Ministerie van Algemene Zaken


1red17293
20-10-2006, NOS, Met het oog op morgen, Radio 1, 23.07 uur

VICE-MINISTER-PRESIDENT ZALM, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE MINISTERRAAD,

OVER EXTRA TROEPENZENDING URUZGAN EN DE AANTIJGINGEN JEGENS MINISTER

VERDONK


- EXTRA TROEPENZENDING URUZGAN -


CARASSO:
Meneer Zalm, kunt u het zich voorstellen dat sommige mensen zich bedrogen voelen.


ZALM:
Nee, ik geloof niet dat dat het geval is. Want men is ook wel echt aan de slag, ook met de opbouw. Het gaat natuurlijk niet om heel grootschalige dingen, maar er zijn zo'n 150 projecten, projectjes geïdentificeerd. En daar wordt ook aan gewerkt. Het gaat soms om een dorpsweg, soms om een waterpomp en dat soort dingen, die toch de mensen - die heel arm zijn - toch weer uitzicht geven op een betere toekomst. En dat we wat extra mankracht daar nodig hebben is ook vanwege de veiligheid van die opbouwwerkers. Want we willen wel proberen om ze onder zo goed mogelijke omstandigheden te laten plaatsvinden.


CARASSO:
Maar de oppositie mort. De SP zegt bijvoorbeeld: minister Bot heeft afgelopen week nog een keer gezegd dat er geen extra mensen naar toe gaan.


ZALM:
Ja, dat is een beetje een misverstand. Er is een oproep van de NAVO om extra troepen te leveren in zijn algemeenheid voor Afghanistan. En daarop hebben we gezegd: nee hoor, we doen nu genoeg. Waar dit op betrekking heeft, is dat we al eerder hebben afgesproken dat we rond deze tijd zouden kijken of de bezetting adequaat was. En voor onze eigen missie - we gaan echt niet iets anders doen dan onze eigen missie - vinden we het belangrijk dat er toch wat extra mensen bijkomen.


CARASSO:
Maar je hoort voortdurend vanaf het moment dat de Nederlandse militairen in Uruzgan zitten dat er incidenten zijn. Dat het niet veilig is. Dat het moeilijk is om met dat opbouwwerk aan de slag te gaan. Waarom wordt er juist nu de beslissing genomen om die 130 extra mannen te sturen?


ZALM:
Het was al gepland dat we rond deze tijd die evaluatie zouden doen. De Kamer heeft er ook een uitvoerige brief over gekregen. En de conclusie van de opperbevelhebber is dat het voor de werkzaamheden en ook voor het opbouwwerk van belang is dat ze daar toch wat extra mankracht sturen. Voor een deel is het beveiliging, maar voor een deel zijn het ook monteurs, technici en voor een deel gaat het ook om mensen die Afghaanse politieagenten kunnen opleiden zodat die ook kunnen bijdragen aan de veiligheid in dat gebied.


CARASSO:
Maar die zaken die u nu allemaal op noemt waren niet in het voorjaar al voorzien.


ZALM:
Nee, je kan niet alles perfect voorzien. En dit is de huidige planning van de behoefte. Wij verwachten niet dat er na dit besluit nog nadere besluiten moeten plaatsvinden. We hebben daar getekend voor twee jaar. Het is ook glashelder dat we na die twee jaar daar ook wegtrekken. Dat andere het zullen moeten overnemen. En we denken dat we zoals we het nu hebben ingericht de beste kansen geeft voor de veiligheid van onze mensen daar.


CARASSO:
De oppositie hoeft zich geen zorgen te maken dat er nog eens een keer 130 man wordt gestuurd?


ZALM:
Nee, dat is niet de verwachting. En anders moeten we wel een heel erg goed verhaal hebben willen we daar mee naar de Kamer gaan.


- AANTIJGINGEN VERDONK -


CARASSO:
Ik zag u eerder vandaag op televisie heel erg boos maken over de rel rond Aboutaleb en mevrouw Verdonk. Aboutaleb die mevrouw Verdonk heeft verweten dat zij de dood van Theo van Gogh voor politiek gewin heeft gebruikt. Waarom maakt u zich daar nu bijna twee jaar na die dag nog zo boos over?


ZALM:
Waarom begint hij erover? Overigens zegt hij niet de uitdrukking dat er politiek gewin is gebruikt. Als ik mij goed herinner heeft hij gezegd op een VVD-bijeenkomst nota bene dat.


CARASSO:
Doet dat extra pijn?


