Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen van Van Gent over onveilige speeltuinen

Kamerstuk, 13-11-2006

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

VGP-K-U-2726610

13 november 2006

Antwoorden van de minister op Kamervragen van het Kamerlid Van Gent (GroenLinks) over onveilige speeltuinen (2060701760)

Vraag 1
Heeft u kennis genomen van het ANWB-onderzoek naar de veiligheid van speeltuinen? Wat is hierover uw oordeel? 1)

Antwoord 1
Ja.
De veiligheid van speeltoestellen is sinds 1997 geregeld in het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen (WAS). De Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) houdt toezicht op dit besluit. De VWA voert sinds het in werking treden van het besluit inspecties uit bij gemeenten naar de veiligheid van speeltoestellen. De controles van de VWA zijn gebaseerd op de wettelijke eisen en de aangewezen normen en gericht op het beoordelen van de risico's van speeltoestellen. Uit een eerste analyse van het ANWB-onderzoek door de VWA komt naar voren dat de ANWB bij het beoordelen van de veiligheid van de speeltuinen waarschijnlijk op een andere manier tewerk is gegaan dan de controleurs van de VWA.

Vraag 2
Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat bijna de helft van alle onderzochte speeltuinen onveilig is?

Antwoord 2
Zoals ik reeds heb aangegeven, baseer ik het oordeel over de veiligheid van speeltoestellen en speeltuinen op de inspectiemethoden en - gegevens van de VWA. De inspectiegegevens van de VWA laten gelukkig een minder negatief beeld zien. Zo zijn er in 2005 bij 23 % van de gemeentelijke speeltuinen tekortkomingen door de VWA geconstateerd en hebben beheerders maatregelen moeten nemen om deze tekortkomingen op te heffen. Bovendien is er een stijgende lijn in de naleving van het WAS door gemeenten te constateren. Het toezicht vanuit de VWA is gericht op een verdere verbetering van het gemeentelijk beheer en de veiligheid van speeltuinen.

Vraag 3
Deelt u de mening dat het aantal van twintig gewonde kinderen die per dag in een ziekenhuis terecht komt, als gevolg van slechte speeltoestellen, te hoog is?

Antwoord 3
Spelen is voor de ontwikkeling van kinderen van groot belang. Speeltoestellen dragen daaraan bij. Het WAS is opgesteld om het risico op letsel door een speeltoestel zoveel mogelijk te beperken. Het risico op letsel bij het spelen op speeltoestellen is echter nooit geheel uit te sluiten, aangezien het gedrag van kinderen een moeilijk beheersbare factor is en kinderen risico's niet goed in kunnen schatten. Anders gezegd; ook veilige speeltoestellen die in hun ontwerp en constructie zoveel mogelijk rekening houden met het speelgedrag van kinderen zonder dat de speelwaarde verloren gaat, kunnen aldus tot letsels leiden. Daarom onderschrijf ik het belang van de adviezen die de ANWB aan ouders en verzorgers van spelende kinderen geeft voor het toezicht op het spelen van de kinderen.

1) Kampioen, november 2006, Test: speeltuinen, `Gevaarlijk spel'

Vraag 4
Kunt u verklaren hoe het komt dat de huidige voorschriften voor de speeltoestellen en de inrichting van speeltuinen niet kunnen voorkómen dat er per dag twintig kinderen gewond raken?

Antwoord 4
Ik verwijs daarvoor naar mijn antwoord op vraag 3. Daarnaast merk ik op dat het aantal ongevallen waarbij speeltoestellen betrokken zijn sinds het in werking treden van het WAS gedaald is, dit terwijl het aantal speeltoestellen en het gebruik daarvan is toegenomen. De Stichting Consument en Veiligheid houdt dergelijke ongevalcijfers bij. Volgend jaar is het WAS tien jaar in werking en zullen de ongevalcijfers opnieuw worden geëvalueerd.

Vraag 5
Wat is uw oordeel over het toezicht door gemeenten op de speeltuinen en speeltoestellen?

Antwoord 5
Over de periode 2000-2005 hebben de VWA controleurs zo'n 7.300 van de ± 45.000 gemeentelijke speelplaatsen geïnspecteerd. Gemiddeld over deze periode heeft de VWA bij ruim tweederde van de geïnspecteerde speeltuinen geen tekortkomingen aangetroffen. Daar waar tekortkomingen werden aangetroffen, heeft de VWA maatregelen genomen en hebben gemeenten verbeteringen aan moeten brengen. Een deel van de tekortkomingen betrof technische mankementen, een ander deel betrof meer administratieve tekortkomingen als het ontbreken of niet goed ingevuld hebben van het verplichte logboek.
Zowel uit de evaluatie van het WAS in 2002 als uit de genoemde inspectieresultaten van de VWA concludeer ik dat het toezicht op de veiligheid van speeltuinen door gemeenten is verbeterd. De invoering van het WAS en het toezicht van de VWA op de naleving van het WAS hebben hieraan bijgedragen. De VWA richt zich in het toezicht op een verdere verbetering van het gemeentelijk beheer en de veiligheid van speeltuinen.

Vraag 6
Bent u bereid gemeenten te wijzen op de noodzaak van aanvullende veiligheidsmaatregelen en goed onderhoud voor speelvoorzieningen?

Antwoord 6
Uiteraard continueert de VWA het toezicht op de veiligheid van (gemeentelijke) speeltuinen. Daarnaast nemen zowel de VWA als de Stichting Consument en Veiligheid initiatieven op het gebied van voorlichting en advisering om gemeenten te helpen bij het veilig en verantwoord beheren van speeltuinen conform de eisen van het WAS. Ik ondersteun die initiatieven en zie naar aanleiding van het onderzoek van de ANWB geen noodzaak om gemeenten te wijzen op de noodzaak van aanvullende maatregelen.
De VWA zal deze maand een rapportage publiceren over de resultaten van de inspecties die gedurende de periode 2000 tot en met 2005 zijn uitgevoerd naar de veiligheid van speeltoestellen en speeltuinen in de Nederlandse gemeenten. Zonodig treedt de VWA naar aanleiding daarvan in overleg met de Vereniging Nederlandse Gemeenten.

Antwoord 7
Bent u tot slot bereid om de Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer-Inspectie op korte termijn onderzoek te laten verrichten naar de manier waarop gemeenten de veiligheid van speeltuinen op het vereiste niveau brengen?

Vraag 7
Zoals ik bij de beantwoording van vraag 1 heb aangegeven, is de VWA en niet de VROM- Inspectie belast met het toezicht op de veiligheid van attractie- en speeltoestellen op grond van het WAS. Zoals ik bij de beantwoording van vraag 6 reeds heb aangegeven, zal de VWA deze maand een rapportage publiceren over de resultaten van inspecties naar de veiligheid van speeltoestellen en speeltuinen in Nederlandse gemeenten.