Provincie Utrecht

provinciebestuur geïnstalleerd na bespreking coalitieakkoord

Nieuw provinciebestuur geïnstalleerd na bespreking coalitieakkoord

22-5-2007 -

Maandag 21 mei is een uitvoerig debat in Provinciale Staten gevoerd over het coalitieakkoord. Tijdens de bespreking van het akkoord gaven de oppositiepartijen aan dat zij vinden dat het coalitieakkoord visie mist, dat er geen prioriteiten gesteld zijn en dat de financiële onderbouwing te mager is. Coalitiepartijen CDA, VVD en PvdA benadrukten dat zij de aandacht willen vestigen op waar Utrecht sterk in is en dat zij in het akkoord daarbij passende keuzes gemaakt hebben. Na afloop van de bespreking van het coalitieakkoord zijn de nieuwe gedeputeerden na stemming geïnstalleerd.

Aan het begin van de vergadering deed de voorzitter van de coalitieonderhandelaren, mevrouw Petra Doornenbal (CDA), verslag van de wijze waarop het coalitieakkoord tot stand is gekomen. Daarbij gaf ze aan dat duurzaamheid als rode draad door het akkoord loopt, niet alleen op het gebied van milieu, maar ook bij het nemen van besluiten voor de langere termijn. Ook kwaliteit neemt een kernpositie in het akkoord in. De coalitiepartners willen de kwaliteiten van de provincie Utrecht koesteren en uitbreiden. Daarbij willen ze nadrukkelijk samenwerken met de diverse partners als gemeenten en maatschappelijke organisaties. De provincie moet hierin de rol van regisseur, faciliteur en aanjager vervullen. De coalitie kiest voor voortzetting van het financiële beleid en zet een deel van het eigen vermogen in. Daarbij geldt als stelregel dat incidenteel beschikbare middelen ingezet moeten worden voor incidentele zaken.

Oppositie: `Coalitieakkoord mist visie'
Bij de bespreking van het coalitieakkoord werden de oppositiepartijen in de gelegenheid gesteld hun mening over het coalitieakkoord te geven en aanvullende vragen te stellen. Mevrouw Jonkers van de SP begon met een terugblik op de afgelopen verkiezingen en sprak haar teleurstelling uit dat er geen echte poging gedaan is om de SP bij de coalitie te betrekken. De kritiek van haar partij op het akkoord was dat het stuk geen visie heeft, dat een analyse van de afgelopen jaren ontbreekt, dat er geen prioriteiten worden gesteld en dat er geen echte keuzes worden gemaakt. Ook haalde ze aan dat duurzaamheid in het akkoord een belangrijk punt is, maar dat de coalitiepartijen niet verder willen gaan dan de Rijks- en Europese normen. Tot slot gaf de SP aan dat de financiële onderbouwing wat hen betreft te mager was. Ook GroenLinks fractievoorzitter Bas Nugteren was niet tevreden over het voorliggende akkoord. Volgens hem ontbreekt het in het akkoord aan voldoende visie, samenhang en slagvaardigheid. Zijn vraag was wat het provinciebestuur gaat doen met de 350 miljoen Euro die wordt vrijgemaakt. Hij diende namens de oppositiepartijen (behalve de SGP) een motie in die vraagt om een financiële onderbouwing op beleidsniveau. Deze motie werd aan het eind van de vergadering niet aangenomen.
Kees van Kranenburg van de ChristenUnie vroeg zich hardop af hoe en op welke termijn de coalitie de zaken denkt te realiseren. Zijn partij is van mening dat er nog veel ingevuld en aangevuld moet worden en dat de prioriteiten niet helder zijn. Ook was de samenhang tussen de verschillende beleidsvoornemens hem niet duidelijk. Tot slot diende de heer van Kranenburg een motie in om het coalitieakkoord na het zomerreces in alle commissies te bespreken. Deze motie werd met algemene stemmen aanvaard.
Ralph de Vries van D66 vond het coalitieakkoord vrij algemeen. Hij benadrukte dat de kernvraag steeds moet zijn: wat is de toegevoegde waarde van de provincie in dit beleid? D66 is daarnaast van mening dat bijvoorbeeld de Jeugdzorg als ketenzorg moet worden benaderd en dat deze keten geoptimaliseerd moet worden zodat iedereen van elkaar weet waar hij of zij mee bezig is. Hij diende namens de oppositiepartijen (behalve de SGP) een motie in. Deze motie, om het aantal uren van het college te maximeren op vijf fte, werd afgewezen. Roelof Bisschop van de SGP gaf aan het coalitieakkoord te steunen. Een goede financiële onderbouwing is voor zijn partij wel een vereiste. Voor hen is de samenwerking met gemeenten en maatschappelijke organisaties het belangrijkste aspect uit het coalitieakkoord. Wanda Bodewitz van de Partij voor de Dieren gaf aan dat de titel van het coalitieakkoord haar tevreden stemde, maar dat er wel erg veel uitbreiding van het rood en asfalt in voorkomt. Voor haar partij ontbraken onderwerpen als het verminderen van het gebruik van pesticiden, het dierenwelzijn, de duurzame veehouderij en biologische landbouw. Om deze onderwerpen alsnog door de coalitie geaccepteerd te krijgen diende zij namens de oppositiepartijen (met uitzondering van de SGP) twee moties in. Deze werden niet aangenomen. Tinus Snyders van Mooi Utrecht kijkt uit naar een samenwerking met burgers. Volgens zijn partij heeft het coalitieakkoord nog teveel een open einde en is het belangrijk om zo snel mogelijk tot een aanscherping van de plannen te komen.

Coalitie tevreden met akkoord
Ook de coalitiepartijen gaven hun mening over het gesloten akkoord. Petra Doornenbal van het CDA benadrukte dat ze in het akkoord gekozen hebben voor de kwaliteit van de leefomgeving en het bevorderen van de leefbaarheid leidt tot een samenleving waarin men oog heeft voor elkaar. Het overleg met de gemeenten en maatschappelijke organisaties is belangrijk, maar het CDA is van mening dat als er geen rol voor de provincie is weggelegd in een proces, de provincie ook geen rol moet pakken.
David van den Burg van de VVD gaf aan dat de visie van de VVD dat duurzaamheid en innovatie een goede combinatie zijn, duidelijk terugkomt in het coalitieakkoord. Hij noemde het akkoord evenwichtig. Voor zijn partij is de mobiliteit van essentieel belang en ook het feit dat de opcenten niet trendmatig verhoogd worden stemt hem zeer tevreden.
Wim Bos van de PvdA haalde aan dat een coalitieakkoord een kwestie is van geven en nemen en dat die twee in dit akkoord in evenwicht zijn. Dat duurzaamheid als thema over de volle breedte van het college is opgenomen was voor zijn partij heel belangrijk. De provincie moet volgens de PvdA handelen daar waar zij een meerwaarde kan bieden. Ook het realiseren van betaalbare woningen en het terug naar school begeleiden van jongeren zijn onderwerpen in het akkoord die voor de PvdA heel belangrijk zijn.

College van GS geïnstalleerd
Na afloop van het debat droegen de coalitiepartijen hun kandidaten voor het college van GS, voor aan de Staten. Na stemming werden mevrouw Raven (CDA), de heer Ekkers (VVD), mevrouw Dekker (PvdA), de heer Krol (CDA), de heer Binnekamp (VVD) en de heer De Wilde (PvdA), geïnstalleerd als leden van gedeputeerde staten voor de periode 2007-2011.

Meer informatie: Pauline Bredt, telefoon (030) 258 2522