Rijksuniversiteit Groningen
Persbericht

Rijksuniversiteit Groningen

Nummer: 105

Datum: 29 september 2006

Glaucoom beter te voorspellen met nieuwe diagnostische technieken

Met twee nieuwe diagnostische technieken is beter te voorspellen dat de oogziekte glaucoom zich bij een patiënt gaat voordoen dan met de huidige diagnostiek. De nieuwe technieken zijn bovendien eenvoudiger in gebruik voor de patiënt en de testduur is korter. De nieuwe technieken herkennen glaucoom minstens zo goed als de huidige diagnostiek. Dit blijkt uit onderzoek van Govert Heeg van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Hij promoveert 11 oktober 2006 aan de Rijksuniver­siteit Groningen.

Glaucoom is een ziekte van de oogzenuw die kan leiden tot blijvende blindheid als deze niet tijdig wordt herkend en behandeld. In geval van glaucoom sterven de zenuwvezels in verhoogd tempo af. Hierdoor ontstaat uitval van het gezichtsveld. De belangrijkste risicofactoren voor deze ziekte zijn een verhoogde oogdruk en het voorkomen van glaucoom in de familie.

Nieuwe technieken

Tot nu toe is de diagnose van glaucoom gebaseerd op oogdrukmeting, beoordeling van de oogzenuw en gezichtsveldonderzoek. Nieuwe diagnostische apparatuur als de FDT (Frequency Doubling Perimeter) en GDx (Nerve Fiber Analyser) kan ook voor de diagnose gebruikt worden. FDT-onderzoek is een vorm van gezichtsveldonderzoek. Hierbij ziet de patiënt een patroon van witte en zwarte balken die 25 keer per seconde van kleur wisselen. De patiënt ziet hierbij twee keer zoveel balken als er in werkelijkheid zijn. Bij mensen met glaucoom treedt dit effect veel minder op. De GDx meet met gepolariseerd laserlicht de dikte van de zenuwvezellaag. Hoe dikker deze laag is, des te meer verandering er optreedt in de polarisatie van het laserlicht. In geval van glaucoom is het aantal zenuwvezels en daarmee de dikte van de zenuwvezellaag afgenomen.

Diagnostische waarde

Govert Heeg onderzocht de diagnostische waarde van beide nieuwe technieken. Hij vergeleek bij bijna 900 personen het FDT- en GDx-onderzoek met de klassieke diagnostiek. Uit zijn onderzoek blijkt dat de beide technieken betrouwbaar zijn voor het identificeren van patiënten met glaucoom. De voorspellende waarde van de nieuwe technieken blijkt groter te zijn dan de huidige diagnostiek. Mensen die nog geen glaucoom hebben, maar wel een risicofactor voor de ziekte hebben, bleken hierdoor beter en eerder te kunnen worden opgespoord. Hierdoor kan de beslissing om een patiënt wel of niet te behandelen beter gefundeerd worden. Blijvende blindheid kan daarmee voorkomen worden.

Curriculum Vitae

Drs. Govert Heeg (Groningen, 1973) studeerde Geneeskunde in Groningen. Hij verrichtte zijn onderzoek bij de afdeling Oogheelkunde van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Hij promoveert tot doctor in de Medische Wetenschappen bij prof.dr. J.M.M. Hooymans en dr. N.M. Jansonius. De titel van zijn proefschrift is: 'The Groningen Longitudinal Glaucoma Study. Baseline characteristics of the included cohort, screening performance of frequency doubling perimetry and scanning laser polarimetry, and the prediction of glaucomatous visual field loss.' Heeg werkt momenteel als oogarts in het Martiniziekenhuis te Groningen.

Noot voor de pers

Nadere informatie: via Joost Wessels, Bureau Voorlichting UMCG, tel. (050) 361 4464 of (050) 361 2200, e-mail j.r.l.wessels@bvl.umcg.nl

Redactie: afdeling Communicatie RUG

Postbus 72, 9700 AB Groningen

Tel. 050-363 4444

E-mail: communicatie@rug.nl