Ministerie van Justitie

Onderzoek: investeren in opsporing en vervolging kinderporno

Nieuwsbericht | 11-10-2006

Na de wetswijziging van eind 2002 is een aantal knelpunten bij de opsporing en vervolging van kinderporno verminderd of weggenomen. Zo is het makkelijker personen te vervolgen die zich schuldig maken aan het bezitten van kinderporno. De opsporing en vervolging van producenten van kinderporno levert echter nog organisatorische en strafvorderlijke knelpunten op. Uitbreiding van de internationale samenwerking is noodzakelijk om dit punt aan te pakken.

Dit zijn enkele uitkomsten van een onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut naar de effecten van de wijziging in de zedelijkheidswetgeving. Het onderzoek is verricht in opdracht van het WODC van het ministerie van Justitie.

Veel van de knelpunten of problemen die worden gesignaleerd op het gebied van deskundigheid, expertise en capaciteit, spelen een rol bij de aanpak van die vormen van criminaliteit die samenhangen met moderne informatie- en communicatietechnieken. In de Justitiebegroting voor 2007 is al aangegeven dat de politie en het Openbaar Ministerie de komende jaren een gerichte investering plegen in deskundigheid, expertise en capaciteit bij de aanpak van `cybercrime'. Dit zal mede ten goede komen aan de gewenste kwalitatieve en kwantitatieve versterking van de opsporing en vervolging van kinderporno.

De minister van Justitie heeft aangekondigd nog dit jaar, vóór de behandeling van de Justitiebegroting, een bredere notitie aan de Tweede Kamer te zenden over de wijze waarop hij de aanpak van kinderporno de komende periode wil vormgeven.

Meer informatie


* Vaker veroordeling bezit kinderporno