ABP


Kwartaalbericht ABP, vierde kwartaal 2006

Het beleggingsresultaat in het 4e kwartaal 2006 bedroeg 3,9% en over 2006 als geheel 9,5%, waarmee het vermogen van ABP uitkomt op 209 miljard. De financiële positie (dekkingsgraad) op basis van actuele marktrentes is door dit resultaat gestegen naar 133,0%. Dit is een stijging van 3,7%-punten ten opzichte van het vorige kwartaal. Ten opzichte van ultimo 2005 betekent dit een verbetering met 13,3%-punten.

Hoofdpunten

· Dekkingsgraad 133%. Daarmee is ABP formeel uit herstel
· Rendement over 2006 9,5%.

· Nieuwe beleggingsstrategie ABP belangrijke stap in vervulling indexatieambitie

Heerlen, 18 januari 2007 ­ Stichting Pensioenfonds ABP maakt bekend dat het beleggingsrendement over het vierde kwartaal van 2006 3,9% bedroeg, waarmee het jaarrendement uitkwam op 9,5%. Daarmee is het vermogen van ABP ultimo 2006 ruim 209 miljard. De waarde van de nominale verplichtingen daalde in 2006 met bijna 2 miljard. Door interesttoevoeging en indexatie namen de verplichtingen in waarde toe, maar de gestegen kapitaalmarktrente zorgde voor een iets grotere afname van de verplichtingen. Door het grotere vermogen en de lagere verplichtingen steeg de dekkingsgraad in 2006 met 13,3%-punten naar 133% ultimo 2006.

Het beleggingsrendement van ABP is over 2006 goed geweest. De beleggingsportefeuille van ABP heeft over geheel 2006 een rendement behaald van 9,5%. Een grote positieve bijdrage kwam van aandelen (13,5%), Private Equity (+29,8) en vooral onroerend goed (+36%), terwijl het rendement op grondstoffen na een aantal hele mooie jaren duidelijk negatief was (­18,5%).

Door deze goede beleggingsprestaties is de financiële positie substantieel verbeterd, hierbij geholpen door de gestegen kapitaalmarktrente. De dekkingsgraad is 133%, waarmee ABP formeel "uit herstel" is. Dit betekent dat ABP voldoet aan de solvabiliteitseisen gesteld door De Nederlandsche Bank. De eisen die ABP zelf aan de financiële positie stelt, zijn overigens hoger als gevolg van de ambitie de deelnemers volledig te compenseren voor looninflatie in de sectoren overheid en onderwijs.

In het vierde kwartaal van 2006 heeft het ABP bestuur de driejaarlijkse beleggingsstrategie voor de periode 2007-2009 vastgesteld. De strategie bouwt voort op het succesvolle beleid van de afgelopen drie jaar. Met het nieuwe strategisch plan wil ABP een nog betere samenhang realiseren tussen de lange termijn waardeontwikkeling van het vermogen en de pensioenverplichtingen van ABP. Naar verwachting zal de nieuwe strategie gemiddeld over de jaren namelijk resulteren in een lichte verhoging van het rendement met een geringe verlaging van het risico. Daardoor ontstaat een geringere kans op onderdekking en betere vooruitzichten op indexatie van de pensioenen. Hiermee wordt een belangrijke stap gezet in het vervullen van de ambitie van het ABP: het leveren van een volledig geïndexeerd pensioen aan de deelnemers, tegen een aantrekkelijke prijs.

Dick Sluimers (directievoorzitter ABP): "De ontwikkeling van de financiële positie over 2006 is duidelijk positief verlopen en is boven onze eerdere verwachtingen uitgekomen. We hopen met het nieuwe strategische plan voor de komende drie jaar de gunstige trend van de afgelopen jaren te kunnen

voortzetten, zodat we op niet al te lange termijn een financiële positie kunnen bereiken die ons in staat stelt volledige compensatie te bieden voor loonontwikkelingen in de sectoren overheid en onderwijs."

Ontwikkeling financiële positie
Over heel 2006 is de dekkingsgraad gestegen met 13,3%-punten. De volgende factoren hebben aan de verbetering van de positie bijgedragen (in %-punten dekkingsgraad):
                                                                                             2006
        stijging vermogen door beleggingsrendement                                             +9,5 
        stijging waarde verplichtingen door interesttoevoeging en indexatie                    -6,6 
        daling waarde verplichtingen door stijging kapitaalmarktrente                          +7,9 
        noemer-effect                                                                          +2,5
                                                                                            ---------
        per saldo                                                                            +13,3

De dekkingsgraad nam allereerst toe door het behaalde rendement op het vermogen van 9,5%. De verplichtingen namen toe door interesttoevoeging en indexatie (6,6%), maar dit werd meer dan gecompenseerd door de daling van de verplichtingen (7,9%) als gevolg van de gestegen kapitaalmarktrente van 3,70% naar 4,25%. Het noemereffect (2,5%-punt) treedt op doordat het vermogen de verplichtingen overtreft. Het weerspiegelt in belangrijke mate het gemaakte rendement op de financiële buffer van ABP.

