De Nederlandse Bank


Ten geleide van het ECB Maandbericht januari 2007

Nieuwsbericht

Datum 18 januari 2007

In zijn op 11 januari 2007 gehouden vergadering heeft de Raad van Bestuur op basis van zijn reguliere economische en monetaire analyses besloten de basisrentetarieven van de ECB onveranderd te laten. De gegevens die beschikbaar zijn gekomen sinds het besluit tot renteverhoging van de Raad van Bestuur op 7 december 2006, bevestigen nogmaals de redenering die ten grondslag lag aan dit besluit. Tevens wordt ermee bevestigd dat het zeer nauwlettend volgen van alle ontwikkelingen van essentieel belang blijft, zodat de risico's voor prijsstabiliteit op de middellange termijn zich niet concretiseren. Dit maakt het mogelijk dat de middellange- tot langere-termijninflatieverwachtingen in het eurogebied stevig verankerd blijven op een niveau dat in overeenstemming is met prijsstabiliteit. Een dergelijke verankering is een eerste voorwaarde om te bewerkstelligen dat het monetaire beleid een voortdurende bijdrage kan leveren aan de ondersteuning van duurzame economische groei en werkgelegenheidscreatie in het eurogebied. Het monetaire beleid van de ECB blijft accommoderend, daar de basisrentetarieven nog steeds laag zijn, de groei van de geldhoeveelheid en de kredietverlening krachtig blijft en de liquiditeit in het eurogebied naar alle aannemelijke maatstaven ruim is. Het blijft daarom, met het oog op de toekomst, van belang resoluut en tijdig op te treden om prijsstabiliteit op de middellange termijn te waarborgen.

Te beginnen met de economische analyse, bedroeg de reële bbp-groei in het eurogebied in het derde kwartaal van 2006 0,5% op kwartaalbasis, na zeer krachtige groei in de eerste helft van vorig jaar. De binnenlandse vraag bleef de belangrijkste motor van de economische groei, wat de voorziene verbreding van het herstel bevestigt en erop wijst dat de economische expansie in het eurogebied steeds autonomer van aard wordt. Op basis van de meest recente informatie, ondersteunen de gegevens uit verschillende vertrouwensenquêtes en op indicatoren gebaseerde ramingen de beoordeling dat de economie robuust is blijven groeien en dat de arbeidsmarktsituatie verder is verbeterd. Hoewel rond de jaarwisseling enige volatiliteit kan worden waargenomen in de groei op kwartaalbasis - in samenhang met het effect van wijzigingen in indirecte belastingen in een grote lidstaat van het eurogebied - blijft de beschikbare informatie in overeenstemming met het basisscenario van de Raad van Bestuur.

Vooruitblikkend, blijven de middellange-termijnvooruitzichten voor de economische bedrijvigheid gunstig en blijven de condities voor stevige groei, rond het potentiële groeitempo, van de economie van het eurogebied aanwezig. Voor wat betreft het externe klimaat, is de mondiale economische groei over de diverse regio's evenwichtiger geworden, met enige vertraging in de Verenigde Staten en veerkrachtige groei elders. Over het geheel genomen, zou de mondiale groei krachtig moeten blijven en daarom ondersteuning moeten blijven bieden aan de uitvoer uit het eurogebied. De binnenlandse vraag in het eurogebied zal naar verwachting zijn dynamiek behouden. De investeringen zouden dynamisch moeten blijven en profiteren van een langdurige periode van zeer gunstige financieringscondities, balansherstructureringen, opgebouwde en aanhoudende grote winsten en verbeterde efficiëntie bij bedrijven. De consumptie zou in de loop der tijd eveneens verder moeten aantrekken, in overeenstemming met de ontwikkelingen in het reëel besteedbaar inkomen, naargelang de werkgelegenheidssituatie verder verbetert.

Volgens de Raad van Bestuur zijn de risico's voor deze in grote lijnen gunstige vooruitzichten voor de economische groei gedurende de komende jaren van overwegend neerwaartse aard. De belangrijkste risico's houden verband met de vrees voor een toenemende protectionistische druk, de mogelijkheid van een hernieuwde stijging van de olieprijzen en de zorg om mogelijke wanordelijke ontwikkelingen ten gevolge van mondiale onevenwichtigheden.

