Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Directie Platteland

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal


Postbus 20018

2500 EA 's-GRAVENHAGE

Kamerbrief Duurzaam toerisme en recreatie

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum

DP. 2006/516 juli 2006
10 onderwerp bijlagen

Duurzaam toerisme en recreatie. 1

Geachte Voorzitter,

Hierbij ontvangt u de brief over de verduurzaming van toerisme en recreatie, zoals in het Actieprogramma Duurzame Daadkracht (vrom030480) is toegezegd. Het Actieprogramma Duurzame Daadkracht geeft invulling aan de afspraken die zijn gemaakt tijdens de Wereldtop over Duurzame Ontwikkeling in Johannesburg in 2002.

Een duurzaam toerisme en recreatie

Wij willen met deze brief een impuls geven aan de verduurzaming van de toeristisch- recreatieve sector door vijf initiatieven van de sector te ondersteunen.

De toeristisch-recreatieve sector groeit snel en de langetermijnontwikkeling van de sector is gebaat bij een duurzame ontwikkeling en maatschappelijk verantwoord ondernemen Ministerie van Landbouw, (MVO). De omgeving, de natuur en het milieu hebben naast hun intrinsieke waarde ook Natuur en Voedselkwaliteit belangrijke waarde als onderdeel van het toeristisch-recreatief product. Wanneer er op Directie Platteland een duurzame wijze met het toeristisch-recreatief product wordt omgegaan, blijft de Willem Witsenplein 6
Postadres: Postbus 20401 kwaliteit van het product behouden. De sector heeft hier zelf groot belang bij. Toerisme 2500 EK 's-Gravenhage en recreatie kunnen ook bijdragen aan het behoud en de ontwikkeling van natuur en Telefoon: 070 - 3786868 milieu. Toerisme en recreatie kunnen in natuurgebieden zorgen voor extra inkomen voor Fax: 070 - 3786100 de lokale bevolking, die daardoor baat heeft bij de bescherming van het gebied. Toerisme en recreatie zijn in dit geval bedrijfsactiviteiten die kunnen worden benut bij natuur- bescherming.

De toeristisch-recreatieve sector onderkent het belang van een duurzame ontwikkeling en het bedrijfsleven verdient waardering voor het feit dat het de maatschappelijke verant- woordelijkheid neemt en al geruime tijd initiatieven neemt om het toerisme en de recreatie te verduurzamen.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
10 juli 2006 DP. 2006/516 2

Wij willen de sector ondersteunen bij het verder verduurzamen van het toeristisch- recreatief product. Omdat de sector een hoog MKB-gehalte en lage winstmarges kent, is het voor de sector soms lastig om verduurzamingsinitiatieven te financieren. We kiezen er daarom voor om de verduurzaming een impuls te geven door enkele initiatieven van de toeristisch-recreatieve sector financieel mogelijk te maken, omdat deze zonder deze impuls niet van de grond zouden komen. De sector heeft de initiatieven zelf voorgedragen en draagt zelf ook bij aan deze initiatieven. De projecten zijn een goede manier om MVO in de toeristisch-recreatieve sector zichtbaar te maken en de samenwerking op dit vlak te bevorderen. Het stimuleren en faciliteren van deze initiatieven past binnen de visie van het Rijk op het maatschappelijk verantwoord ondernemen. MVO is belangrijk voor ondernemingen omdat door innovatieve producten en diensten en aandacht voor sociale en milieuaspecten, de prestaties op gebied van people, planet en profit verbeterd kunnen worden. In bijvoorbeeld de koffie-, kleding- en bloemensector lopen diverse succesvolle MVO-initiatieven waarmee wordt bijgedragen aan duurzame ontwikkeling en ook bekijkt de schoenensector momenteel hoe MVO-aspecten in de keten geïntegreerd kunnen worden en op welke wijze het Rijk hier een bijdrage aan kan leveren. Ook voor de toeristisch recreatieve sector is MVO een goed middel om op een innovatieve wijze duurzame economische groei te bereiken.

