Frugi Venta (Groenten en Fruit Handelsplatform Nederland)


22-01-2007
WGA-premie verhalen op de werknemer
Werkgevers mogen vanaf 1 januari 2006 maximaal 50% van de WGA-lasten verhalen op werknemers. In 2007 komt dit neer op 50% van de gedifferentieerde WGA-premie. Dit `verhaalrecht' is geregeld in de Wet financiering sociale verzekeringen.

Hiermee wordt benadrukt dat zowel werkgevers als werknemers verantwoordelijk zijn voor langdurig ziekteverzuim en wordt voor beide partijen een financiële prikkel gecreëerd.

Inhouding
De inhouding vindt plaats op het netto loon van de werknemer. Het verhaalde bedrag is dus niet aftrekbaar van het brutoloon. Het bedrag dat verhaald kan worden op een werknemer is ten hoogste de helft van de voor díe werknemer verschuldigde premie. Het te verhalen bedrag verschilt dus per werknemer.

Het is aan te raden hierover te overleggen met de werknemers en hier afspraken over te maken, maar de werkgever is hiertoe niet verplicht. Informeer de werknemers in ieder geval wel vooraf, indien deze regeling toegepast gaat worden.

Situatie 2006
In 2006 betrof de WGA-premie een gering percentage. In 2006 was het WGA-deel in de basispremie vastgesteld op 0,09% van de loonsom. Hiervan mocht maximaal 50% op de werknemer worden verhaald, dit komt neer op 0,045%.

Situatie 2007
Vanaf 2007 worden de WGA-uitkeringen betaald uit een gedifferentieerde WGA-premie en een WAO/WIA-basispremie. Werkgevers mogen (alleen) van de gedifferentieerde WGA-premie maximaal 50% verhalen op de werknemers. Indien een werkgever eigenrisicodrager WGA is geworden, wordt er geen gedifferentieerde WGA-premie afgedragen. De werkgever heeft dan toch de mogelijkheid een deel van de kosten te verhalen op de werknemer.

De gedifferentieerde WGA-premie is per bedrijf verschillend en wordt bepaald door de WAO-lasten in de periode 2000-2005. Deze premie wordt per individueel bedrijf jaarlijks vastgesteld door het UWV. De gemiddelde premie bedraagt in 2007 0,75%.

Kleine werkgevers betalen in 2007 een WGA-premie van minimaal 0,40 en maximaal 2,10%.
Grote werkgevers betalen in 2007 een WGA-premie van minimaal 0,05 en maximaal 2,80%.
De grens kleine/grote werkgever ligt bij een totale loonsom van EUR 675.000 (2006: EUR 650.000).

De rentehobbel en de compensatie
Om een gelijk speelveld te creëren tussen het UWV en verzekeraars is in de gedifferentieerde (publieke) WGA-premie voor 2007 een (rentehobbel)opslag opgenomen. Deze opslag loopt vanaf 2007 geleidelijk af, terwijl het `echte' premiedeel in de WGA-premie geleidelijk zal oplopen. De WGA-rekenpremie bedraagt in 2007 0,75% en kan worden opgesplitst in 0,47% opslag en 0,28% `echte' premie.

In 2007 worden alle werkgevers, ook de eigenrisicodragers, - macro - voor deze extra kosten gecompenseerd door een verlaging van de Aof-premie (de basispremie WAO/WIA) met een percentage van 0,47%. Dit is een macro compensatie, die voor alle ondernemingen gelijk is.

De Stichting van de Arbeid (landelijk overlegorgaan van de centrale organisaties van zowel werkgevers als werknemers) heeft daarom aangegeven dat zij erop vertrouwt dat "deze compensatie die werkgevers ontvangen via de lagere WAO/WIA premie, in mindering wordt gebracht op de WGA-last die voor verhaal op basis van 50% in aanmerking komt op het loon van de werknemers". Dit betekent dat werkgevers van de gedifferentieerde WGA-premie 0,47% moeten aftrekken en daarna de helft op de werknemer kunnen verhalen.
Let wel, dit betreft de situatie voor 2007. In latere jaren is er ook een rentehobbelopslag (die geleidelijk afloopt), maar of deze gecompenseerd wordt, en voor welk percentage, is nog niet bekend.

Wat moet een werkgever doen
Concreet betekent het bovenstaande voor 2007 dat werkgevers die een gedifferentieerde WGA-premie betalen (publiek verzekerd via het UWV) dat zij op deze premie 0,47% in mindering moeten brengen en van het resterende deel vervolgens 50% op het netto loon van de werknemer in kunnen houden.

Werkgevers die eigenrisicodrager zijn kunnen deze 0,47% op de WGA-lasten
(verzekeringspremie) in mindering brengen waarna zij van het resterende deel 50% op het netto loon van de werknemer in kunnen houden. Eigenrisicodragers kunnen óf de WGA-lasten (als zij geen private verzekering hebben) óf de verzekeringspremie (als zij wel een private verzekering hebben) voor maximaal de helft verhalen. Omdat de private verzekeringspremie meer kan omvatten dan alleen het WGA-risico (bijvoorbeeld ook uitkeringen bij ziekte of aanvullingen op de WIA-uitkering), kan alleen het deel van de premie dat betrekking heeft op het WGA-risico verhaald worden. Verzekeraars kunnen in die gevallen aan de werkgever aangeven welk deel van de premie daarop betrekking heeft;

Premie lager dan 0,47%
Het kan zijn dat de gedifferentieerde WGA-premie of verzekeringspremie lager is dan 0,47% en de werkgever na aftrek van de 0,47% (compensatie) dus geen bedrag meer op de werknemer kan verhalen. Het is belangrijk in dat geval toch naar de werknemers te communiceren dat de werkgever gebruik gaat maken van de mogelijkheid 50% van de WGA-lasten te verhalen, maar dat dit in 2007 niet zal leiden tot een daadwerkelijke inhouding op het netto loon. De situatie in de komende jaren kan immers veranderen!

Voor de volledigheid: de werkgever mág verhalen, dit is geen verplichting. Ook kan de werkgever er voor kiezen een lager percentage dan 50% te verhalen op de werknemer.
Indien de werkgever er voor kiest om niet of niet de volledige 50% op het loon van de werknemer in te houden, heeft de werknemer hierdoor een financieel voordeel. Dit leidt echter niet tot een belastbaar voordeel voor de werknemer en heeft dus geen fiscale consequenties.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Inge Ribbens via: 070 33 55 010 of ribbens@frugiventa.nl