Universiteit Utrecht

!! EMBARGO TOT WOENSDAG 11 OKTOBER 2006 19.00 UUR

Persbericht van de Universiteit Utrecht

Faculteit Geowetenschappen

10 oktober 2006

In korte periodes verschenen nieuwe soorten en stierven oude uit

Verschijnen en uitsterven zoogdiersoorten verklaard

De gemiddelde levensduur van zoogdiersoorten is ongeveer 2,5 miljoen jaar. De redenen hiervoor waren tot nu toe niet bekend. Op basis van een gedetailleerde serie van fossielen van knaagdierkiezen uit een uitzonderlijk lange periode van 24,5 tot 2,5 miljoen jaar geleden in centraal Spanje, heeft paleontoloog Jan van Dam van de Universiteit Utrecht ontdekt dat het verschijnen en uitsterven van de soorten veelal is geconcentreerd in zogenaamde pulsen. Deze pulsen zijn van elkaar gescheiden door intervallen rond de 2.4 en 1 miljoen jaar. Van Dam publiceert hierover met collega-onderzoekers op 12 oktober 2006 in het toonaangevende tijdschrift Nature.

In korte periodes nieuwe soorten

Uit het onderzoek blijkt dat er af en toe korte periodes optreden, waarin relatief veel nieuwe soorten verschijnen en andere soorten uitsterven. Deze periodes liggen steeds 2.4 en 1 miljoen jaar uit elkaar. Het blijkt dat deze periodes en hun timing precies corresponderen met bekende astronomische variaties in de vorm van de aardbaan om de zon (eccentriciteit) en scheefstand van de aardas (obliquiteit). Deze cycli beïnvloeden het klimaat op aarde door de hoeveelheid zonne-energie per breedtegraad en per seizoen te veranderen. Van Dam veronderstelt dan ook dat de pulsen klimaatgestuurd zijn. Uit diepzeeboringen is bekend dat deze cycli van 1 en 2.4 miljoen jaar verantwoordelijk zijn voor periodes van wereldwijde afkoeling en/of ijsuitbreiding op het zuidpool- en noordpoolgebied. De reden hiervoor is dat gedurende een lange tijd minder warme zomers op hogere breedtegraden voorkwamen, waardoor het ijs minder snel kon afsmelten.

Meer soortvorming

De ecologische structuur van de knaagdierfauna's geeft aan dat het (zomer)klimaat tijdens de puls die samenhangt met de 1 miljoen jaar cyclus in Spanje droger was dan normaal, terwijl het tijdens de puls die iedere 2.4 miljoen jaar te zien is, natter wordt. Ten slotte zou soortvorming kunnen worden versneld doordat tijdelijk extreme klimaats- en seizoensfluctuaties ontbraken, waardoor geïsoleerde populaties meer tijd hadden zich tot volwaardige soorten te ontwikkelen. Dit is in overeenstemming met de observatie dat er in de laatste paar miljoen jaar (het Pleistoceen) relatief weinig soortvorming optrad, ondanks het optreden van grote klimaatsschommelingen.

Publicatie

'Long-period astronomical forcing of mammal turnover' is van de volgende auteurs: Jan A. van Dam, Hayfaa Abdul Aziz, M. Ángeles Álvarez Sierra, Frederik J. Hilgen, Lars W. van den Hoek Ostende, Lucas J. Lourens, Pierre Mein, Albert J. van der Meulen & Pablo Pelaez-Campomanes en verschijnt op 12 oktober 2006 in Nature.

Het onderzoek werd gefinancierd door NWO en Communidad Autónoma de Madrid.

Meer informatie

Voorlichter Geowetenschappen Suzanne Lint, (030) 253 5116, s.lint@geo.uu.nl, b.g.g. persvoorlichter Universiteit Utrecht Wietske de Lange, (030) 253 4073, w.delange@uu.nl.