Toerisme en Recreatie in Nederland

Zowel op Rijksniveau als op het niveau van de andere overheden worden afwegingen gemaakt, die van invloed zijn op de ontwikkeling van de sector. Op beide niveaus worden in beleidsvraagstukken economische, ecologische en sociale aspecten gezamenlijk afgewogen (people, planet, profit). Voor de ontwikkeling van toerisme en recreatie in Nederland zijn het MVO-beleid, de Nota Ruimte, de Agenda voor een Vitaal Platteland en de Vernieuwde Toeristische Agenda relevant. De Nota Ruimte en de Agenda Vitaal Platteland geven de mogelijkheden aan voor de ruimtelijke ontwikkeling van de sector.

In de Agenda voor een Vitaal Platteland stelt het kabinet dat recreatieve toegankelijkheid van het platteland, ook vanuit de stad, bijdraagt aan het toeristisch-recreatief product van Nederland. Ook draagt het bij aan de gezondheid en sportmogelijkheden. De recreatie- mobiliteit neemt af wanneer mensen van huis uit kunnen recreëren. Het schept kansen voor toeristisch-recreatieve ondernemers. Mensen kunnen het platteland en de daarbij behorende landschappen meer beleven. Kortom, een goede toegankelijkheid en het mogelijk maken van toeristisch-recreatieve ontwikkelingen heeft een verhoging van rendement van het platteland tot gevolg. Er is in de Agenda voor een Vitaal Platteland onder meer aandacht voor:
· recreatieve groenstructuren in en om de stad (GIOS); · de toegankelijkheid van het platteland: landelijke routenetwerken voor wandelen, fietsen en varen en de verbindingen tussen stad en platteland; · recreatieve toegankelijkheid en bruikbaarheid van bos- en natuurgebieden, agrarisch cultuurlandschap en oevers;
· het bieden van een gezamenlijke toekomst voor zowel natuur als recreatief- toeristisch ondernemerschap;

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
10 juli 2006 DP. 2006/516 3

· het bieden van ruimte voor toeristisch-recreatieve ontwikkelingen op het platteland voor recreatieondernemers en voor agrarische ondernemers, die zich richten op plattelandstoerisme.

Het Rijk stelt in samenwerking met de provincies een beleidskader op voor de toepassing van de saldobenadering in de Ecologische Hoofdstructuur. Het duurzaamheidvraagstuk van de inpassing van economische activiteiten om en nabij natuurgebieden is in de Nota Ruimte en de Agenda voor een Vitaal Platteland nadrukkelijker bij de provincie komen te liggen. In overleg tussen Rijk en provincies worden in 2005-2006 zes pilots uitgevoerd die betrekking hebben op de ontwikkelingsmogelijkheden voor (verblijfs)recreatiebedrijven in beschermde natuurgebieden. Bij de uitvoering van de pilots wordt gebruik gemaakt van het overzicht van alternatieve financieringsmogelijkheden uit het rapport `Verblijfs- recreatie en EHS: financieringsbronnen' dat in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is opgesteld. Tevens zullen de grenzen van de huidige wet- en regelgeving worden opgezocht.

Een belangrijk onderdeel van de Vernieuwde Toeristische Agenda zijn de pilots kwaliteits- impuls badplaatsen. De Nederlandse kust als vakantiebestemming is aan erosie onder- hevig. De Nederlandse kust trekt minder - met name buitenlandse - gasten met een hoog bestedingsniveau. Een van de oorzaken hiervan is achterblijvende of zelfs teruglopende kwaliteit van het aanbod. In november 2004 zijn bestuurlijke afspraken gemaakt door het ministerie van Economische Zaken en betrokken burgemeesters, wethouders en gedeputeerden om in de badplaatsen Ameland, Zandvoort, Cadzand Bad en Noordwijk pilots uit te voeren. Voor veel kustplaatsen is toerisme de economische motor, waar zowel de werkgelegenheid als een groot aantal voorzieningen voor een groot deel afhankelijk van zijn. Met de pilots willen we een kwaliteitsslag maken en zo het economisch en sociaal belang van het kusttoerisme waarborgen. Naast de pilots is, als onderdeel van de kwaliteitsslag, een subsidie gegeven aan de Stichting Keurmerk Milieu Veiligheid en Kwaliteit om samen met ondernemers een keurmerk duurzaam ondernemen te ont- wikkelen voor strandpaviljoens. In de loop van dit jaar worden de kustpilots geëvalueerd en zal een handboek `best practices' worden ontwikkeld.

