Federale regering Belgie
Toespraak Verhofstadt - Internationaal Symposium Federale Politie
(2007-06-06)
Persdienst van de Eerste Minister
TOESPRAAK VAN EERSTE MINISTER GUY VERHOFSTADT BIJ DE OPENING VAN HET
INTERNATIONAAL SYMPOSIUM FEDERALE POLITIE.
BRUSSEL, 6 JUNI 2007.
Geachte politiemensen,
Dames en heren,
Met de organisatie van dit congres en vooral met de uitdagende titel
"excellente politiezorg" zet de Belgische geïntegreerde politie hoog
in. Het is gedurfd om vijf jaar na de opstart van de gigantische
politiehervorming zich de vraag te stellen of men het culturele
referentiekader van de gemeenschapsgerichte politiezorg waarmaakt. Of
men de standaard van een "intelligence led policing" haalt. Of men qua
management een niveau haalt dat de toets van de diverse
managementsmodellen doorstaat. Toch is deze durf geen hoogmoed. Het is
eerder het bewijs van een vertrouwen. Vertrouwen dat het vandaag goed
gaat met onze politie.
En dat is cruciaal. Politie is immers een key-player in het verzekeren
van veiligheid en leefbaarheid in onze complexe, internationale
moderne samenleving. Daarom hebben we bewust gekozen voor een
geïntegreerd en integraal veiligheidsbeleid. Dit betekent dat we
vertrekken van een partnerschap met andere actoren: bestuurlijke en
gerechtelijke actoren, sociale en welzijnsactoren, economsiche en
private actoren en natuurlijk ook met de burger.
Maar samenwerking is pas mogelijk als er vertrouwen is. En net dat was
vóór de politiehervorming een groot probleem. Tien jaar geleden, in
volle Dutroux-crisis, was het vertrouwen van de burger in de politie
tot een absoluut dieptepunt gedaald. In de veiligheidsmonitor van 1997
had minder dan 40% van de Belgen vertrouwen in de politie. Dit is nu
totaal omgeslagen. In van 2006, waarbij 43.000 mensen werden bevraagd,
leest men dat 87,5% van de Belgen tevreden zijn over het politiewerk.
82,5% vindt dat er goed werk wordt geleverd. En 5% spreekt zelfs van
zeer goed politiewerk. Van een ommekeer gesproken. En dat is volledig
te danken aan de grondigheid waarmee de politiehervorming werd
aangepakt.
Maar ook na de hervorming, was de opstart van de nieuwe politie niet
evident. Organisatorisch bijvoorbeeld. Het Belgische politiebedrijf
telde meer dan 40.000 personeelsleden, gespreid over 196
bedrijfseenheden bij de lokale politie en 29 bedrijfseenheden bij de
federale politie. Die waren dan nog eens uitgesplitst over een groot
aantal afdelingen en onderafdelingen.
Maar ook financieel. In 2001 en 2002 hadden we een redelijk grote
financieringsdiscussie. Ik dan spreek ik nog niet over alle andere
pijn- en knelpunten die met een hervorming van deze omvang gepaard
gaan.
Maar we zijn er doorgeraakt. Vooral door een combinatie van een
bottom-up approach en het koesteren van het overlegmodel. We voerden
overleg met alle partners: burgemeesters, de vertegenwoordigers van de
lokale en de federale politie en de politievakbonden.
Ik verwijs naar de werking van de Begeleidingscommissie voor de
hervorming van de lokale politie. In de rapporten van oktober 2003 en
april 2005 kan men zeer goed de evolutie lezen die we hebben
doorgemaakt. Morgen krijgt u het derde rapport voorgesteld en u zult
merken dat we nu volop in de uitdiepingsfase zitten, op weg naar ons
uiteindelijk doel: een excellente politiezorg.