ZALM:
Nee, het is wel heel erg gewaagd. Hij heeft daar gezegd dat de minister politiek gebruik heeft gemaakt van de dood van Theo van Gogh. Dat vind ik toch een zeer, zeer ongepaste uitlating. Dat vind ik zeer insinuerend. En in ieder normaal Nederlands spraakgebruik betekent dit toch dat je twijfelt aan de integriteit van de minister. Dan kan je daarna wel zeggen: ik twijfel niet aan de integriteit van de minister. Maar als je zegt dat je politieke gebruik maakt van de dood van iemand, dat is een ernstige beschuldiging.


CARASSO:
Mevrouw Verdonk heeft gezegd: ik wil niet meer in gesprek met Aboutaleb. Het zijn een wethouder en een minister die op werkvlak veel met elkaar te maken hebben. Hoe moet dat nu verder?


ZALM:
Het zou plezierig zijn als de wethouder gewoon royaal zijn excuus maakt.


CARASSO:
Hij zegt: ik vind dat niet nodig.


ZALM:
Dat vind ik dan toch jammer. Ik bedoel, iedereen maakt wel eens een fout. Ten minste ik wel. Ik probeer altijd als ik een fout maak er royaal voor uit te komen. En je kan beter te royaal je excuses aanbieden dan te krenterig.


CARASSO:
Maar als hij dat dan niet doet, wat betekent dat dan?


ZALM:
Dat ze in ieder geval niet samen op televisie gaan. Dat is voorlopig wat speelt.


CARASSO:
Maar het integratiebeleid?


ZALM:
Voor het overige gaan natuurlijk de werkrelaties tussen de ministeries en Amsterdam gewoon door. Het is niet zo dat vanwege zoiets zakelijke dingen die nu eenmaal tussen een gemeente en het Rijk moeten gebeuren dat die geblokkeerd worden.


CARASSO:
Mevrouw Huizinga van de ChristenUnie was gisteren ook heel hard tegen mevrouw Verdonk in een debat.


ZALM:
Ja, dat was ook wel fijn ja.


CARASSO:
Ja? Hoe bedoelt u dat?


ZALM:
Dat bedoel ik wat ironisch natuurlijk. Want als je het beleid wat door het Nederlands parlement wordt gesteund dat als asielzoekers die de procedures hebben gevolgd zijn afgewezen ook met recht en beroep, en dan vervolgens voor uitzetting in aanmerking komen, als je dat vergelijkt met het oppakken van de Joden in de Tweede Wereldoorlog dan ben je echt vind ik onder de gordel bezig.


CARASSO:
Ik hoorde mevrouw Huizinga zeggen: dat begrijpt hij verkeerd. Dat legt hij verkeerd uit. Zo heb ik dat niet bedoeld.


ZALM:
Dat laat ik dan aan haar.


CARASSO:
Als u al dat soort opmerkingen bij elkaar optelt.


ZALM:
Dan denk ik: het lijkt wel alsof er een soort jacht is op Verdonk is geopend. Daar doet het mij vooral aan denken. Dat iedereen nu denkt: ik kan politiek goed scoren door allerlei associaties aan Verdonk toe te dichten. Dingen over haar te beweren en over haar beleid en het te associëren met van alles en nog wat. En dat vind ik geen goede stijl van politiek bedrijven.


CARASSO:
Het heeft ongetwijfeld te maken met de aankomende verkiezingen dat mensen dat nummer willen maken. Maar heeft ze het ook niet een beetje zelf naar gemaakt door zichzelf zo hard op te stellen de afgelopen jaren?


ZALM:
Nee, zij is een uitvoerder van beleid van een wet die overigens nog door Paars II tot stand is gekomen op voorstel van de toenmalige staatssecretaris Cohen. Zij voert beleid uit wat gesteund wordt door een meerderheid in het Nederlands parlement. En ze verdient ook respect, want het is een hele moeilijke baan. Ik vind het geen pas hebben om iemand die gewoon zijn werk goed doet en consequent probeert uit te voeren om die met allerlei onheuse beschuldigingen te bejegenen. Kijk, een minister kan een fout maken. Daar kan je het over hebben. De minister kan ook verkeerd beleid voeren. Dar kan je het ook over hebben. Dat kan je vinden. Maar dit zijn dingen die natuurlijk veel verder gaan dan een zakelijke discussie.


CARASSO:
Tot slot, is er nog een kans dat u als VVD-premier naar voren wordt geschoven?


ZALM:
Ik geloof niet dat dat een onderwerp is wat ons op dit moment erg bezig houdt binnen de partij.


CARASSO:
En over die andere vraag, heeft u daar al over nagedacht? Bent u er al uit?


ZALM:
Ik ga met Kerst een besluit nemen is mijn voornemen. (Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, MT)