Wat de prijsontwikkeling betreft, bedroeg volgens de "flash" raming van Eurostat de HICP-inflatie op jaarbasis in december 2006 1,9%, onveranderd ten opzichte van de voorafgaande maand. Vanwege hun volatiliteit in de afgelopen maanden en als gevolg van basiseffecten, zullen de energieprijzen een belangrijke rol blijven spelen bij het bepalen van het profiel van de HICP-inflatiepercentages op jaarbasis begin 2007, in combinatie met de gevolgen van hogere indirecte belastingen. Verder vooruitkijkend, zal de inflatie op jaarbasis, zo is de projectie, in dit en het komende jaar rond 2% zweven.

Naar de mening van de Raad van Bestuur blijft het vooruitzicht voor de prijsontwikkelingen onderhevig aan opwaartse risico's die met name voortkomen uit een sterker dan verwachte doorwerking van olieprijsstijgingen uit het verleden, verhogingen van door de overheid gereguleerde prijzen en indirecte belastingen boven op degene die tot nog toe zijn aangekondigd, en de mogelijkheid van hernieuwde olieprijsstijgingen. In fundamenteler zin zou de loondynamiek, gezien de gunstige dynamiek van de reële bbp-groei die gedurende de afgelopen paar kwartalen te zien is geweest en de positieve arbeidsmarktontwikkelingen, sterker kunnen zijn dan momenteel wordt verwacht. Het is daarom van cruciaal belang dat de sociale partners hun verantwoordelijkheid blijven nemen. In deze context zouden bij loonakkoorden de productiviteitsontwikkelingen in aanmerking moeten worden genomen, met inachtneming van de nog steeds hoge werkloosheid en het prijsconcurrentievermogen. Zoals reeds bij eerdere gelegenheden is gesteld, is het tevens van belang dat in loonakkoorden niet langer wordt uitgegaan van automatische, op het verleden georiënteerde indexatiemechanismen.

Wat betreft de monetaire analyse, is de M3-groei op jaarbasis in november gestegen naar 9,3%. Dit is het hoogste groeitempo op jaarbasis sinds de invoering van de euro en de sterkste geaggregeerde groei in de landen van het eurogebied sinds 1990. Hoewel het belang van de maandcijfers niet moet worden overschat, aangezien zij mogelijk ook worden beïnvloed door tijdelijke factoren, onderstreept de reeks krachtige monetaire gegevens in de afgelopen paar maanden het aanhoudend zeer dynamische onderliggende expansietempo van de ruim gedefinieerde geldhoeveelheid in het eurogebied. De stijgende korte rente, in combinatie met de lage lange rente, hebben in de afgelopen maanden slechts een beperkte invloed gehad op de monetaire ontwikkelingen. Dit heeft vooral gestalte gekregen in verschuivingen tussen de componenten van M3 in plaats van een beperking van de algehele expansie van M3 zelf. Met name het groeitempo van M1 op jaarbasis is de afgelopen maanden enigszins gematigd als gevolg van verschuivingen van girale deposito's naar andere componenten van M3 die hogere rendementen bieden.

Al met al groeit de geldhoeveelheid en de kredietverstrekking nog steeds snel, wat de weerslag vormt van de lage rentes en de toename van de economische bedrijvigheid in het eurogebied. Zo bedroeg de groei op jaarbasis van leningen aan de particuliere sector in november 11,2%, onveranderd ten opzichte van de voorafgaande maand. Ofschoon - in de context van stijgende rentetarieven - de groei van de kredietverstrekking aan huishoudens de afgelopen maanden tekenen van stabilisering heeft vertoond, zij het op een zeer hoog niveau, is de groei van leningen aan niet-financiële ondernemingen daarentegen nog steeds stijgende. De kredietverlening blijft dus in een snel tempo en op breed gedragen wijze groeien, en blijft daarmee, vanuit de tegenposten van de MFI-balans gezien, de voornaamste drijvende kracht achter de thans sterke monetaire groei.

Gezien vanuit een middellange- tot langere-termijnperspectief zijn de laatste ontwikkelingen in overeenstemming met het voortduren van de hardnekkige opwaartse tendens in het onderliggende tempo van de monetaire expansie. De liquiditeitssituatie in het eurogebied is na verscheidene jaren van robuuste monetaire groei naar alle aannemelijke maatstaven ruim. Een aanhoudend krachtige groei van de geldhoeveelheid en de kredietverlening tegen de achtergrond van ruime liquiditeit wijst op opwaartse risico's voor de prijsstabiliteit op de middellange tot langere termijn. Het blijft derhalve nodig de monetaire ontwikkelingen zeer nauwlettend te volgen, met name tegen de achtergrond van verbeterde economische condities en blijvend krachtige ontwikkelingen op de huizenmarkt in vele delen van het eurogebied.