Voor die uitdieping is de Ministerraad van 30 en 31 maart 2004 een
scharniermoment geweest. We hebben toen onder andere ingezet op een
substantiële verhoging van de operationele inzetbaarheid. Die is
gerealiseerd door een verhoging van het personeelskader. Om u enkele
cijfers te geven: Begin 2003 telde de politie 44.777 personeelsleden
waarvan 38.459 operationelen en 6.318 Calog. Vier jaar later, in
februari 2007 telde de politie 47.526 personeelsleden waarvan 38.989
operationelen en 8.537 Calog. De lokale politie steeg op haar beurt
met 922 operationelen en 1244 Calog.
Daarnaast kreeg de lokale politie een substantiële verhoging door de
oprichting van het veiligheids- en interventiekorps, de detachering
van leden van de Federale Politie, de militairen en de neutrale
call-takers. Daarbij kwam er de substantiële daling van de Hycap en de
daling van de Arrosol, de versoepeling van de arbeidsorganisatie, de
calogisering en het terugdringen van het absenteïsme. We mogen nu al
zeggen en dat blijkt ook uit het derde rapport van de
Begeleidingscommissie dat het objectief van 2.500 extra operationelen
nu reeds ruim is overschreden.
Dames en heren,
We mogen vandaag stellen dat de politiehervorming een succes is.
Dankzij de integratie werken alle politiediensten nu samen. Bovendien
werd de administratieve last bij de politieagenten sterk afgebouwd
zodat er meer blauw op straat is. En de resultaten daarvan kan niemand
meer ontkennen. Maar onze maatschappij evolueert snel. Het spreekt
voor zicht dat ook de visie op de taken en de finaliteit van de
politiediensten moet mee evolueren.
De politiediensten zijn de sterke arm der wet, én moeten dat uiteraard
blijven. Maar naast law enforcement en crime fighting wordt het belang
van de gemeenschapsgerichte politiezorg steeds duidelijker. We hebben
meer en meer nood aan politie die probleemvoorkomend werkt en aanwezig
is in de straten en de wijken. Een politie die nog meer dan vandaag
aanspreekbaar voor de burger. Daarom moeten we de komende jaren de
basispolitiezorg versterken. Door bijvoorbeeld de promotie van de
wijkagent door de steden en gemeenten of door een verdere ontlasting
van oneigenlijke taken, die de wijkagent vaak krijgt van het parket.
Meer concreet wil ik het veiligheidscorps met 500 eenheden optrekken.
Op die manier kunnen we de betrokkenheid van politiemensen bij
gevangenentransport en toezicht in de hoven en rechtbanken tot een
uiterst minimum beperken. Zij kunnen op hun beurt op straat worden
ingezet.
Ten tweede is het mijn overtuiging dat we volop moeten kiezen voor een
versterkt uitgebouwde wijkpolitie. Dit impliceert meer middelen voor
de wijkwerking. Maar ook een gelijkstelling van de verloning van de
buurtinspecteurs met de andere politiemensen.
Ten derde hebben we in het kader van het geïntegreerd
veiligheidsbeleid de afgelopen jaren tal van categorieën van
bijzondere ambtenaren in het leven geroepen. Stadswachten, parkeer en
parkwachters, lijnspotters en anderen die we nu gemeenschapswachten
noemen. Het probleem is dat zij geen link hebben met de lokale
politie. Dit schept verwarring bij de mensen. Daarom denk ik dat het
nodig is dat we deze gemeenschapswachten onder de regie van de lokale
korpschef brengen.
Dames en heren,
Gemeenschapsgerichte politiezorg, intelligence led policing,
geïntegreerd en integraal veiligheidsbeleid. Het zijn de
sleutelbegrippen van een politiebestel dat ijvert voor excellentie en
gedragen wordt door beginselen als verantwoordelijkheid,
verantwoording, transparantie.
Het proces is verre van afgerond. Genoegzaamheid is uit den boze en
een status-quo is geen optie. Ik ben u dankbaar voor wat u de
afgelopen jaren gerealiseerd hebt. Het was een eer en een genoegen om
samen met u en uw collegae aan de weg te timmeren. En ik hoop dat u
uit dit congres nieuwe moed en nieuwe ideeën put om morgen opnieuw
verder te groeien.
Ik dank u.