Uitgaand Toerisme

Voor de ontwikkeling van het uitgaand toerisme is het Beleidsprogramma Biodiversiteit Internationaal (BBI), dat voortkomt uit de kabinetsnota Natuur voor Mensen, Mensen voor Natuur, relevant. Nederlandse toeristen die reizen naar buitenlandse bestemmingen hebben daar een impact op de economie, de natuur, het milieu en de sociale omgeving (people, planet, profit). Voor veel bestemmingen (specifiek voor ontwikkelingslanden) is de toeristische sector een belangrijke economische sector en een sector waar veel werk- gelegenheid mee gemoeid is. Toerisme kan in ontwikkelingslanden bijdragen aan de lokale economische ontwikkeling. De ontwikkeling van het toerisme in de bestemmings- landen is als eerste een verantwoordelijkheid voor de regering van het betreffende land, maar met het BBI neemt ook de Nederlandse overheid haar verantwoordelijkheid voor het uitgaande toerisme vanuit Nederland.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
10 juli 2006 DP. 2006/516 4

Bij het uitgaand toerisme gaat speciale aandacht uit naar de Nederlandse Antillen en Aruba. Als deel van het Koninkrijk vormen deze eilanden een belangrijke vakantie- bestemming voor Nederlandse toeristen. In de bestaande samenwerkingsverbanden draagt Nederland bij aan de uitvoering van het lokale duurzaam toerismebeleid. Bijvoorbeeld door ondersteuning te bieden bij het verminderen van de milieudruk van toeristische faciliteiten op natuur en milieu en het actief nastreven van duurzaam toeristisch gebruik van de natuur.

Ook de toeristische sector in Nederland neemt verantwoordelijkheid voor het verduur- zamen van het uitgaand toerisme. Het Platform Duurzaam Uitgaand Toerisme1 (IDUT) is inmiddels tien jaar bezig het uitgaand toeristisch-recreatief product te verduurzamen. Het IDUT richt zich op de vermindering van negatieve effecten die Nederlandse toeristen in het buitenland hebben op bijvoorbeeld natuur, milieu en cultuur. Door middel van voorlichting en projecten stimuleert het IDUT Nederlandse aanbieders en consumenten op vakantie in het buitenland rekening te houden met het milieu en respectvol om te gaan met de lokale cultuur. Verder zijn vanaf 2003 alle ANVR touroperators verplicht een Productgericht Milieu Zorg (PMZ)-systeem te hebben met duurzame activiteiten op het gebied van vervoer, verblijf, vermaak en informatievoorziening. PMZ is een goed voorbeeld van een initiatief van de sector om het toeristisch product te verduurzamen en staat ook in de belangstelling van brancheorganisaties in andere landen.

Consumenten kunnen bij vliegvakanties de uitstoot als gevolg van de reis compenseren met compensatieprogramma's als Green Seat en Trees for Travel. Een aantal ministeries, waaronder EZ en LNV nemen ook deel aan een dergelijk compensatieprogramma. In reactie op een Mededeling van de Europese Commissie over broeikasemissies van de luchtvaart heeft Nederland aangegeven er voorstander van te zijn de luchtvaart onder te brengen bij het Europese emissiehandelssysteem.

Een nieuw initiatief van de uitgaande reisbranche in samenwerking met NGO's is The Netherlands Travel Foundation. Het doel van de Foundation is om in bestemmingslanden projecten mogelijk te maken die bijdragen aan de verduurzaming en het behoud van natuur en cultuur. Wij willen dit initiatief van de sector graag met een eenmalige financiële bijdrage steunen.