Beleggingsrendement vierde kwartaal 2006 De beleggingsportefeuille van ABP heeft over geheel 2006 een rendement behaald van 9,5%. Hiervan zijn 1,5% (150 basispunten) toe te schrijven aan actief beleggingsbeleid. Het driejaars-gemiddeld rendement bedraagt nu 11,2%. Een belangrijke positieve bijdrage kwam van beleggingen in aandelen (13,5%), terwijl grondstoffen het slecht deden (­18,5%), vooral door de gedaalde olieprijs. Het rendement op vastrentende waarden was gering (+0,9%), als gevolg van de stijgende yields in zowel Europa als de Verenigde Staten. Binnen illiquide assets presteerden vooral Private Equity (+29,8%) en onroerend goed erg sterk (+35,7%), waarbij beursgenoteerd onroerend goed wederom de uitschieter was (40,9%). De Amerikaanse dollar verzwakte dit jaar met ruim 10% ten opzichte van de Euro. Het strategisch afdekken van de dollar resulteerde in een opbrengst van ruim 7,1 miljard.

- 2 -

Belangrijkste kengetallen

t/m 2005 4e kwart. 4e kwart. mutatie 2006 2006 2006

Fondspositie (Nominale dekkingsgraad, %) 119,7 133,0 +13,3

Vermogen ( miljard) 190,6 209,2 +18,6 Verplichtingen ( miljard) 159,2 157,3 -1,9

Rendement beleggingsportefeuille (%) 12,8 3,9 9,5

Vastrentende waarden 4,3 0,2 0,9 Zakelijke waarden 20,8 7,2 17,0 · Aandelen 20,8 6,9 13,5 · Onroerend goed en vastgoedfondsen 18,2 11,0 35,7 · Private equity 27,2 8,9 29,8 · Grondstoffen 23,2 -5,2 -18,5 Hedge Funds (incl. overige beleggingen) 4,8 5,8 9,5

Samenstelling beleggingsportefeuille (%) Vastrentende waarden 43,2 41,8 -1,4 Zakelijke waarden 53,6 54,4 0,8 Hedge Funds (incl. overige beleggingen) 3,2 3,8 0,6

Economische vooruitzichten

De wereldeconomie bevindt zich nog altijd op een pad van een gunstige economische groei bij een zich structureel gematigd ontwikkelende inflatie. Een sterke dynamiek in de ontwikkeling van het aanbod van goederen en diensten betekent dat de potentiële economische groei hoger is komen te liggen, waardoor de kans op overhitting is afgenomen. Wel wordt een cyclische vertraging in de Verenigde Staten voorzien, veroorzaakt door een afkoeling van de huizenmarkt. Bij deze verwachte groeivertraging in Amerika is het gunstig dat de rest van de wereld slechts een bescheiden groeiafvlakking zal doormaken. Hoge winsten, voortgaande werkgelegenheidsgroei en een stevig vertrouwen bij consumenten en bedrijven ondersteunen de groei in Europa en Japan. Ook in opkomende markten blijft de groei naar verwachting robuust.

Omdat de wereldwijde groeivertraging naar verwachting beperkt zal zijn, zullen rentevoeten op langlopende obligaties de komende kwartalen niet veel van hun plaats komen. Dat betekent dat kapitaalverliezen door rentebewegingen beperkt zullen blijven en toekomstige rendementen dichtbij de huidige niveaus zullen - 3 -

liggen. Cijfers over de winsten van het bedrijfsleven vielen de afgelopen kwartalen erg mee, waarmee aandelen nog steeds relatief gunstige waarderingen kennen. Bij een lagere economische groei valt de winstgroei de komende kwartalen weliswaar wat lager uit, maar per saldo wordt voor aandelen gerekend op een beperkte outperformance ten opzichte van vastrentende waarden. Bedrijfsobligaties renderen naar verwachting niet veel beter dan overheidspapier, onder invloed van de afnemende winstgroei en een toename van de schuldfinanciering. De spread tussen bedrijfspapier en staatsleningen gaat naar verwachting in bescheiden mate omhoog. Ten opzichte van andere beleggingen als aandelen en obligaties, is onroerend goed relatief duur. Voor beleggingen in grondstoffen zijn de vooruitzichten gematigd, na de slechte performance in de tweede helft van 2006.

