Openbaar Ministerie

Rijksrecherche onderzoekt geuridentificatieproeven Noord en Oost Nederland

Zutphen, 13 november 2006

De Rijksrecherche is in opdracht van het Openbaar Ministerie in Zutphen een oriënterend strafrechtelijk onderzoek gestart naar het uitvoeren van geuridentificatieproeven door de gezamenlijke oefengroep speurhondengeleiders van de korpsen in Noord en Oost Nederland. Het vermoeden bestaat dat de geuridentificatieproeven niet volgens het voorgeschreven protocol (Keuringsreglement Politiespeurhond menselijke geur 1997, herzien september 2005) zijn uitgevoerd. In het bijzonder zou zijn nagelaten om de proef âblindâ uit te voeren. Met een âblindeâ uitvoering wordt bedoeld dat de speurhondengeleider niet op de hoogte is van de sorteervolgorde van de geurbuisjes, waardoor wordt verhinderd dat hij onbewust signalen kan afgeven aan de hond.

Op dit moment is niet duidelijk in hoeveel zaken een geuridentificatieproef heeft plaatsgevonden en welke gevolgen dit onderzoek voor die zaken zal hebben. Het gaat om lopende en reeds afgesloten zaken in heel Noord en Oost Nederland. Op dit moment wordt daar een inventarisatie van gemaakt. Het onderzoek gaat terug tot september 1997.

De betrokken medewerkers voeren op dit moment geen executieve taken uit, maar zijn belast met andere taken in afwachting van de uitkomsten van het onderzoek.

Over enkele weken kan naar verwachting meer uitsluitsel worden gegeven of er voldoende feiten zijn om over te gaan tot een strafrechtelijk onderzoek.