen.

Reactie Justitie
Veel van de knelpunten of problemen die worden gesignaleerd op het gebied van deskundigheid, expertise en capaciteit, spelen een rol bij de aanpak van die vormen van criminaliteit die samenhangen met moderne informatie- en communicatietechnieken. In de Justitiebegroting voor 2007 is al aangegeven dat de politie en het Openbaar Ministerie de komende jaren een gerichte investering plegen in deskundigheid, expertise en capaciteit bij de aanpak van 'cybercrime'. Dit zal mede ten goede komen aan de gewenste kwalitatieve en kwantitatieve versterking van de opsporing en vervolging van kinderporno.

Ook is aan de Tweede Kamer reeds toegezegd dat een verhoging van het wettelijk strafmaximum voor de in artikel 240b, tweede lid, Sr omschreven vormen van kinderpornografie van zes jaar naar acht jaar wordt voorbereid. Tot slot is nog van belang dat, conform een eerdere toezegging aan de Kamer, sinds 1 augustus 2006 afname plaatsvindt van DNA bij personen die zijn veroordeeld voor het verspreiden, fabriceren of downloaden van kinderporno.

De minister van Justitie heeft aangekondigd nog dit jaar, vóór de behandeling van de Justitiebegroting, een bredere notitie aan de Tweede Kamer te zenden over de wijze waarop hij de aanpak van kinderporno de komende periode wil vormgeven. Daarbij worden ook de conclusies en aanbevelingen van het rapport van het Verwey-Jonker instituut betrokken.

Informatie over de publicatie
Titel: Kinderen beschermd tegen seksueel misbruik. Evaluatie van de partiële wijziging in de
Zedelijkheidswetgeving.
Auteur: Mr. dr. Katinka Lünnemann, Dr. Sima Nieborg, Drs. Marjolein Goderie, Mr. dr. Renée Kool, Drs. Guillaume Beijers
ISBN: 90-5830-201-6. 202 pagina's. Prijs: 17,00 EUR.
Dit rapport is te bestellen via de website www.verwey-jonker.nl. De publicatie is te downloaden van de website (PDF) van het ministerie van Justitie en Verwey-Jonker Instituut: www.wodc.nl en www.verwey-jonker.nl


Noot voor de redactie (