Lange termijn rendement In onderstaande grafiek is het gecumuleerde rendement vanaf 1993 weergegeven, zowel nominaal als reëel. De waarde van iedere in 1993 belegde 100 is per 31 december 2006 gegroeid naar 303. Het gemiddelde jaarrendement ligt op 8,2%. Het rendement na aftrek van de gerealiseerde looninflatie (het reële rendement) ligt over deze periode 3,2%-punten boven de 3%, die gehanteerd wordt bij de bepaling van de pensioenpremie.

Rendementen 1993 ­ 2006 Q4

350 nominaal rendement 8,2% / jaar 300 reëel rendement

"prudent" reëel rendement 250 6,2% / jaar 200

150 3,0% / jaar

100 ultimo 1992=100

50

0 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 - 4 -

Strategisch Beleggingsplan 2007 ­ 2009

Verschillende aspecten van de nieuwe beleggingsstrategie dragen bij aan de verbeterde samenhang tussen beleggingen en pensioenverplichtingen. Op hoofdlijnen zijn er twee verschillen met het vorige strategische beleggingsplan. Het eerste verschil is dat op diverse onderdelen beperkte verschuivingen plaatsvinden binnen de strategische beleggingsportefeuille. Het tweede verschil is de introductie van een beleggingsraamwerk waarmee de verhouding tussen risico en rendement kan worden geoptimaliseerd.

Wijzigingen in de strategische beleggingsportefeuille ABP gaat in zijn beleggingen een sterker accent leggen op lange termijn beleggingsstrategieën. Daarbij gaat het onder meer om verdere uitbreiding van private, illiquide beleggingen, die naar verwachting over de jaren hogere en stabielere reële rendementen opleveren. Vooral de categorieën infrastructuur, private equity en hedge funds zullen een toename laten zien. Infrastructuur is als aparte categorie toegevoegd aan de mix van strategische beleggingscategorieën. Door zijn specifieke karakteristieken- schaalgrootte, de lange termijn horizon en competenties- is ABP bij uitstek toegerust om in private, illiquide beleggingen te investeren. Door het effectiever benutten van de lange termijn beleggingshorizon kan een balans worden gezocht tussen een zo hoog mogelijk reëel rendement en de beleggingsrisico's. Als lange termijn belegger is ABP aldus in staat om een extra premie voor illiquiditeit (lagere verhandelbaarheid) te innen die voor partijen met een kortere horizon onbereikbaar blijven.

Het percentage beursgenoteerde aandelen binnen de totale portefeuille zal licht afnemen. Binnen de portefeuille beursgenoteerde, liquide aandelenmarkten is het belang in Europa en opkomende markten verhoogd, terwijl het belang in Amerikaanse aandelenbeurzen is afgenomen.

De portefeuille vastrentende beleggingen zal geleidelijk worden teruggebracht van 44 naar 40 procent van de totale portefeuille. Tevens vindt een verschuiving plaats van staatsobligaties en bedrijfsobligaties naar lang lopende geïndexeerde vastrentende waarden. Deze sluiten goed aan bij de verplichtingen van het pensioenfonds, omdat ze compensatie bieden voor inflatie. De duration (gewogen gemiddelde rentelooptijd) van ABP's vastrentende beleggingen neemt enigszins toe, waardoor de kans afneemt dat de dekkingsgraad in enig jaar onder de honderd procent komt.

Onderdeel van het strategisch plan is het beleid om extra financiële (ESG=environment, social en governance) criteria in de beleggingsprocessen te integreren. Aandacht voor ecologische, sociale en governance factoren bij het nemen van beleggingsbeslissingen zal bijdragen aan het rendement en een verlaging van het risico. In 2007 start ABP hiermee in twee intern beheerde aandelenportefeuilles, die samen een omvang hebben van 22 miljard euro. De integratie van ESG-factoren sluit aan bij de Verklaring inzake Beleggingsbeginselen van ABP.

Een nieuw element in de strategie van ABP is het stimuleren van een intern klimaat voor innovatie. Nieuwe, kansrijke beleggingsmogelijkheden kunnen een interessante bijdrage leveren aan het rendement. Daarom - 5 -

wordt er een sterke impuls aan innovatie gegeven binnen Vermogensbeheer door de instelling van een Innovatie Comité en het voor de komende drie jaar beschikbaar stellen van een budget van maximaal 2% van het totaal belegd vermogen (circa 4 miljard euro).