Samengevat: de inflatie op jaarbasis zal, zo is de projectie, dit en komend jaar rond 2% zweven, waarbij de risico's voor deze vooruitzichten van opwaartse aard blijven. Gezien de zeer krachtige groei van de geldhoeveelheid en de kredietverlening in een klimaat van al ruime liquiditeit wordt de beoordeling dat opwaartse risico's voor de prijsstabiliteit op de middellange tot langere termijn overheersen ondersteund door een toetsing van de resultaten van de economische analyse aan die van de monetaire analyse. Derhalve is het van essentieel belang alle ontwikkelingen zeer nauwlettend te volgen, teneinde ervoor te zorgen dat de risico's voor prijsstabiliteit op de middellange termijn zich niet concretiseren. Dit maakt het mogelijk dat de middellange- tot langere-termijninflatieverwachtingen in het eurogebied stevig verankerd blijven op een niveau dat in overeenstemming is met prijsstabiliteit. Het blijft daarom, met het oog op de toekomst, van belang resoluut en tijdig op te treden om prijsstabiliteit op de middellange termijn te waarborgen.

Wat het begrotingsbeleid betreft, hebben bijna alle landen van het eurogebied hun geactualiseerde stabiliteitsprogramma's ingediend. Hoewel deze programma's over het algemeen aangeven dat regeringen van plan zijn naar gezonde begrotingsposities toe te werken, zijn er tevens aanwijzingen dat de begrotingsdoelstellingen niet consistent duiden op voldoende consolidatie en dat concrete en geloofwaardige maatregelen nog niet in alle programma's zijn gespecificeerd. Deze aanwijzingen zijn reden tot zorg en betekenen risico's voor de toekomst. Tegen de achtergrond van het thans gunstige economische tij, is het van essentieel belang dat in landen met begrotingsonevenwichtigheden gezonde begrotingsposities worden bereikt, en dat in alle lidstaten een procyclische verruiming wordt vermeden. Bovendien dienen de landen van het eurogebied de kwaliteit van hun belasting- en uitgavenbeleid te verbeteren als onderdeel van een veelomvattende middellange-termijnstrategie, teneinde het vertrouwen te vergroten in een groei- en werkgelegenheidsvriendelijk, houdbaar begrotingsbeleidsklimaat.

Wat betreft structurele hervormingen, zijn de landen van het eurogebied in de afgelopen jaren zich in toenemende mate bewust geworden van de noodzaak zich aan te passen aan de uitdagingen waarvoor zij door de toegenomen mondiale concurrentie, de vergrijzing en de versnellende technologische ontwikkelingen worden gesteld. In antwoord daarop, hebben sommige landen hervormingsinspanningen geleverd teneinde meer banen te creëren. Zowel als gevolg van deze hervormingen als door de loonmatiging in enkele landen, kon in het eurogebied in de afgelopen periode een opmerkelijke dynamiek in de werkgelegenheidscreatie worden opgetekend. Zo zijn er in de acht jaar sinds het begin van de derde fase van de EMU rond 12 miljoen nieuwe banen geschapen in het eurogebied. Dit steekt gunstig af tegen de krap meer dan twee miljoen nieuwe banen die in de acht jaar voor 1999 door dezelfde groep landen werden gecreëerd. De Raad van Bestuur merkt echter op dat belangrijke structurele belemmeringen blijven bestaan die helpen verklaren waarom de werkloosheidscijfers nog steeds onacceptabel hoog zijn en de arbeidsmarktparticipatie naar internationale maatstaven nog steeds laag is. Aangezien andere landen in de wereld het concurrentievermogen van hun markten ook verhogen, is het voor elk van de landen van het eurogebied van groot belang de marktverstoringen te beperken die worden veroorzaakt door de landspecifieke regelgeving, en voor het eurogebied als geheel dat de resterende belemmeringen voor marktintegratie worden weggenomen. Dit vereist de tenuitvoerlegging van veelomvattende hervormingen die nodig zijn om de marktintegratie te verdiepen, arbeidsmarktrigiditeiten te versoepelen en loonflexibiliteit te bevorderen teneinde door te kunnen gaan met het bevorderen van groei en nieuwe werkgelegenheidsmogelijkheden.

De Engelstalige versie van dit nummer van het Maandbericht bevat drie artikelen. Het eerste artikel geeft een kort overzicht van de economie van de uitgebreide EU en de landen van het eurogebied. Het tweede artikel bespreekt ontwikkelingen in de structurele kenmerken van de arbeidsmarkten in het eurogebied gedurende het afgelopen decennium. Het derde artikel beoordeelt de economische expansie in China gedurende de afgelopen kwart eeuw.