Unicef
VN-organisaties: wij kunnen ons werk in Darfur niet voortzetten 18 januari 2007, New York - Vijftien VN-organisaties, waaronder Unicef, hebben in een gezamenlijke verklaring gemeld dat zij de hulp aan de bevolking in de Sudanese regio Darfur niet langer kunnen voortzetten, als de regering van Sudan en de rebellen in deze regio het geweld niet beteugelen.
Kinderen in het opvangkamp Ottash in Darfur. Foto: Unicef/2006/Shehzad Noorani
Kinderen in het opvangkamp Ottash in Darfur. Foto: Unicef/2006/Shehzad Noorani
In Darfur heeft de onveilige situatie voor zowel de bevolking als voor hulpverleners een dieptepunt bereikt. De afgelopen zes maanden zijn meer dan 250.000 mensen voor het geweld op de vlucht geslagen, velen van hen voor de tweede of derde keer. Dorpen zijn platgebrand, geplunderd en gebombardeerd, vee en oogsten zijn verloren gegaan en seksueel geweld tegen vrouwen heeft alarmerende proporties aangenomen. In deze periode zijn twaalf hulpverleners omgekomen - dat is meer dan in de twee jaar ervoor - en moesten honderden hulpverleners talloze malen verhuizen om aan het geweld te ontkomen. Doordat medewerkers van hulporganisaties hun leven niet zeker zijn, wordt de hulpverlening aan de bevolking ernstig belemmerd.
Resultaten gaan verloren
De hulporganisaties hebben vóór de verslechtering van de
veiligheidssituatie veel voor de bevolking van Darfur kunnen
betekenen. Bijna driekwart van alle mensen in Darfur heeft toegang tot
schoon drinkwater. Alleen al in 2006 zorgden de hulporganisaties voor
400.000 ton voedsel. Ze konden op deze manier de ondervoedings- en
sterftecijfers in de hand houden. Deze resultaten worden door het
toegenomen geweld echter teniet gedaan.
De VN-organisaties vragen de regering van Sudan en de rebellen in
Darfur het geweld te beëindigen en het internationale humanitaire
recht te respecteren. De veiligheid van burgers en hulpverleners moet
worden gegarandeerd en degenen die misdaden hebben begaan mogen hun
straf niet ontlopen. Als dit niet gebeurt, zijn de organisaties niet
meer in staat om de vier miljoen mensen te helpen die door het
conflict zijn getroffen.
Onder de organisaties die de verklaring naar buiten brachten zijn het
Wereldvoedselprogramma (WFP), de Hoge Commissaris voor de
Vluchtelingen (UNHCR), de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), het
VN-Ontwikkelingsprogramma (UNDP) en Unicef.