Openbaar Ministerie

Afperser van De Vlieger moet 1,9 miljoen betalen aan de Staat

Amsterdam, 29 mei 2007

De rechtbank heeft Itzhak M., veroordeeld voor afpersingen in het zogeheten Madras onderzoek, de verplichting opgelegd om 1.905.876,04 euro aan de Staat te betalen. Tot deze hoogte heeft de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld.

In 2002 werd door de voormalig eigenaar van een Amsterdams café aangifte gedaan van afpersing. Aangever verklaarde dat hij door een aantal personen, waaronder de hoofdverdachte, zodanig bedreigd was, dat hij uiteindelijk gedwongen werd afstand te doen van zijn horecabedrijf aan het Leidseplein te Amsterdam.

Naar aanleiding van deze verklaring werd een uitvoerig onderzoek, genaamd Madras, opgestart door de Amsterdamse politie onder leiding van het arrondissementsparket Amsterdam. Tijdens dit onderzoek kwamen nog meer verdenkingen tegen de hoofdverdachte aan het licht.

Hij werd op 6 december 2006 door de rechtbank voor onder meer twee afpersingen, waaronder die van E. de Vlieger, veroordeeld tot 8 jaar gevangenisstraf.

In de uitspraak van vandaag heeft de rechtbank de opbrengst van drie strafbare feiten vastgesteld op ruim 1,9 miljoen euro. Verreweg het grootste deel van het toegewezen bedrag, ruim 1,8 miljoen euro, is toegekend vanwege afpersing van E. de Vlieger, dan wel zijn bedrijf. De veroordeelde moet dit bedrag aan de Staat betalen.

Het Openbaar Ministerie had eerder een iets hoger bedrag geëist, te weten ruim 2,1 miljoen euro. Omdat de rechtbank een deel van dit gevorderde bedrag niet aan strafbare feiten kon koppelen, is een iets lager bedrag toegekend.

Het Openbaar Ministerie is tevreden met de uitkomst van de ontnemingsprocedure en zal niet zelfstandig hoger beroep instellen.