Dienstenbond CNV

Nieuws

Principeakkoord op hoofdlijnen Sociaal Plan Telegraaf Media Groep N.V.

17 april 2007
Categorie: algemeen nieuws dibo

Door: A.di Giacomo Russo

Principeakkoord op hoofdlijnen Sociaal Plan Telegraaf Media Groep N.V. 29-11-2006 tot en met 31-12-2007 (verder te noemen Sociaal Plan TMG).

De Telegraaf Media Groep N.V. en de vakorganisaties FNV Kiem, de Nederlandse Vereniging voor Journalisten (NVJ), CNV Media en De Unie hebben op 27 maart 2007 een principeakkoord op hoofdlijnen bereikt inzake een Sociaal Plan, geldend voor alle werkmaatschappijen van de Telegraaf Media Groep, voor de periode 29 november 2006 tot en met 31 december 2007.

Bovengenoemde partijen committeren zich om op zo kort mogelijke termijn overeenstemming te bereiken over de nog openstaande punten en de tekst van het Sociaal Plan TMG. Indien daarover overeenstemming is bereikt kan van een definitief principeakkoord gesproken worden. Het akkoord is onderhevig aan fiscale goedkeuring en dispensatie.

Het principeakkoord op hoofdlijnen behelst de volgende punten:

Algemeen


1. Uitgangspunt voor het Sociaal Plan TMG is het Sociaal Plan N.V. Holdingmaatschappij De Telegraaf zoals dat gold van 29 november 2004 tot en met 28 november 2006, inclusief de Ouderenregeling van 22 maart 2006 , behoudens voor zo ver daarvan afwijkende afspraken worden gemaakt (zie hieronder).


2. Uitgangspunt van het Sociaal Plan TMG is dat boventallige werknemers van werk naar werk worden bemiddeld. TMG heeft zich gecommitteerd om samen met de Centrale Ondernemingsraad inhoud te geven aan een concern breed employabilitybeleid.


3. Het Sociaal Plan TMG geldt voor alle 100% werkmaatschappijen van de Telegraaf Media Groep N.V., en loopt vanaf 29 november 2006 en eindigt van rechtswege op 31 december 2007. Het Sociaal Plan is alleen van toepassing op reorganisaties waarvan de boventalligheidsfase intreedt vóór 1 januari 2008.


4. Het definitieve principeakkoord zal door vakorganisaties ter instemming worden voorgelegd aan alle leden binnen TMG. Hierbij geldt per vakorganisatie dat de stemming onder het totaal van de leden binnen TMG bepalend is voor de vraag of zij tot ondertekening van het Sociaal Plan zullen overgaan.

Inhoudelijk

Het Sociaal Plan kent een voorfase en een boventalligheidsfase.

VOORFASE

1. In de voorfase van een reorganisatie geldt een vrijwillige vertrekregeling. Werknemers die in de voorfase vrijwillig vertrekken ontvangen een vergoeding ter grootte van de Kantonrechtersformule inclusief gewogen dienstjaren, met een correctiefactor C=1. Voorwaarde voor toekenning van de vergoeding is dat het vrijwillig vertrek moet leiden tot een vermindering van boventalligheid binnen (een zo groot mogelijke groep) uitwisselbare functies en binnen hetzelfde leeftijdscohort (art. 4:2 lid 1 Ontslagbesluit). Indien zich binnen een leeftijdscohort meer werknemers voor vrijwillig vertrek aanmelden dan noodzakelijk, vindt toekenning plaats op basis van het FIFO systeem. Dit houdt in dat de langst in dienst zijnde werknemer binnen het leeftijdscohort dan voorrang geniet. Toekenning is te allen tijde afhankelijk van de toestemming van de werkgever/hoofdredactie. Werkgever zal de toestemming niet op onredelijke gronden onthouden. De vergoeding zal niet hoger zijn dan de te verwachten inkomstenderving tot aan de pensioengerechtigde leeftijd.

Indien in de voorfase niet alle dreigende boventalligheid is opgelost wordt er overgegaan tot een zogenaamde boventalligheidsfase.

BOVENTALLIGHEIDSFASE

2. Voor die medewerkers die boventallig worden, geldt dat zij kunnen kiezen voor enerzijds een vertrekpremie en anderzijds een herplaats- en zoektermijn.


