Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport



Architectuur van zorggebouwen

Toespraak, 5 juni 2007

De kennis over de juiste balans tussen zorg, architectuur en de omgeving waarin wordt gebouwd staat nog in de kinderschoenen. Terwijl het zeker in de zorg belangrijk is dat er gebouwen worden ontworpen waarin mensen zich prettig voelen. Dat zei staatssecretaris Jet Bussemaker bij het in ontvangst nemen van het boek 'Bouwen aan de architectuur van de zorg'. De volledige tekst van haar toespraak staat hieronder.

Dames en heren,
Hartelijk dank voor dit mooie boek, dat ik graag in ontvangst neem. Dit boek toont aan dat ziekenhuizen, zorghuizen en andere zorginstellingen meer zijn dan de optelsom van beton, staal en hout. Een doordachte vormgeving van al die gebouwen is om verschillende redenen van belang.

Ten eerste zorgen mooie gebouwen voor aantrekkelijke steden en wijken. Ten tweede heeft een goed en mooi zorggebouw een positief effect op de uitstraling van de zorg. Gebouwen kunnen degenen die er werken een prettige werkomgeving bieden. En dat kan wellicht helpen om hen te behouden voor de zorg. En ten derde kunnen gebouwen ervoor zorgen dat patiënten en cliënten er prettig verblijven en goede zorg ontvangen. Daglicht, privacy en uitzicht kunnen een positieve invloed hebben op bijvoorbeeld het herstel van patiënten in ziekenhuizen.

Maar ook voor bewoners van zorghuizen - zo noem ik, in navolging van de sector, voortaan de verpleeg- en verzorgingshuizen - is een prettige woonomgeving van belang. Zoals u waarschijnlijk al weet wil ik dat er een grotere variatie aan woonvormen komt, met meer kleinschalige projecten. Niet alleen kleine woonprojecten in de wijk, maar ook kleine instellingen. Want ik vind dat mensen moeten kunnen kiezen: óf in de wijk wonen, óf in een instelling, grootschalig of kleinschalig.

Mede om die reden zal ik de grens voor bouwen buiten het bouwregime optrekken. Deze maatregel is onderdeel van mijn actieplan `Zorg voor ouderen: om de kwaliteit van het bestaan', dat ik vorige week naar de Tweede Kamer stuurde. Voor zwaar verblijf wordt de grens voor bouwen buiten het bouwregime opgetrokken van 12 naar 24 plaatsen, voor lichter verblijf van 25 naar 50 plaatsen. Daarmee wordt het eenvoudiger voor instellingen om kleinschalige initiatieven - ook van wat grotere omvang - te realiseren. De bedoeling is dat het bouwregime in 2009 helemaal wordt afgeschaft.

Maar nu weer even terug naar het boek. Als dit boek één ding aantoont, dan is het wel dat de kennis over de juiste balans tussen zorg, architectuur en de omgeving waarin wordt gebouwd nog in de kinderschoenen staat. Terwijl het zeker in de zorg zo belangrijk is dat er gebouwen worden ontworpen waarin mensen zich prettig voelen. Ik hoop dat dit boek er aan bijdraagt dat zorginstellingen die een nieuw gebouw laten ontwerpen, zich daarvan meer bewust worden.

Daarom ook is het goed om kennis en kunde, goede voorbeelden en innovaties over architectuur van zorggebouwen te verzamelen op een centraal punt. Dan komt die informatie beschikbaar voor iedereen die betrokken is bij de bouw van een zorginstelling.

Ik juich het dan ook toe dat het Bouwcollege in de toekomst deze functie wil vervullen en zich wil toeleggen op de thema's kennisoverdracht en innovatie. Ik wens het toekomstige kenniscentrum voor bouwen en zorg, dat de opvolger wordt van het huidige Bouwcollege, daarbij nu alvast veel succes. Want ik ben ervan overtuigd dat op deze manier een stevig fundament wordt gelegd waarop menig toekomstige zorginstelling kan bouwen.

Dank u wel.