Impuls voor verduurzaming

De Nota Ruimte, de Agenda voor een Vitaal Platteland en het Beleidsprogramma Biodiversiteit Internationaal bieden heldere kaders waarbinnen de toeristisch-recreatieve sector zich kan ontwikkelen. Het toeristisch-recreatieve bedrijfsleven neemt haar verant- woordelijkheid en voert diverse duurzaamheidsprojecten uit. Op zowel het terrein van het binnenlands toerisme en recreatie als op het terrein van het uitgaand toerisme heeft de sector initiatieven gestart om te verduurzamen. De volgende initiatieven willen we graag met een eenmalige financiële bijdrage mogelijk maken:


1 Het IDUT bestaat uit: ANVR (vz.), ANWB, CBI, Cordaid, ECEAT, ECPAT, Fontys, INHOLLAND, KNV, Milieu Centraal, ministerie van LNV, NAP, IUCN NL (secr.), NHTV / CSTT, Sawadee, SNV, Thomas Cook, TUI Nederland, WNF, WUR, Zwitserland Toerisme.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
10 juli 2006 DP. 2006/516 5


1. De oprichting van de Netherlands Travel Foundation;
2. Het stimuleren van bedrijven tot het verbeteren van milieuefficiëntie middels de Milieubarometer;

3. Het vergroten van de participatie van de Blauwe Vlag;
4. Het vernieuwen van de interne milieuzorg Watersport;
5. Het verbeteren van de toegankelijkheid van het platteland vanuit de stad.

Een verdere uitwerking van deze projecten treft u aan in de bijlage.

Deze initiatieven dragen alle bij aan het verder verduurzamen van het toerisme en recreatie en wij stellen de sector een subsidie van 220.000,- ter beschikking om deze initiatieven te realiseren. We gaan ervan uit dat de toeristisch-recreatieve sector haar verantwoordelijkheid neemt en verduurzaminginitiatieven blijft ondernemen. We blijven graag met de sector in gesprek over verdere verduurzaming en kunnen ook in de toekomst vanuit de MVO-gedachte een stimulerende en faciliterende rol vervullen. We zien dan ook een positief signaal in het feit dat het Platform Toerisme en Recreatie (PTR) in haar toekomstvisie die in dit najaar verschijnt, ook aandacht zal hebben voor duurzaam- heid. In ons overleg met het Platform Toerisme en Recreatie kan duurzaamheid daarmee een belangrijke plaats op de agenda krijgen, te beginnen in het overleg dit najaar.

Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd,

DE MINISTER VAN LANDBOUW, DE STAATSSECRETARIS VAN NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, ECONOMISCHE ZAKEN,

dr. C.P. Veerman ir. C.E.G. van Gennip MBA

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
10 juli 2006 DP. 2006/516 6

Bijlage

In het kader van de brief over duurzaam toerisme en recreatie steunen de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de staatssecretaris van Economische Zaken een aantal initiatieven van de sector die bijdragen aan de verduurzaming van toerisme en recreatie.


1 Travel Foundation Nederland (NLTF)

De Travel Foundation Nederland wordt opgericht door een aantal grote reisorganisaties. Als deelnemer hebben zich aangemeld: TUI Nederland, Oad Reizen, GoGo Tours, Askja Reizen en Sawadee Reizen en waarschijnlijk sluiten anderen zich later aan.

De doelstellingen van het fonds zijn:
· Het realiseren van concrete voorbeeldprojecten van duurzaam toerisme. Zowel op bestemmingen waar Nederlanders op vakantie gaan als in de toeristische keten. · Het creëren van betrokkenheid bij en bewustwording van duurzaam toerisme bij vakantiegangers.

De toegevoegde waarde van NLTF ligt in het ontwikkelen en uitvoeren van praktische projecten en duurzame maatregelen die reisondernemingen in de praktijk niet individueel kunnen nemen. De NLTF is voor de deelnemende reisondernemingen het middel om met gebundelde inzet meer vakantiegangers te prikkelen tot plezierig duurzaam vakantie- gedrag en aan te zetten tot duurzame vakantiekeuzes. Het stimuleren van innovatieve sleutelprojecten moet leiden tot verdere verduurzaming van zowel de reguliere zomer- vakantie dichtbij bij huis als de avontuurlijke vakantie ver weg.

Wij willen dit initiatief graag met een eenmalige subsidie mogelijk maken.