3. Vertrekpremie
In de boventalligheidsfase van een reorganisatie geldt een vertrekpremie die gelijk is aan de Kantonrechtersformule inclusief gewogen dienstjaren met een correctiefactor C=1,15. Voor boventallige werknemers van 55 jaar en ouder die geen recht hebben op VUT of prepensioen en:

- geboren zijn in de jaren 1946 tot en met 1949 en minder dan 10 grafische jaren hebben, of

- geboren zijn in de jaren 1950 tot en met 1952, geldt een budget ter grootte van een vergoeding gelijk aan de Kantonrechtersformule inclusief gewogen dienstjaren met een correctiefactor C=1,2.


4. Herplaats-/zoektermijn
Direct na ingang van de boventalligheid start de bemiddeling door het Telegraaf Loopbaan Centrum.
Boventallige werknemers ontvangen bij vertrek tijdens de bemiddelingstermijn, of bij beëindiging van het dienstverband aan het eind van de bemiddelingstermijn, een vergoeding ter grootte van de vertrekpremie als vermeld onder 3 onder aftrek van de loonkosten (inclusief werkgeverslasten) tijdens de bemiddelingstermijn. Indien de boventallige werknemer vrijwillig vertrekt tijdens de eerste 10 dagen van de boventalligheid, vindt geen aftrek van loonkosten plaats. Dit betekent dat hoe eerder men vertrekt, des te hoger de vergoeding is. Hierbij geldt dat, ongeacht of na aftrek van de loonkosten er nog een restant budget is, de vergoeding ten minste gelijk is aan:
- 3 maandsalarissen, voor werknemers jonger dan 40 jaar;
- 6 maandsalarissen, voor werknemers van 40 tot en met 54 jaar, en voor werknemers van 55 jaar en ouder met minder dan 10 dienstjaren bij TMG;

- 12 maandsalarissen voor werknemers van 55 jaar en ouder met 10 dienstjaren of meer bij TMG.
Peildatum voor de leeftijd is het moment van
boventalligheidsverklaring. De vergoeding zal niet hoger zijn dan de te verwachten inkomstenderving tot aan de pensioengerechtigde leeftijd.

Overige


1. Artikel 11 Sociaal Plan N.V. Holdingmaatschappij De Telegraaf 2004-2006 (opslag van 25%, ingeval een boventallige werknemer het dienstverband beëindigt om als zelfstandige te beginnen) vervalt. De werkgever draagt maximaal 5000,- bij ten behoeve van het opstarten van een eigen bedrijf, hiervan kan 1.500,- worden gebruikt voor begeleiding bij het opzetten van een ondernemingsplan, en, na goedkeuring van het ondernemingsplan, 3.500,- voor begeleiding bij het opstarten van een eigen bedrijf.


2. De bemiddelingstermijnen conform het Sociaal Plan N.V. Holdingmaatschappij De Telegraaf 2004-2006, blijven gehandhaafd.


3. Indien bij beëindiging van het dienstverband na afloop van de bemiddelingstermijn de rechten van de boventallige werknemer op een werkloosheidsuitkering gevaar zouden lopen, is TMG bereid om mee te werken aan een zgn. pro forma ontbinding van de arbeidsovereenkomst.


4. De aanvullingsregelingen op WW of bijstand in geval van reorganisaties en/of werkloosheid zoals die opgenomen zijn of worden in de binnen TMG geldende bedrijfstak CAOs, worden buiten toepassing verklaard. Deze aanvullingsregelingen worden vervangen door de bovenstaande financiële regelingen (vertrekpremies) aan het einde van een zoektermijn. Partijen zullen hiertoe het Sociaal Plan TMG aanmelden als CAO. Dit zal een standaard CAO zijn. Tevens zullen partijen bij het Sociaal Plan TMG dispensatie van de onderhavige bepalingen verzoeken bij de desbetreffende CAO-partijen. Indien de dispensatie bij een of meerdere bedrijfstak CAOs niet wordt verkregen, komt het Sociaal Plan TMG van rechtswege te vervallen, en treden partijen in overleg over een nieuw Sociaal Plan. Indien er, van de huidige regelingen afwijkende, nieuwe materiële regelingen in geval van reorganisaties en/of werkloosheid worden opgenomen in een of meer van de binnen TMG geldende bedrijfstak CAOs, verplichten partijen zich om in overleg te treden.