Sociaal-Economische Raad

SER STELT ADVIES OVER ARBEIDSMIGRATIEBELEID UNANIEM VAST

16 maart 2007 - De SER heeft vanochtend een unaniem advies over het arbeidsmigratiebeleid uitgebracht. Kern van het advies is dat Nederland kenniswerkers van buiten Europa met open armen moet ontvangen. Dat is belangrijk voor de ontwikkeling van de kennissamenleving en voor het op het peil houden van onze internationale concurrentiepositie.

Namens de drie vakcentrales gaf FNV-bestuurder Leo Hartveld aan dat hij blij was het met het advies. Het onderwerp ligt bij de vakcentrales heel gevoelig. Zo kan het belang van de migrant om ergens anders te gaan werken botsen met de opnamecapaciteit van de arbeidsmarkt in dat land. Het andere gevoelige punt is de verschillende benadering van hoger en lager opgeleide arbeidsmigranten. De hoger opgeleiden zijn meer dan welkom, terwijl er voor de lager opgeleiden allerlei restricties gelden. Is dat rechtvaardig? Hartveld constateerde dat het SER-advies hier evenwichtig en pragmatisch mee omgaat. Verder benadrukte hij dat arbeidsmigratie goed is om tijdelijke tekorten op de arbeidsmarkt op te vangen maar dat het geen oplossing biedt voor structurele problemen als vergrijzing.

Het kroonlid Harry Garretsen noemde het een prima advies dat op twee punten verbetering biedt ten opzichte van het huidige beleid. In plaats van een restrictief beleid komt er een selectief en uitnodigend migratiestelsel, met zelfs een voorzichtige poging tot aanbodsturing. Als econoom was hij daar bijzonder gelukkig mee. Daarnaast biedt het SER-advies een beter alternatief voor het kabinetsvoorstel voor de uitvoering van het migratiebeleid. Hij vond het SER-advies een bescheiden doorbraak in het denken over het arbeidsmigratiebeleid. Het beeld van een stoelendans klopt niet, omdat banen van migranten niet per definitie ten koste gaan van banen van ingezetenen. Hoogopgeleide arbeidsmigranten creëren namelijk ook zelf werkgelegenheid met een toegevoegde waarde en een hoge arbeidsproductiviteit.

Ook voor de werkgevers is dit een belangrijk advies, zei MKB-Nederland-bestuurder Michaël van Straalen namens de drie centrale ondernemersorganisaties. Het moet gemakkelijker, eenvoudiger en beter uitvoerbaar worden om arbeids- en kennismigranten in Nederland te laten leven en werken. De urgentie hiervan is groot, vond hij, uit een oogpunt van versterking van de concurrentiekracht van Nederlandse bedrijven en instellingen. Cruciaal is dat het kabinet met dit advies doorpakt en daadwerkelijk uitvoering geeft aan de voorstellen. Nederland heeft hier veel bij te winnen, vond hij.

SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan was buitengewoon gelukkig met het advies en de wijze van totstandkoming. De inbreng van de werknemers was volgens hem constructief en behulpzaam, ondanks de gevoeligheden die er voor hen waren. Hij sprak de hoop uit dat dit advies zal bijdragen aan een ander klimaat en een andere cultuur als het gaat om arbeidsmigratie.