PvdA en CDA willen opheldering tijdverlies terreurbestrijding
Vpro
VPRO Radio De Ochtenden: Argos
PvdA en CDA willen opheldering over tijdverlies bij terreurbestrijding
De justitiewoordvoerders van de Tweede Kamerfracties van CDA en PvdA, Sybrand van Haersma
Buma en Aleid Wolfsen, willen opheldering van minister Hirsch Ballin van Justitie (CDA)
over twee aanhoudingen van terreurverdachten. Het radioprogramma Argos berichtte
afgelopen vrijdag (6 oktober) dat de inzet van de nieuwe landelijke anti-terreur-eenheid,
de Dienst Speciale Interventies (DSI), in minstens twee gevallen achter de schermen tot
commotie en tot urenlang tijdverlies heeft geleid. Het gaat om de aanhouding van
Nouridine El F. op NS-station Amsterdam-Lelylaan op 22 juni 2005 en om een aanhouding van
een andere terreurverdachte op 14 december 2005 in Amsterdam. Beide Kamerleden vinden dat
de minister ook duidelijk moet maken in welke situaties de DSI moet optreden en in welke
situaties een aanhouding beter kan worden verricht door een arrestatieteam van de
politie.
PvdA-woordvoerder Wolfsen werpt naar aanleiding van de Argos-uitzendingen zelfs de vraag
op of de DSI op deze manier moet blijven voortbestaan. Wolfsen: 'Ik was het eens met de
redenen voor de oprichting van de DSI. Maar het moet er natuurlijk in de praktijk niet
toe leiden dat ze op een zodanige afstand zitten en dat de besluitvorming zo ingewikkeld
is dat als ze moeten optreden dat ze feitelijk te laat zijn. Dat is het paard achter de
wagen spannen. Dat kan dus niet. Dat is fout. (...) Als het vaker voorkomt dat de DSI te
laat komt, dan moeten we -nu ga ik het even zwart wit stellen- zo'n dienst misschien weer
ontmantelen. Zo'n DSI moet natuurlijk wel kunnen functioneren in de praktijk, anders heb
je er niets aan.'
Dat gaat de CDA-woordvoerder te ver. Maar ook hij wil uitleg van de minister. Van Haersma
Buma zegt onder meer: 'Het is goed om te kijken of de bedoeling van de oprichting van de
DSI - waar iedereen het over eens was - in de praktijk ook uit de verf komt.' En: 'Het
kan niet zo zijn dat een arrestatie te laat plaatsvindt. Als er fouten worden gemaakt,
dan moet je daar lering uit trekken.'
Aleid Wolfsen heeft begrip voor het feit 'dat de minister niet in het openbaar allerlei
operationele informatie prijsgeeft.' Maar, zo voegt hij er aan toe: 'De Tweede Kamer moet
wel goed worden geïnformeerd door de regering. Als er problemen zijn, dan moet de
minister ook tegenover het parlement aangeven wat hij daaraan gaat doen.' Wolfsen vindt
het 'merkwaardig' dat toenmalig minister Donner hem tijdens een Kameroverleg in februari
jongstleden niet op de hoogte heeft gesteld van de arrestatie van 14 december 2005, die
pas afgelopen vrijdag in Argos openbaar werd gemaakt. Volgens Wolfsen een tweede
voorbeeld waarbij de DSI 'in de praktijk niet goed functioneerde.'
Wolfsen had Donner in februari 2006 vragen gesteld over de aanhouding van Nouridin El F.
De minister ontkende toen dat de trage besluitvorming geleid had tot tijdverlies -een
lezing die door Argos-uitzending opnieuw in twijfel getrokken wordt- en het deed
voorkomen alsof de trage besluitvorming rond de DSI geen enkel probleem vormde. Hij
verzweeg daarbij het voorval van 14 december 2005. Argos berichtte op 6 oktober het
volgende: het landelijk parket van het Openbaar Ministerie had besloten de DSI voor deze
aanhouding van een terreurverdachte in te zetten. Totdat de DSI ter plaatse was moest het
arrestatieteam (AT) van de politie Amsterdam de situatie onder controle houden.
Uiteindelijk werd de aanhouding verricht door het AT, terwijl de DSI wel ter plaatse was,
maar geen toestemming had om op te treden. Die toestemming kwam pas uren nadat de
verdachte was opgepakt door het AT. Deze gang van zaken is bevestigd door het landelijk
parket van het Openbaar Ministerie.
Aleid Wolfsen zegt daarover: 'Als zo'n DSI in de praktijk feitelijk te laat is, dan is dat
buitengewoon zorgelijk. Dat hoort de minister te weten en aan ons te melden en hij hoort
ook te zeggen: daar ga ik wat aan doen.' En verder: 'Er zit iets geks aan die twee
voorvallen: bij de aanhouding van Nouridin El F. zegt het AT 'wij hadden hem kunnen
aanhouden' en bij dat voorval in december 2005 heeft het AT de aanhouding ook feitelijk
verricht. Het lijkt er dan op dat die DSI eigenlijk te snel is ingeschakeld. Dus wat wij
nu precies van de minister moeten weten: wanneer wordt welke eenheid ingezet? Is dat voor
iedereen duidelijk? Wie beslist daarover? En laat zo'n DSI ook niet te snel activeren!'
Ook Van Haersma Buma kende het voorval van 14 december 2005 niet. 'Dat heb ik vernomen uit
uw uitzending,' zegt hij. En verder: 'Het is een terechte vraag die u opwerpt: wanneer
moet je die DSI inzetten?'