Belangrijkste wijzigingen t.o.v. de strategie 2004-2006 samengevat: - Een afname van vastrentende waarden ten gunste van zakelijke waarden - Binnen de zakelijke waarden: een verschuiving van beursgenoteerde naar private en minder liquide beleggingen, vooral naar infrastructuur, private equity en hedge funds - Binnen beursgenoteerde aandelen een vergroting van het belang in opkomende markten en Europa ten koste van de Amerikaanse markt - Infrastructuur wordt als beleggingscategorie onderdeel van de strategische mix - Binnen vastrentende waarden: een verschuiving naar geïndexeerde obligaties - Een stijging van de rentelooptijd van obligaties - Extra financiële informatie krijgt sterkere rol in beleggingsproces - 2% van het totale vermogen voor innovatieve strategieën

Strategische beleggingsportefeuille

SBP 07-09 SBP 04-06 Zakelijke waarden Aandelen ontwikkelde landen 27,0% 30,5% Aandelen opkomende markten 5,0% 3,5% Converteerbare obligaties 2,0% 2,0% Private Equity 5,0% 4,0% Hedge Funds 5,0% 3,5% Grondstoffen 3,0% 2,5% Onroerend goed 9,0% 10,0% Infrastructuur 2,0% Innovatie 2,0% Totaal zakelijke waarden 60,0% 56%

Vastrentende waarden Prijsgeïndexeerde obligaties 7,0% 4,0% Overheidsobligaties 10,0% 15,0% Bedrijfsobligaties 23,0% 25,0% Totaal vastrentende waarden 40,0% 44,0% 100,0% 100,0%

Duration (vastrentende beleggingen) 8,0 4,8 Afdekking dollarrisico1 100% 100%

1 Het niet afdekken van het dollarrisico zou leiden tot een iets hoger verwacht rendement, maar ook tot een stijging van het mismatch risico en een vergrote kans op onderdekking. - 6 -

De introductie van een beleggingsraamwerk

In de beleggingsstrategie 2007-2009 introduceert ABP een nieuw beleggingsraamwerk. Dit raamwerk geeft inzicht in het verband tussen de afzonderlijke beleggingsstrategieën en de belangen van de deelnemers van ABP. Het bevordert zo de ontwikkeling van een beleggingsstrategie die is afgestemd op de lange termijn toekomst van het fonds. Het raamwerk maakt een onderscheid tussen de twee functies van de beleggingstrategie. Eén functie is het afdekken van de risico's van de verplichtingen (liability hedging portefeuille) met beleggingen die relatief risicovrij zijn. De andere functie is de optimale benutting van het risico dat mag worden gelopen met beleggen (risk optimizing portefeuille) om een zo hoog mogelijk rendement te halen. Het nieuwe raamwerk maakt de afruil tussen beide functies inzichtelijk. De komende jaren zal het raamwerk geleidelijk worden ingevoerd. Dit zal resulteren in een optimalisatie van beide portefeuilles door betere rendementsvooruitzichten c.q. lagere risico's.

Voor meer informatie over de beleggingsstrategie: zie de brochure Strategisch Beleggingsplan 2007-2009, www.abp.nl

Profiel Stichting Pensioenfonds ABP (ABP) is het bedrijfstakpensioenfonds voor werkgevers en werknemers van overheids- en onderwijsinstellingen in Nederland. ABP heeft 2,5 miljoen klanten en een beheerd vermogen van 209 miljard (per 31 december 2006). Daarmee behoort ABP tot de top drie van grootste pensioenfondsen ter wereld.

Disclaimer Dit bericht bevat verwachtingen voor de toekomst. Deze zijn gebaseerd op huidige veronderstellingen en inzichten. ABP aanvaardt geen verplichting deze naar aanleiding van toekomstige inzichten of gebeurtenissen publiekelijk te actualiseren. ABP wijst er bovendien op dat de uitgesproken verwachtingen noodzakelijkerwijs onderhevig zijn aan onzekerheden waardoor uiteindelijke rendementen materieel kunnen afwijken bijvoorbeeld door onvoorziene omstandigheden in voor ABP relevante markten, valutakoersen, het renteniveau en ontwikkelingen in wet- en regelgeving. De cijfers in dit document zijn deels gebaseerd op schattingen en niet gecontroleerd door de accountant en externe actuaris.