2 Bedrijven stimuleren tot verbeteren milieuefficiency middels de Milieubarometer

Om de Nederlandse toeristisch-recreatieve ondernemers te ondersteunen bij het incor- poreren van milieuefficiency in het dagelijkse management is de Milieubarometer ontwikkeld op initiatief van de Recron en met steun van het Rijk. De Milieubarometer biedt ondernemers in de toeristisch-recreatieve sector een hulpmiddel om maatregelen te nemen die de milieuefficiency verhogen.

De Milieubarometer heeft zichzelf bewezen en opereert break-even: de jaarlijkse bijdrage van de leden dekken de kosten. Financiële middelen om het aantal bedrijven te verhogen ontbreken echter. Momenteel zijn zo'n 200 bedrijven aangesloten. Met onze bijdrage stellen wij de beheerder van de Milieubarometer, de Stichting Keurmerk Milieu, Veiligheid en Kwaliteit, in staat acquisitie te doen en nieuwe bedrijven aan zich te binden en zo deze bedrijven te helpen bij het duurzamer ondernemen.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
10 juli 2006 DP. 2006/516 7

Dit jaar zal de Milieubarometer aansluiten op het internationale keurmerk Green Key, welke een onderdeel is van de Foundation for Environmental Education (FEE).


3 Vergroten participatie van de Blauwe Vlag

De Blauwe Vlag is een keurmerk voor stranden en jachthavens en valt sinds het ontstaan in 1988 onder de verantwoordelijkheid van de ANWB. De Blauwe Vlag is net als de Green Key een onderdeel van Foundation for Environmental Education (FEE). In 2005 waren 40 stranden en 45 jachthavens gecertificeerd. De ANWB heeft besloten om de uitvoering van de Blauwe Vlag samen te voegen met de Milieubarometer (Green Key) en heeft toegezegd deze samenvoeging financieel te ondersteunen.

Net als de Milieubarometer biedt de Blauwe Vlag een handvat voor kwaliteitsverbetering en de Blauwe Vlag heeft ook nadrukkelijke waarde als keurmerk. Voor een goede exploitatie van de Blauwe Vlag is voldoende kritische massa vereist. Een bredere toepassing van de Blauwe Vlag komt ook tegemoet aan de kwaliteitsverhoging van het toeristisch-recreatief product in Nederland. Dit is ook van belang voor het inkomend toerisme.

Om de Blauwe Vlag verder te promoten, worden promotieactiviteiten gestart. Wij willen de beschikbare middelen van het bedrijfsleven graag cofinancieren.


4 Vernieuwen interne milieuzorg Watersport

Het Koninklijk Nederlands Watersport Verbond en Hiswa Vereniging hebben in 2001 gezamenlijk een geïntegreerd milieu- en arboproject uitgebracht onder de naam Bedrijfs- interne Milieuzorg 2 (BIM2). Sinds 2001 is er veel veranderd in de regelgeving voor jachthavens en er staan meer wijzigingen op stapel. Ook is ondertussen meer bekend geworden over het gebruik van duurzame materialen bij ontwikkeling en onderhoud van jachthavens. Dit leidt er toe dat het ondersteuningsmateriaal voor bedrijven en vereni- gingen aangepast moet worden. Wij willen graag de actualisering van de Interne Milieuzorg Jachthavens (BIM3) ondersteunen.


5 Verbeteren toegankelijk platteland vanuit de stad

De ANWB, LTO-noord en Regio Twente hebben het initiatief genomen "het buitengebied van Twente een etalage in de stad" te bieden. Deze pilot betreft de ontwikkeling van een website waarmee vraag en aanbod bij elkaar worden gebracht. Het gaat hier om de promotie van het toeristisch-recreatieve product van het buitengebied van Twente. Toeristisch-recreatieve ondernemers krijgen de mogelijkheid hun product op de website te etaleren. Er wordt hiermee ingespeeld op de toenemende vraag van meer recreatie- mogelijkheden dicht bij huis. Daarnaast is de afname van automobiliteit gunstig voor het milieu. Met een eenmalige bijdrage maken wij de ontwikkeling van een portaal voor plattelandsondernemers mogelijk.


---- --