Ingezonden persbericht


Persbericht

Allochtonen zoeken eigen weg op de arbeidsmarkt

Het Steunpunt Minderheden Overijssel heeft in opdracht van de provincie in negen Overijsselse gemeenten een onderzoek uitgevoerd naar de positie van etnische minderheden. Uit het onderzoek blijkt dat de arbeidsmarktpositie van niet-westerse allochtonen zorgwekkend is. Op vijf belangrijke graadmeters zijn er duidelijke negatieve afwijkingen ten opzichte van autochtone Nederlanders. De arbeidsparticipatie is lager, de werkloosheid is ruim drie keer hoger, er is vaker sprake van tijdelijk werk, allochtonen zijn vaker langdurig werkzoekend en dienstverbanden zijn korter.

Om deze penibele situatie op de arbeidsmarkt te ontgroeien ontplooien allochtonen in toenemende mate zelf activiteiten voor een betere toekomst. Het percentage allochtone ondernemers is relatief hoog. Ook het aantal allochtone starters is hoog. In de negen onderzochte gemeenten was 17% van de startende ondernemers buiten Nederland geboren.

Verder leverde het onderzoek nog een aantal belangrijke uitkomsten op:
* De doelgroepen van het integratiebeleid wonen voornamelijk in de grotere steden en komen vaker uit 'niet-klassieke' herkomstlanden.
* De groei van het aantal allochtonen neemt af, maar in de grote steden zal het aandeel niet-westerse allochtonen nog toenemen. Het migratieoverschot daalde flink.
* Het aantal ouderen in de doelgroep is sinds 2002 gegroeid van 1935 personen naar 2685 personen. Dat is een groei van bijna 40%.
* In wijken en buurten worden problemen met concentraties niet-westerse allochtonen vooral zichtbaar door de combinatie van een lage arbeidsparticipatie, lage inkomens en een frequente uitkeringsafhankelijkheid van Nederlandse buurtbewoners.
* Een op de vijf voortijdig schoolverlaters in Overijssel is allochtoon. De verschillen per RMC-regio zijn groot. Een groeiend aantal jonge leerlingen valt uit. De grootste uitval is geconstateerd in de BOL en BBL opleidingen.

Het onderzoek werd uitgevoerd door middel van een integratiekaart of checklist. Gegevens zijn verzameld op het gebied van demografie, onderwijs, arbeid, leefbaarheid en gemeentelijke integratiebeleid.

In vergelijking met de eerste monitor, die begin 2004 werd gepubliceerd, zijn er recentere cijfers én een aantal nieuwe integratie-indicatoren opgenomen. Het gaat hierbij om cijfers over immi- en emigratie, cijfers over uitkeringsafhankelijkheid en etnisch ondernemerschap. Naast niet-westerse allochtonen per postcode zijn er nu ook indicatoren voor leefbaarheid per wijk en buurt opgenomen.