Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Besteding koopmansgelden Flevoland

Directie Landbouw

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal


Postbus 20018

2500 EA 's-GRAVENHAGE

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum

19 maart 2007 2060709870

DL. 2007/1122 15 mei 2007

onderwerp bijlagen

Kamervragen m.b.t. besteding Koopmansgelden in Flevoland Geachte Voorzitter,

Hierbij doe ik u, mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM), de antwoorden toekomen op de vragen van het Kamerlid Atsma (CDA) over de besteding van Koopmansgelden in de provincie Flevoland.


1
Is het waar dat de provincie Flevoland een fors deel van de zogenaamde Koopmansmiddelen wil inzetten voor natuurdoeleinden, namelijk het realiseren van een corridor tussen de Oostvaardersplassen en de Veluwe?

Het deel van de Koopmansmiddelen dat voor kavelruil is bestemd, is opgenomen in de budgetten van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG), zie ook het antwoord op vraag 4.
De provincie Flevoland heeft de regie op het tempo van investeringen voor de realisatie van de prestaties in de ILG-overeenkomst. De provincie Flevoland geeft aan dat het deel van de Koopmansmiddelen dat bestemd is voor kavelruil ingezet wordt via het ILG-budget "Structuurversterking Landbouw" en niet voor de realisatie van de in de vraag genoemde corridor.


2
Deelt u de mening dat de Koopmansgelden uitsluitend bedoeld zijn voor de extensivering en versterking van de melkveehouderij?

De Koopmansgelden zijn bestemd voor structuurverbetering van de melkveehouderij en vermindering van de milieubelasting door de melkveehouderij. Dit kan onder andere plaatsvinden door extensivering. Daartoe zullen de Koopmansgelden worden besteed (en zijn deels besteed) aan landinrichting, kavelruil en regionale projecten gericht op milieu- en structuurverbetering. Ter versterking van de melkveehouderij is en wordt tevens ingezet op kennisontwikkeling en -verspreiding en innovatie. Zie verder het antwoord op vraag 4.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
15 mei 2007 DL. 2007/1122 2


3
Deelt u de mening dat besteding van de Koopmansmiddelen, zoals door Flevoland wordt voorgesteld, niet strookt met doelstelling van het door de commissie Koopmans bedoelde fonds en bent u bereid uw medewerking te weigeren aan een dergelijke inzet van de middelen?

Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 1 zijn de Koopmansmiddelen voor kavelruil opgenomen in de budgetten van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG). De provincie Flevoland heeft binnen de looptijd van zeven jaar van de overeenkomst de regie om de afgesproken prestaties te realiseren, in de beste volgorde en het meest geschikte tempo. Rijk en provincies hebben afgesproken om tijdens de midtermreview van het ILG in 2010 de voortgang in de prestaties specifiek te kwantificeren en daar in gezamenlijk overleg gevolgen aan te verbinden. Tevens is in het antwoord op vraag 1 aangegeven dat de provincie Flevoland deze middelen niet wil inzetten voor de genoemde corridor.


4
Kunt u een overzicht geven van de besteding van de Koopmansmiddelen tot nu toe en het bedrag dat binnen de begrotingen van LNV en VROM aan Koopmansmiddelen resteert?

Oorspronkelijk was beschikbaar aan Koopmansgelden 204 miljoen, waarvan op VROM- begroting 79 miljoen en op LNV-begroting 125 miljoen. In de brief van de toenmalige staatssecretaris van VROM aan de Tweede Kamer van 12 juli 2006 (Tweede Kamerstukken 2005-2006, 30468 en 29939, nr. 3) is aangegeven dat van deze bedragen voor de periode 2006-2010 op de begrotingen respectievelijk nog 45 miljoen en 73 miljoen resteerde. Het overige is ingezet voor de meerjarige interne prioriteringen die destijds bij de rijks- brede bezuinigingsrondes noodzakelijk waren op de begrotingen van VROM en LNV. De totaal beschikbare 118 miljoen is of wordt als volgt besteed:

· Vanuit de LNV-begroting is 30 miljoen voor de versnelde afronding van klassieke landinrichtingsprojecten en 20 miljoen voor kavelruil opgenomen in het ILG. · 11,6 miljoen van de VROM-begroting voor kavelruil en herverkaveling met het oog op verdrogingsbestrijding staat gereserveerd om toegevoegd te worden aan het ILG-budget voor verdrogingsbestrijding. · 23,4 mln. van de VROM-begroting voor het landelijk meetnet effecten mestbeleid is formeel toegezegd aan het RIVM.
· Van het budget voor projecten ten behoeve van melkveehouderij en milieu en voor kennisontwikkeling en ­stimulering van in totaal 22 miljoen is 16 miljoen besteed of gereserveerd (met name voor verschillende regionale projecten, Melkveeacademie en pilots "Koe in de wei"). Uit deze 16 miljoen wordt naar aanleiding van een toezegging aan uw Kamer tijdens de laatste LNV- begrotingsbehandeling ook 2,6 miljoen ten behoeve van stimulering jonge boeren gefinancierd.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
15 mei 2007 DL. 2007/1122 3

· Er is dus nog 6 miljoen beschikbaar (op de VROM-begroting). De minister van VROM wil dit bedrag - mede in het licht van de discussie tijdens het AO Verdroging van 10 april jl. - toevoegen aan de 11,6 miljoen Koopmansmiddelen die via het ILG worden bestemd voor kavelruil en herverkaveling als middel in de verdro- gingsbestrijding. Voorts is het ILG ook het meest geëigende subsidiekader voor de gebiedsgerichte projecten. Deze 6 miljoen Koopmansmiddelen worden daarom net als de eerdergenoemde 11,6 miljoen toegevoegd aan het met de provincies afgesproken ILG-budget voor Verdrogingsbestrijding voor de periode 2007-2013. · Tot slot wordt 11 miljoen op de LNV-begroting besteed aan innovatieprojecten in de melkveehouderij. Verplichtingen hiervoor worden aangegaan in de periode 2007 t/m 2011 via met name innovatie- en demoregelingen. Recentelijk is de eerste openstelling hiervoor ("samenwerking bij innovatie") afgekondigd.

Met deze bestedingen voor concrete activiteiten vervullen LNV en VROM een stimulerende en faciliterende rol ten behoeve van structuurversterking en milieuverbetering in de melk- veehouderij. Tevens stimuleren LNV en VROM hiermee, in lijn met het Coalitieakkoord, de ontwikkeling van kennis, innovatie en duurzaam ondernemerschap.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg


---- --